Wees niet geliefd, wees relevant

Met dank overgenomen van T. (Tofik) DibiĀ i, gepubliceerd op vrijdag 14 september 2012.

Als Kamerlid kan je je soms verliezen in bijzaken. Zeker als je afwijkt van de norm. Je wil bewijzen dat je niet voor een ander onder doet. Dat je oog hebt voor alle groepen. Dat je er bent, omdat je goed bent.

Ik wilde erkenning. Van de straat. Van de opiniemakers. Van de partijtop. Van de macht.

Ik wilde dat columnisten als Bert Wagendorp, Bas Heijne, Rob Wijnberg en zelfs Paul Jansen onder de indruk van me waren. Ik wilde dat Frits Wester, Dominique van der Heyde, Pauw en Witteman en Mathijs van Nieuwkerk me op hun lijstjes hadden staan. Ik wilde dat allochtone en islamitische Nederlanders zagen dat ik voor hun rechten opkwam, maar ik wilde ook dat de PVV-achterban wist dat ik hun angsten en zorgen begreep.

Als Kamerlid kan je je soms verliezen in geliefd willen zijn. Zeker als je anders bent. Je wil iedereen pleasen. Iedereen bedienen. Iedereen naar de mond praten.

Vlak voor 12 september waren er een paar momenten die ik nooit zal vergeten. Een mailtje van de moeder van Mauro. Een ex-gedetineerde Marokkaan die me had gevolgd toen hij vast zat. Een DM van Sahar. Facebook-berichten van studenten met schulden. Ouders aan wie ik kinderboeken had uitgedeeld. Een dakloze vrouw die zich op een station aan me vastklampte.

Als Kamerlid kan je soms vergeten waar je het voor doet. Zeker als iedereen een bepaalde verwachting van je heeft. Een script. Dat je automatisch moet voordragen wanneer iemand anders de cue geeft.

Wellicht ben ik niet de meest aangewezen persoon hiervoor, maar als ik een advies mag geven aan nieuwe Kamerleden dan is het wel: Verscheur dat script. Vergeet de ingestudeerde riedels. Weet waar je het voor doet.

Wees niet geliefd, wees relevant.

 
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Tofik Dibi