CDA blijft tegen geheel onder water zetten Hedwigepolder - Hoofdinhoud
Tijdens de voortzetting van het debat over de Hedwigepolder heeft Ad Koppejan 3 moties ingediend.
Tijdens de voortzetting van het debat over de Hedwigepolder heb ik de volgende inbreng geleverd waaronder 3 moties. De onderstaande tekst heb ik niet precies zo kunnen uitspreken omdat wij maar 2 minuten spreektijd kregen.
Voorzitter,
Er is veel veranderd sinds de eerste termijn van het Hedwigedebat op 19 april. Het kabinet is demissionair waarmee ook de politieke omstandigheden zijn veranderd. Wat niet veranderd is, is het CDA standpunt dat de Hedwigepolder grotendeels behouden dient te blijven.
Wij hebben in de eerste termijn aangegeven dat het compromisvoorstel van de Staatssecretaris, welliswaar veel pijn doet bij de Zeeuwen, maar dat daar onder voorwaarden over te spreken valt met het CDA. Als daarmee dan wel een einde komt aan de al te lang voortslepende ontpolderingsdiscussie in Zeeland.
De voorwaarden die wij hebben gesteld zijn:
-
1.De aanpassing van de Hedwigepolder, de aanleg van een nieuwe zeedijk dient in goed overleg met de direct betrokkenen in de regio plaats te vinden. Zodat zo gewaarborgd wordt dat het unieke karakter van de Hedwigepolder voldoende behouden blijft;
-
2.Ondubbelzinnige medewerking van de Vlaamse regering om het Scheldeverdrag aan te passen;
-
3.De belangrijkste voorwaarde. Met dit voorstel dient er definitief een einde te komen aan de heiloze ontpolderingsdiscussie. Er mag geen enkele twijfel over bestaan; na dit besluit geen nieuwe ontpolderingen in Zeeland ten bate van verder natuurherstel in de Westerschelde of nieuwe verdiepingen van de Westerschelde.
Wij willen van de staatssecretaris dan ook duidelijke toezeggingen op deze 3 voorwaarden voor wij ook maar met enig compromisvoorstel akkoord kunnen gaan. Graag een reactie van de staatssecretaris.
Ook als het compromisvoostel van de staatssecretaris door de veranderde politieke situatie op onvoldoende steun zou kunnen rekenen in deze Kamer, mag volledige ontpoldering van de Hedwigepolder niet het alternatief zijn. Daarom de volgende motie:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het geheel onderwater zetten van de Hedwigepolder op weinig draagvlak kan rekenen bij grote delen van de Zeeuwse bevolking;
overwegende dat ook de Habitatrichtlijn artikel 2, lid 3 aangeeft dat bij het nemen van de (beheer)maatregelen rekening moet worden gehouden met ‘vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede met regionale en lokale bijzonderheden’;
overwegende dat er alternatieven zijn voor het volledig onderwater zetten van de Hedwigepolder;
spreekt uit dat het geheel onder water zetten van de Hedwigepolder onnodig en ongewenst is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Koppejan
De Staatssecretaris heeft eerder aangegeven dat hij bereid is om soortgelijke gebieden samen te voegen tot één Natura 2000-gebied. Met als doel om binnen een groter gebied passende oplossingen te realiseren voor natuurherstel en die maatregelen te nemen, daar waar deze het meeste resultaat oplevert. Wij willen de staatssecretaris oproepen om ook voor de Zuidwestelijke Delta in overleg met de regionale overheden de mogelijkheden en wenselijkheid te onderzoeken van het samenvoegen van N2000 gebieden tot één N2000 gebied voor de Zuidwestelijke Delta. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het 10 puntenplan Natura 2000 beleid spreekt over het mogelijk maken van het samenvoegen van meerdere soortgelijke gebieden tot één Natura 2000-gebied;
overwegende dat verspreid in de Zeeuwse Delta dezelfde habitattypen voorkomen, zoals H1320 Schorren met slijkgrasvegetatie (Spartinion maritimae) en H1330 Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae);
overwegende dat het samenvoegen van meerdere soortgelijke gebieden tot één Natura 2000-gebied het mogelijk maakt om passende oplossingen voor natuurherstel te realiseren en de maatregelen daar in te zetten waar deze het meeste resultaat oplevert;
verzoekt de regering in samenwerking met de regio, waaronder de provincie Zeeland te beoordelen of samenvoeging van Natura 2000 gebieden perspectief biedt op meer passende oplossingen voor natuurherstel en vanuit reeds lopende gebiedsprocessen gewenst is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Koppejan
Daarnaast is er nog samen VVD en SGP de onderstaande motie ingediend:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat in 2005 tussen Vlaanderen en Nederland verdragen zijn gesloten met daarin afspraken over de toegankelijkheid, veiligheid en natuurlijkheid van de Westerschelde, waaronder de ontpoldering van de Hedwigepolder;
constaterende, dat de regering een alternatief heeft gepresenteerd waarin de Hedwigepolder voor het grootste deel blijft behouden;
overwegende, dat het alternatief moet passen binnen het financiële kader van maximaal
€ 190 miljoen en dat in het alternatief alle (financiële) risico’s moeten zijn afgedekt om in een later stadium niet geconfronteerd te worden met nieuwe tegenslagen;
overwegende, dat het alternatief niet mag leiden tot de beperking van economische ontwikkeling in Zeeland en in het bijzonder de ontwikkeling van de Westerschelde Container Terminal zoals de eerder aangenomen motie Lodders c.s. beoogt (30862 nr. 54);
overwegende dat door de ontwikkeling van nieuwe natuurvriendelijke technische maatregelen (‘slim baggeren’), de toegankelijkheid van de Westerschelde in de toekomst gewaarborgd kan blijven zonder schade toe te brengen aan het milieu waardoor natuurcompensatie door ontpolderen, overbodig is geworden;
van mening, dat nieuwe ontpolderingen in Zeeland zowel voor natuurherstel in de Westerschelde als ook voor natuurcompensatie voor eventuele nieuwe verdiepingen van de Westerschelde, zeer ongewenst zijn;
verzoekt de regering niet over te gaan tot enige ontpoldering in Zeeland tot een bestuursakkoord met de provincie Zeeland is gesloten en daarin afspraken zijn gemaakt over de invulling van de huidige ontpolderingsplannen, geen extra ontpoldering in relatie tot natuurherstel of verdieping Westerschelde, de ontwikkeling van de WCT, afwikkeling van de financiering en de inzet van provincie en Rijk voor uitbreiding van kennis over buitendijkse maatregelen;
verzoekt de regering maximale inzet te plegen, bijvoorbeeld via aanwijzingsbesluit en opeenvolgende beheerplannen, om vast te leggen dat extra ontpolderingen (ook niet in het kader van de genoemde 3000 hectare) in relatie tot natuurherstel of verdieping Westerschelde niet aan de orde mogen zijn,
en gaat over tot de orde van dag.
Lodders
Koppejan
Dijkgraaf