Langstudeer-deeltijders: de toezeggingen van Zijlstra - Hoofdinhoud
Gisteren hadden we in de Eerste Kamer een mondeling overleg met Halbe Zijlstra over de langstudeerboete voor deeltijdstudenten. Toen de langstudeerwet vorig jaar - tot mijn spijt - werd aangenomen, heb ik een motie ingediend die de regering vroeg om disproportionele gevolgen voor deeltijdstudenten te voorkomen. De motie werd kamerbreed gesteund en we waren dan ook erg benieuwd hoe de staatssecretaris dat ging regelen.
Inmiddels zijn de plannen duidelijk. Zijlstra wil het hele deeltijdonderwijs op de schop nemen. Het moet flexibeler en meer aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften van studenten. Dat wil hij bereiken door een vouchersysteem. Een interessante denkrichting, maar helaas wil hij die vouchers alleen gaan bieden voor bepaalde maatschappelijk relevante opleidingen (zorg, onderwijs, techniek bijvoorbeeld). Dat is dom (want de overheid kan dat helemaal niet plannen) en oneerlijk tegenover studenten met andere studiewensen. En zo zitten er nog heel veel haken en ogen aan.
Dit debat zal eerst volop in de Tweede Kamer gevoerd worden, maar het werpt zijn schaduw vooruit. Als het namelijk die kant opgaat, krijgen deeltijdstudenten sowieso niet meer met de langstudeerboete te maken. Maar daarmee is er nog geen oplossing voor de komende jaren en voor de huidige deeltijdstudenten. Over hun positie ging ons overleg met Zijlstra.
Profileringsfonds
De oplossing waar hij mee gekomen is, houdt in dat deeltijdstudenten vanaf nu ook een beroep mogen doen op het profileringsfonds om zo een compensatie te krijgen voor de langstudeerboete. Tot nu toe was het profileringsfonds alleen voor voltijdstudenten. Bovendien kon men tot nu toe alleen een bijdrage vragen voor persoonlijke omstandigheden. Daar wordt nu aan toegevoegd dat ook vertraging door de vormgeving van de opleiding een grond kan zijn.
In lijn met de discussie vorig jaar en met mijn motie ben ik blij dat de staatssecretaris in beweging is gekomen, maar had ik nog wel wat bezwaren tegen deze oplossing. Zo blijft er een verschil tussen voltijdstudenten die een uitloopjaar hebben voordat ze een boete krijgen en deeltijdstudenten voor wie dat jaar vaak al nodig is voor het studieprogramma zelf. Die hebben dus nog steeds geen uitloop. Dat is een geval van rechtsongelijkheid en dat is in formele zin niet echt weggenomen.
Daarnaast is het de vraag of studenten nu recht hebben op compensatie als ze door de studieprogrammering officieel langstudeerders zijn, of dat het een gunst is van de instelling om die compensatie te geven. Hier gaat het om de rechtszekerheid. Op dit punt zegde Zijlstra toe de instellingen duidelijk te maken dat deze studenten gewoon de compensatie moesten krijgen. Als bijvoorbeeld je Bachelor-opleiding 5 jaar duurt, dan krijg je gewoon compensatie voor de langstudeerboete.
De staatssecretaris vond eigenlijk dat de opleidingen dan maar moesten worden ingekort of gecomprimeerd, maar de Kamer heeft hem duidelijk gemaakt dat dat de verkeerde weg is. Daarmee zijn diploma-inflatie en kwaliteitsverlies bijna gegarandeerd. Er zijn beroepsverdiepende deeltijdstudies (vooral in het HBO) die korter kunnen zijn als mensen al werkervaring en zo hebben. Maar wie bijvoorbeeld in deeltijd rechten gaat doen, die zal vaak gewoon de hele opleiding moeten doen en dan zijn vrijstellingen veel minder mogelijk.
Het hele probleem is ontstaan omdat de regering continu stelt dat het aantal studiejaren van voltijd- en deeltijdstudies gelijk moet zijn omdat de wet geen onderscheid maakt. Wat in de wet echter vooral geregeld wordt, is het aantal studiepunten. Dat moet gelijk zijn en dat heeft alles met diplomagelijkheid en kwaliteit te maken. Het verschil in lengte (in jaren) was tot voor kort geen probleem, maar omdat nu de bekostiging anders geregeld is en de langstudeermaatregel is ingevoerd, gaat het wringen. Daar lag het probleem van de staatssecretaris en zolang hij in jaren denkt en niet in studiepunten blijft dat een probleem. Zijn toekomstplannen gaan wat dat betreft wel de goede kant op omdat ze de hele deeltijdopleiding flexibiliseren.
Blijft de vraag of het nu goed geregeld is voor deeltijdstudenten. Zijn de ‘disproportionele gevolgen’ zoals mijn motie het noemde nu voorkomen? Niet volledig. In formele zin is er rechtsongelijkheid omdat zij geen uitloopjaar hebben en dus eerder een langstudeerboete krijgen opgelegd. Feitelijk wordt dat echter gecompenseerd via het profileringsfonds wanneer het een gevolg is van hun studieprogramma. En ook als ze door persoonlijke omstandigheden vertraging oplopen, kunnen ze een beroep doen op het profileringsfonds. Ik ben dus niet helemaal tevreden, maar in elk geval hebben deeltijdstudenten door het ingrijpen van de Eerste Kamer veel meer kans gekregen om de langstudeerboete te ontlopen en gewoon hun studie af te maken.