Compassie is een keuze - Hoofdinhoud
(Interview in boekje Compassie, uitgave Protestantse Kerk Nederland)
“Ik heb wat met compassie. Het is een oud woord dat op een nieuwe manier waardevol is. Het woord is diepgeworteld in de religie, maar het is zeker niet alleen voor religieuze mensen een belangrijk woord. Het is voor veel mensen wel een ingewikkeld woord, en niet alledaags.
Voor mij heeft het woord compassie drie lagen. De eerste laag is het besef van fundamentele verbondenheid met alles en iedereen: je bent deel van de wereld en jouw keuzes hebben invloed op anderen, en andersom hebben anderen weer invloed op jou. De tweede laag is de bereidheid je te laten raken door de ander, dus in de letterlijke betekenis van het woord: meevoelen met de ander. De derde laag is de vraag of je bereid bent om medeverantwoordelijkheid te willen nemen voor het lot van de ander. Verbondenheid, geraakt worden, verantwoordelijkheid nemen, die drie.
Zelf wil ik daar ook naar leven. Ik wil me niet afsluiten voor het leed van de ander maar geraakt worden door het lot van mensen. Dat betekent ook dat ik iedereen als medemens wil zien. Ik besef heel goed dat ik hiermee iets voorsta dat voor veel mensen cynische reacties oproept. Zij roepen dan: ‘Zo werkt het toch niet, iedereen moet toch voor zichzelf opkomen?’”
Kerk en politiek
“In de politiek wil ik compassie ook een rol laten spelen. De reactie daarop van anderen is vaak: ‘Maar politiek is toch een belangenstrijd?’ Dat zie ik ook, maar dat is nou precies het tekort van de huidige politiek. Het grondbeginsel van de compassie moet richting geven aan politieke afwegingen. Bij alle concrete politieke discussies moet compassie een van de graadmeters zijn. Wat dat betreft zie ik politici een beetje als de dominees die de boodschap van wat het goede leven is zouden moeten uitdragen.
Nu hebben de verschillende politieke stromingen natuurlijk allemaal een andere visie op wat het goede leven is. Mijn boodschap is: het goede leven begint met verbondenheid, geraakt worden, verantwoordelijkheid nemen, de drie grondbeginselen van compassie. In die zin is het publieke debat de moderne preekstoel.
In de kerk kun je die boodschap natuurlijk ook uitdragen. De preek is ook altijd politiek want gaat over de wereld, het leven en alles wat daarbij hoort. Dat is wat anders dan een dominee die zijn gemeenteleden vertelt wat ze moeten stemmen. Maar zowel in de kerk als in de politiek gaat het erom dat je mensen een inspirerend verhaal meegeeft: waar gaan we naartoe met z’n allen?”
Ruimte voor de ander
“Veel kerken zijn heel goed bezig met compassie, maar er zijn ook kerken die meer bezig zijn met de vraag naar de waarheid. Ik vind die vraag ondergeschikt aan de vraag naar compassie. Kerken moeten zich bekommeren om de kwetsbaren en bezig zijn met ruimte scheppen voor de ander. Er zijn ook kerken bezig met uitsluiting, en dat staat haaks op compassie.
In mijn werk als theoloog kan ik de boodschap van compassie ook uitdragen. Zo schreef ik samen met twee studenten het boekje Adam en Evert, over de spanning tussen kerk en homoseksualiteit. Dat boekje heeft geen politieke maar een pastoraal-theologische benadering, maar met dezelfde intentie. Zo hebben kerk en politiek meer raakvlakken, bijvoorbeeld op het thema ‘onderwijs’: hoe gaan orthodoxe scholen om met hun visie op tolerantie en seksualiteit?
Als lid van de Eerste Kamer heb ik ook Defensie in mijn pakket. Daar praten we bijvoorbeeld over hoe we de krijgsmacht in willen zetten: offensief, defensief of humanitair? Mijn keuze is primair humanitair.”
Eigen belang of gedeeld belang
“Een deel van de wereldproblematiek heeft te maken met een structureel gebrek aan compassie. Grote conflicten gaan over eigen belang, niet over gedeeld belang. Het ontbreken van compassie is ook de noemer van veel financiële problemen, zoals de bankencrisis en de eurocrisis. Of je compassie kunt aanleren? Het is een keuze: welke stappen wil ik zetten om iets voor elkaar te krijgen? Wil ik alleen m’n eigen straatje schoonvegen of wil ik dat we er met z’n allen uitkomen?
Het is niet zozeer een zaak van karakter, maar de een zal van nature over meer compassie beschikken dan de ander. Ik geloof trouwens zeker dat je je compassie eigen kunt maken. Het komt echter niet altijd vanzelf. En soms is het makkelijker om je even niet onderdeel van een groter geheel te voelen. En er zijn ook situaties waarin je beseft dat je medeverantwoordelijk bent maar niet in staat wat te doen. Compassie betekent in die zin ook strijd met jezelf.
Ik geloof in de kracht van compassie. Het is voor mij de enige manier om verder te komen. Op korte termijn hebben polarisatie en je hard opstellen misschien meer effect, maar uiteindelijk is dat een doodlopende weg.
Ik geloof er niet in dat er een moment zal komen dat we allemaal voor compassie zijn. Dat is een contrastbeeld: het zou er kunnen zijn, maar het is er niet.”
Voorbeelden
“Mijn grote voorbeeld als het gaat om compassie klinkt misschien cliché, maar dat is Nelson Mandela, met name na zijn gevangenschap, omdat hij zo zonder enige rancune scheidslijnen wist te overbruggen die hem zelf veel gekost hadden. Klassieker voorbeeld is Jezus, en daar liggen ook mijn wortels. Dichter bij huis zijn het onder meer m’n ouders. Ik ben opgegroeid in het besef dat er altijd mensen zijn die het slechter hebben dan jij en dat je daar iets voor moet doen, dat je ruimte voor hen moet maken. Het is dan niet de vraag hóe je dat doet, maar dát je het doet.”