Voorjaarscrises

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De voorbereiding voor de rijksbegroting1 zorgt vaak voor politieke spanningen, zeker als de overheidsuitgaven uit de hand zijn gelopen. Dan komen vragen aan de orde als: hoeveel moet er worden bezuinigd, welke ministeries moeten inleveren en wat zijn de gevolgen voor de koopkracht?

In tijden van economische teruggang of als er tegenvallers op de begroting dreigen, is vaak intensief overleg tussen kabinet en regeringsfracties nodig. De onderhandelingen die in 2012 in het Catshuis plaatsvonden tussen kabinet en VVD2, CDA3 en PVV4 zijn daarvan een goed voorbeeld. Maar ook bijvoorbeeld tijdens de kabinetten-Lubbers III5 en -Balkenende IV6 stond tussentijdse aanpassing van het regeerakkoord op de agenda. Bij die kabinetten ging het (min of meer) goed, maar dat was niet altijd het geval. Het 'voorjaar' bleek nog wel eens gevaarlijk te zijn voor kabinetten.

Twee keer leidde het overleg over de begroting tot een kabinetscrisis en in 1980 trad minister van Financiën al na de eerste besprekingen over (verdere) bezuinigingen af.

 

Crisis

Jaartal

Toelichting

Catshuis­crisis7

2012

Na wekenlang vergaderen achter gesloten deuren bereikten de coalitie toch geen overeenstemming over verdere bezuinigingen

Kabinets­crisis Van Agt II8

1982

PvdA-ministers stelden hun portefeuilles beshikbaar door onenigheid over bezuinigingen en financiering van het werkgelegen­heids­beleid.

Aftreden minister Andriessen9

1980

Minister trad af door meningsverschil met kabinet over het terugdringen van financierings­tekort

Aftreden minister de Wilde en val kabinet-Colijn IV10

1939

Politieke spanningen door financieel-economisch beleid en internationale spanninge leidden tot vertrek De Wilde. Later volgde de val van het kabinet-Colijn IV

 

Meer over

  • begroting11
  • begrotingcyclus12

  • 1. 
    In de Rijksbegroting staan de verwachte verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de rijksoverheid voor het komende jaar. De Rijksbegroting bestaat in feite uit een aantal afzonderlijke begrotingen (begrotingsstaten en toelichtingen), per ministerie en voor specifieke fondsen.
     
  • 2. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 3. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 4. 
    De Partij voor de Vrijheid (PVV) is een populistische partij, met zowel conservatieve, 'rechtse' als 'linkse' standpunten. De PVV is op 22 februari 2006 geregistreerd bij de Kiesraad door Geert Wilders, na zijn vertrek bij de VVD. Hij is sindsdien ook de politiek leider.
     
  • 5. 
    In het derde kabinet-Lubbers werkte het CDA samen met de PvdA. De VVD, coalitiepartner van het CDA in het voorgaande kabinet-Lubbers II, belandde na de verkiezingen van 1989 in de oppositie. CDA-leider Ruud Lubbers werd voor de derde keer premier.
     
  • 6. 
    Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
     
  • 7. 
    Op zaterdag 23 april 2012 kwam het kabinet-Rutte I ten val, nadat de besprekingen in het Catshuis over verdere bezuinigingen waren mislukt. Over de inhoudelijke redenen was strikt genomen niets bekend, omdat wekenlang in beslotenheid was vergaderd. Het leek er op dat de onderhandelaars van VVD, CDA en PVV het eens waren geworden over een bezuinigingspakket van € 14,4 miljard. Dat bleek echter niet het geval.
     
  • 8. 
    Op 12 mei 1982 kwam er een einde aan het acht maanden eerder gevormde tweede kabinet-Van Agt. De directe aanleiding van de kabinetscrisis was onenigheid over het financieel-economisch beleid. De coalitiepartijen wisten geen overeenstemming te bereiken over bezuinigingen en de financiering van het werkgelegenheidsbeleid. De PvdA-ministers stelden daarop hun portefeuilles ter beschikking.
     
  • 9. 
    Op 22 februari 1980 nam Frans Andriessen (CDA) ontslag als minister van Financiën. Hij vond dat het kabinet (Van Agt I) te weinig bezuinigde om zo het financieringstekort van zes procent terug te dringen. Andriessen verwachtte dat de VVD-ministers zijn streven naar verdere ombuigingen zouden steunen, maar ondanks een toezegging van VVD-fractieleider Koos Rietkerk, gebeurde dat niet.
     
  • 10. 
    De periode 1938-1939 werd gekenmerkt door voortdurende politieke spanningen over het te voeren financieel-economische beleid en door toenemende internationale spanningen. Dit leidde in 1939 eerst tot het aftreden van minister De Wilde van Financiën en in 1939 tot de val van het kabinet-Colijn IV. Na een mislukte poging van Colijn om met een minderheidskabinet door te regeren, werd in augustus 1939 een breed samengesteld kabinet gevormd waarin ook (voor het eerst) sociaaldemocraten zitting hadden.
     
  • 11. 
    Een begroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode. Hoe komt de begroting van ons land, de rijksbegroting tot stand? Onderwerpen als de begrotingscyclus, het begrotingsstelsel en het begrotingsbeleid en het budgetrecht van de Tweede Kamer spelen hierbij een rol.
     
  • 12. 
    In de Rijksbegroting staan de verwachte verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de rijksoverheid voor het komende jaar. De Rijksbegroting bestaat in feite uit een aantal afzonderlijke begrotingen, vooral per ministerie. Al deze begrotingen moeten worden voorbereid, uitgevoerd en afgesloten en tenslotte verantwoord.