Vestia: waarom een corporatie redden ten koste van huurders? - Hoofdinhoud
Het debacle rond woningcorporatie Vestia legt bloot hoe, sinds de jaren negentig, het commerciële denken de overhand heeft gekregen in de corporatiewereld. Dat is ten koste gegaan van de kerntaak van de corporaties, namelijk het bouwen en beheren van betaalbare woningen en het inzetten van het geld van de huurders voor het algemeen nut. Het fiasco van Vestia is geen incident, maar een uitwas in een door commercie verziekte sector. Fundamentele veranderingen zijn nodig om de sector van de sociale woningbouw weer gezond te maken.
SP-Kamerlid Sadet Karabulut
In 1995 werden door het eerste Paarse kabinet de woningcorporaties verzelfstandigd. Het kabinet wilde destijds af van de sturende taak van de overheid op het bouwen en beheren van betaalbare woningen voor lagere en middeninkomens. Dit had tot resultaat dat ruim 400.000 naoorlogse sociale huurwoningen zijn gesloopt om (in de meeste gevallen) vervangen te worden door dure koopwoningen. Een van de meest schrijnende gevolgen daarvan is dat de woningnood onder jonge starters nog altijd niet is opgelost.
Heel wat beter is het de corporatiedirecteuren afgegaan. Zij wensten een 'marktconform' salaris te ontvangen en dat is behoorlijk gelukt. Een vijfde van de directeuren verdient fors meer dan de Balkenendenorm, zo blijkt uit een salarislijst van het ministerie. De directeur van woningcorporatie Vestia in Rotterdam, Eric Staal, verdiende het meest: een slordige 450.000 euro. Het lijkt erop dat veel corporaties de wensen van opeenvolgende kabinetten serieus hebben genomen: zij stelden niet hun maatschappelijke taak, maar hun bedrijfseconomische belangen voorop.
Het fiasco van Vestia is geen incident, maar een uitwas in een door commercie verziekte sector. De rekening bij de huurders of de belastingbetaler neerleggen om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag past niet. Want wie kan uitleggen waarom wij een corporatie moeten redden van de ondergang als het geld naar de banken gaat en de rekening weer komt te liggen bij de huurder in het bijzonder en de belastingbetaler in het algemeen? Wie kan uitleggen dat de verantwoordelijk bestuurders zijn gevlogen en meneer Staal naast zijn exorbitante salaris van bijna een half miljoen euro, ook nog een pensioenpremie van 3.5 miljoen heeft meegekregen?
Naast de zorg zien we ook in de sociale volkshuisvesting dat commerciële belangen, topsalarissen en risicovolle acties zich niet laten combineren met de maatschappelijke functies van deze organisaties. We hebben fundamentele veranderingen nodig om de sector van de sociale woningbouw weer gezond te maken. De schade door onverantwoord gedrag van directies bij zeven corporaties is immers opgelopen tot meer dan 300 miljoen euro. Corporaties moeten zich niet langer gedragen als projectontwikkelaars, maar hun maatschappelijke taak op zich namen.
Wat Vestia betreft moeten de falende bestuurders persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor de aangerichte schade. Hetzelfde geldt voor de banken die hen deze heftige financiële producten hebben verkocht. Het is niet uit te leggen dat huurders enorme huurverhogingen tegemoet zien, terwijl meneer Staal met zijn miljoenen in Aruba zit. Gokken met gemeenschapsgeld zoals gebeurd is door Vestia moet voorkomen en verboden worden. Er moeten duidelijke criteria in de wet opgenomen worden om te voorkomen dat achteraf handelingen in strijd met de volkshuisvesting gecorrigeerd moeten worden. Bij twijfel moet de minister vooraf toetsen in plaats van achteraf de puinhopen managen. Bij dit alles hoort een strenger toezicht en een toezichthouder met tanden.
Tot slot moet onderzocht worden of Vestia opgeknipt kan worden in kleinere corporaties. Grootschaligheid leidt te vaak tot grootheidswaanzin, met alle risico’s voor huurders en burgers van dien. Leg daarom de zeggenschap over de (kleinere) corporatie in handen van huurders en gemeenten om de alleenheerschappij voor bestuurders in te perken. Daarmee kan meteen een aanvang worden gemaakt met de democratisering en de reiniging van de corporatiesector.
De Tweede Kamer behandelt binnenkort de woningwet. Partijen die jarenlang voor meer commercie in de sociale woningbouw hebben gepredikt zullen moeten erkennen dat dit voor zowel de huurders, de belastingbetalers en de samenleving als geheel desastreus heeft uitgepakt. De rituele schandedans die verschillende fracties opvoeren na ieder schandaal voldoet niet meer. Laten we gezamenlijk de menselijk maat, de democratische controle en de kerntaken van de sociale volkshuisvesting voorop stellen.
Dit artikel verscheen op 8 maart 2012 op Joop.nl