Helderheid over tipgeld - kamervragen

Met dank overgenomen van P.H. (Pieter) Omtzigt i, gepubliceerd op donderdag 9 februari 2012.

Helderheid over tipgeld

De rechtbank van Arnhem heeft de knuppel in het hoenderhok gegooid. Staatssecretaris Weekers moet in het proces de naam vermelden van de informant met de CD met geheime bankgegevens. De gevolgen van deze uitspraak kunnen verreikend zijn

De CDA fractie vindt dat tipgevers beschermd moeten zijn en dat de overheid duidelijke regels moet stellen wanneer je tipgeld wel en wanneer je tipgeld niet kunt gebruiken. Daarom willen we inzicht in hoe is omgegaan met tipgeld bij de belastingen. Onderstaande vragen heb ik al op 1 februari gesteld, nog voordat de belastingrechter uitspraak deed.

Nu de uitspraak er ligt, heb ik woensdag in de plenaire zaal gevraagd om een brief over de gevolgen van de uitspraak. Die moeten staatssecretaris Weekers en staatssecretaris Teeven binnen een week naar de Kamer sturen.

2012Z01698

Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën over het betalen van toon- en tipgeld (ingezonden 1 februari 2012)

  • 1. 
    Herinnert u zich nog de brief(1), waarin uw ambtsvoorganger beleid uiteen gezet heeft over de toon- en tipgeldregeling?
  • 2. 
    Klopt het dat de rechter heeft bepaald dat in individuele gevallen de overeenkomst van de staat met de tipgever openbaar gemaakt dient te worden(2)?
  • 3. 
    Hoe vaak is er sinds het schrijven van die brief, toon- en tipgeld betaald door het Ministerie van Financiën, cq de Belastingdienst? Kunt u voor elk van de gevallen het bedrag vermelden en een algemene beschrijving geven van de zaak, alsmede de achterliggende overeenkomsten, zo nodig geanonimiseerd? Kunt u voor elk van de gevallen aangeven wat de (procentuele) relatie is met de opbrengsten/voordelen voor de staat?
  • 4. 
    Waren de ontvangers van toon- en tipgeld zelf onderwerp van strafrechtelijk of fiscaal onderzoek? Zo ja, is aan de betrokkenen gehele of gedeeltelijke immuniteit verleend?
  • 5. 
    Wat is het beleid van het Ministerie van Financiën voor het betalen van toon- en tipgeld in de situatie dat de tipgever directe schade ondervindt door het geven van de tip?
  • 6. 
    Kunt u aangeven of er ambtelijke instructies zijn aan medewerkers van Justitie en de Belastingdienst om tipgevers al dan niet te wijzen op de vigerende toon- en tipgeldregeling? Zijn er instructies hoe ze daar vervolgens mee dienen om te gaan?
  • 7. 
    Zo ja, kunt u deze instructies naar de Kamer sturen? Zo nee, bent u bereid deze op korte termijn te laten opstellen, zodat alle medewerkers van Justitie en de Belastingdienst in gelijke gevallen op dezelfde manier te werk gaan? Wilt u deze instructies dan, eventueel vertrouwelijk, naar de Kamer sturen?
  • 8. 
    Onder welk artikel van de rijksbegroting vallen de toon- en tipgelden die worden uitbetaald?
  • 9. 
    Op de website van het OM staat: “Er is nog een aantal situaties waarin Justitie geld beschikbaar stelt om de opsporing en vervolging van ernstige strafbare feiten mogelijk te maken en te vergemakkelijken... Die zijn vastgelegd in de Regeling Bijzondere Opsporingsgelden van de minister van Justitie.” (http://www.om.nl/onderwerpen/item_147969/@121377/tipgeld_en_andere/). Kunt u de geldende regeling en regelgeving aan de Kamer doen toekomen?

(1) Brief van de Staatssecretaris van Financiën 2 februari 2010, Kamerstukken II 2009-2010, 31 066, nr. 85.

(2) Rechtbank Arnhem 22 maart 2011, nr. AWB 11/322 en 11/324, LJN BP8580, V-N 2011/26.18.5.