MKB ondernemers moeten makkelijker overheidsopdrachten verwerven en overheden dienen te besparen met professioneler inkoopbeleid

Met dank overgenomen van A.J. (Ad) Koppejan i, gepubliceerd op woensdag 1 februari 2012.

CDA doet een aantal concrete voorstellen bij behandeling nieuwe Aanbestedingswet.

Het CDA vindt dat het voor ondernemers makkelijker gemaakt moet worden om in te schrijven op aanbestedingen van de overheid. Met name MKB-bedrijven dienen meer kansen te krijgen op het verwerven van overheidsopdrachten.

De administratieve lasten voor ondernemers en aanbestedende overheidsdiensten dienen met de nieuwe Aanbestedingswet, te worden verminderd. Dat beoogt deze wet ook maar het is nergens vastgelegd. Daarom heb ik een amendement ingediend met een algemene bepaling dat partijen op grond van deze wet zorg dienen te dragen voor een zo groot mogelijke beperking van de administratieve lasten.

Daarnaast heb ik tijdens het debat met minister Verhagen over de nieuwe Aanbestedingswet gepleit voor een professioneel en gecoördineerd inkoopbeleid van de overheid. De overheid koopt jaarlijks voor ongeveer 120 miljard in (aanbesteden). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het inkopen van goederen en materiaal voor gemeenten en diverse overheidsdiensten als de politie, brandweer, de verschillende ministeries en het parlement. Maar ook het aanleggen van wegen en andere infrastructuur vallen hieronder. Hier kunnen best besparingen gerealiseerd worden wanneer er binnen de hele overheid meer kennis met elkaar gedeeld wordt op het gebied van professioneel aanbesteden. Daar hebben ondernemers ook voordeel van. Voorbeelden in andere landen laten zien dat hiermee belangrijke besparingen zijn te realiseren. In Groot-Britannië zijn in 9 maanden tijd besparingen gerealiseerd van ongeveer 4,3 miljard euro. In Nederland moet dit ook mogelijk zijn. Volgens berekening van de OESO wordt door de Nederlandse publieke sector, jaarlijks tenminste 120 miljard euro uitgegeven aan goederen en diensten. Als je hier besparingen op weet te realiseren van 5 à 10%, en volgens de beroepsvereniging van inkopers in Nederland(NEVI) is dit mogelijk, dan is dat een flink bedrag. Ik heb daarom minister Verhagen gevraagd om voor het zomerreces van 2012 te rapporteren hoe via gerichter beleid en een meer professionele inkoop, substantiële overheidsbesparingen zijn te realiseren. De uitkomsten dienen betrokken te worden bij het opstellen van de overheidsbegrotingen voor 2013. In tijden van crises is het goed om eerst te kijken naar besparingen op de eigen inkoop. Besparen is immers leuker dan bezuinigen! De voorstellen kunnen rekenen op steun van een meerderheid in de Tweede Kamer.

Zie hieronder de volledige e tekst van mijn inbreng bij de behandeling van de Aanbestedingswet.

Voorzitter,

Een bijzonder moment, de behandeling van de nieuwe Aanbestedingswet, ook voor mij persoonlijk. Want ik heb in een vorig leven, toen ik nog ondernemer was, heel wat afgezien met het inschrijven op overheidsopdrachten. Wat was dat vaak een papieren rompslomp. En bij elke nieuwe aanbesteding moest je alle gegevens weer helemaal opnieuw aandragen.

Bij een inschrijving op een Europese aanbesteding, moet je toch al gauw denken aan het maken van kosten ter grootte van de aanschaf van een kleine auto. Dat is best veel geld als je niet van te voren weet of je de opdracht ook daadwerkelijk binnenhaalt.

En als MKB-ondernemer moet je ook nog vaak opboksen tegen de grote jongens die voor dit type aanbestedingen beschikken over gespecialiseerde afdelingen.

Bij het lezen van de aanbestedingen kwam het regelmatig voor dat je geconfronteerd werd met disproportionele omzet en ervaringseisen. Of waren er zoveel opdrachten geclusterd tot een mega opdracht, dat je bij voorbaat als MKB-ondernemer geen enkele kans maakte.

Voorzitter, het leidde er toe dat ik in die jaren uit pure wanhoop maar eens een mail stuurde naar het destijds verantwoordelijke CDA Tweede Kamerlid, Jan ten Hoope. Kan dit niet anders?

En ja, vele jaren later mag ik hier zelf staan om een nieuwe Aanbestedingswet te behandelen waarin het straks echt anders kan. Maar voor we zover zijn hebben we natuurlijk als Kamerleden nog wel enkele wensen.

Over de grote lijn zijn wij als CDA zeer ingenomen met dit wetsvoorstel.

Een wet waarin de beginselen van aanbestedingsrecht, zoals non-discriminatie, gelijkheid, transparantie en proportionaliteit, goed zijn vastgelegd. Bij de totstandkoming van deze nieuwe wet heeft de minister goed geluisterd naar de wensen en adviezen vanuit het bedrijfsleven. Daarmee ligt hier ook een wet die het aanbesteden voor alle partijen, overheden en bedrijfsleven, beter werkbaar maakt. Samen met de introductie van TenderNet, het nieuwe digitale marktplein voor aanbesteding voor de overheid, zal het aanbesteden en inschrijven op aanbestedingen, de komende tijd een stuk prettiger worden. Wij verwachten dan ook veel positieve effecten van deze nieuwe aanbestedingswet.

Deze wet heeft wat het CDA betreft 2 belangrijke doelstellingen. Enerzijds moet het voor aanbestedende partijen en bedrijven, het proces vergemakkelijken van aanbesteden en het inschrijven daarop. Anderzijds dient deze wet te bevorderen dat bij een overheidsaanbesteding, met de beperkte overheidsmiddelen, maximaal maatschappelijke waarde wordt gecreëerd voor de samenleving. Kortom de beste prijs-kwaliteitsverhouding voor het geen met het belastinggeld van de burger, door de overheid wordt ingekocht. Op dit laatste zal ik later in mijn betoog nog uitgebreid ingaan.

Eerst het terugdringen van de administratieve lasten.

Dit wetsvoorstel beoogt in combinatie met het digitale marktplein TenderNet, het terugdringen van administratieve lasten en daarmee ook van kosten voor bedrijven en aanbestedende diensten van overheden. De verplichting om de administratieve lasten zo veel mogelijk te beperken wordt als beginsel in de wet gecodificeerd. Het is daarmee wel een abstract doel van de aanbestedingswet, maar het verminderen van administratieve lasten is daarmee nog geen vastgelegde verplichting voor aanbestedende diensten of inschrijvende partijen. Daarmee kunnen er toch nog steeds ongewenste praktijken blijven voortbestaan. Een aantal voorbeelden:

Aanbestedende diensten mogen vragen om referenties. Dat kan heel zinvol zijn. In het voorstel van wet staan beperkingen opgenomen over hoeveel en welke referenties ze mogen vragen. Maar er staat niets over hoe die referenties gevraagd mogen worden. Dat betekent dat aanbestedende diensten bij wijze van spreken mogen vragen om handgeschreven en door een notaris gewaarmerkte verslagen en verklaringen van x pagina’s per project. Dat is voor inschrijvers enorm veel werk en brengt hoge kosten met zich mee.

Een ander voorbeeld; inschrijvers mogen vragen stellen tijdens een aanbestedingsprocedure. Maar wat als zij 1500 vragen stellen (het komt voor)? Dat kost een aanbestedende dienst vele weken en heel veel geld om ze te beantwoorden.

Wij willen misstanden zoals genoemd in deze voorbeelden, in de toekomst voorkomen. Niet door weer met meer regeltjes te komen, maar met een amendement met een algemene bepaling dat partijen op grond van deze wet zorg dragen voor een zo groot mogelijke beperking van de administratieve lasten.

In het verlengde van onze opmerkingen over terugdringen van administratieve lasten vinden wij het ook van groot belang dat het beginsel van proportionaliteit ook daadwerkelijk wordt toegepast in alle fasen van het aanbestedingsproces. Voor met name MKB-bedrijven is dit van belang om een eerlijke kans op overheidsopdrachten te maken. De Gids Proportionaliteit, vinden wij in dat kader een heel goed en praktisch werkstuk dat in goed overleg tussen de verschillende belanghebbende partijen tot stand is gekomen. Voorkomen moet worden dat deze gids bij veel aanbestedende diensten ongebruikt in een lade verdwijnt. We staan daarom ook sympathiek tegenover het amendement van collega’s Schouten en Ziengs om de Gids Proportionaliteit als wettelijk richtsnoer aan te wijzen waar slechts gemotiveerd van afgeweken kan worden.

Ook het clusteren van overheidsopdrachten tot mega grote opdrachten, kan een reden zijn waarom MKB-bedrijven geen gelijke kans maken op het binnenhalen van overheidsopdrachten. Ik heb deze problematiek reeds in 2007 aan de orde gesteld middels een aangenomen motie tijdens de begrotingsbehandeling van Verkeer & Waterstaat. Daarin werd uitgesproken om zeer terughoudend te zijn met het in één bestek onderbrengen van zeer uiteenlopende werkzaamheden. En waar mogelijk omvang van de werkzaamheden per bestek zodanig te bepalen dat ook kleinere en middelgrote bedrijven op de werkzaamheden kunnen inschrijven. Het is daarom goed dat in de Gids proportionaliteit, hier uitgebreid aandacht wordt besteed. En het is van belang dat dit een wettelijke verankering krijgt door het amendement van Schouten en Ziengs.

Ik kom dan bij onze laatste punt; met goed aanbesteden kan de overheid, maximaal maatschappelijke waarde creëren voor de samenleving. Maatschappelijke waarde kan niet altijd in Euro’s worden uitgedrukt. Eerder hebben mijn CDA collega’s Koopmans en Van Hijum middels een motie, de rijksoverheid opgeroepen om bij hun aanbestedingen ook te kijken naar het criterium van “social return”. Zoals het inzetten van medewerkers die een grotere afstand hebben tot de arbeidsmarkt.

Maar met maximaal maatschappelijke waarde creëren voor de samenleving bedoel ik hier ook maximaal waar voor je belastinggeld krijgen. Ik sluit daarbij aan bij het voorstel van de collega’s Ziengs en Leegte die in hun amendement spreken over economisch meest voordelige inschrijving waarbij ook gekeken wordt naar de gebruiksfase van een product en naar duurzaamheid. Nu in tijden van terugdringen van overheidsschulden, begrotingstekorten en noodzakelijke bezuinigingen, een zeer actueel thema. En voorzitter, besparen is altijd nog leuker dan bezuinigen.

Hoewel het ongetwijfeld het doel is van iedere overheidsaanbesteding, namelijk zoveel mogelijk waar voor je geld krijgen in de vorm van de beste prijs/kwaliteit verhouding, ontbreekt dit nog als expliciet omschreven doel in de wet. Daarom stellen we per amendement voor om het creëren van zoveel mogelijk maatschappelijke waarde voor de uitgave van publieke middelen, als doel in de wet op te nemen.

Voorbeelden in andere landen laten zien dat met gericht overheidsbeleid op het gebied van aanbestedingen, belangrijke besparingen zijn te realiseren. In de praktijk zien wij grote verschillen tussen overheidsorganisaties en de mate van professionaliteit in hun aanbestedingen. Met name gemeenten krijgen steeds meer wettelijke taken toebedeeld. Eerst in het kader van de WMO en straks ook een deel van de AWBZ-zorg. Hoe worden de gemeenten straks optimaal toegerust om de verschillende uitvoeringstaken, zoals de huishoudelijke hulp, zo goed mogelijk aan te besteden?

Wij vragen ons af of er niet veel winst te boeken is wanneer er binnen de gehele overheid meer kennis gedeeld wordt op het gebied van professioneel aanbestedingsbeleid. En als de minister dat met ons eens is, welke mogelijkheden ziet hij dan om deze professionaliteit te verhogen? Bijvoorbeeld via een centraal kenniscentrum waar overheden terecht zouden kunnen. We hebben al een expertisecentrum als PIANOo? Hoe kan dit nog beter benut worden? Nu weet ik dat dit het terrein is van de minister van Binnenlandse Zaken, maar toch graag ook een reactie van deze minister.

Volgens berekening van de OESO wordt door de Nederlandse publieke sector, jaarlijks tenminste € 120 miljard uitgegeven aan goederen en diensten. Als je hier besparingen op weet te realiseren van 5 a 10%, en volgens de beroepsvereniging van inkopers in Nederland(NEVI) is dit mogelijk, dan spreek je over groot geld.

Zo is onlangs in Engeland met gericht beleid in slechts 9 maanden tijd, 3,75 miljard pond (4,31 miljard Euro) bespaart.

Voorzitter, dan moet het toch ook in Nederland nog mogelijk zijn om in een jaar tijd vele honderden miljoenen euro’s te besparen met een professioneel en meer gecoördineerd inkoopbeleid. Dat gaat echter niet vanzelf. Dat vraagt ook van de Nederlandse overheid gericht beleid en regie. Met regie bedoelen wij dat er op dit moment niemand binnen de Nederlandse overheid zich bezig houdt met het overkoepelende beleid op inkoopgebied. Hoe anders is dat in Engeland waar de verantwoordelijkheid voor de overheidsinkopen belegd is bij een cabinet minister (Francis Maude) en de vormgeving van het beleid ligt bij het Cabinet Office (vgl. het ministerie van Algemene Zaken). Ook in landen als Italië (Consip) en Portugal(ANCP) wordt meer regie gevoerd op totale overheidsinkopen.

Forse doelstellingen op het gebied van besparingen, samen met eveneens forse doelstellingen op het gebied van MKB aandeel en duurzaamheid, maken dat het bedrijfsleven daar wordt uitgedaagd om met innovatieve en kosten efficiënte oplossingen te komen.

De Nederlandse overheid zou kunnen leren van deze buitenlandse ervaringen.

Daarom willen we de minister verzoeken om de mogelijkheden van extra besparingen via meer regie, en professionelere inkoop, op korte termijn nader te onderzoeken. Waarbij ook nadrukkelijk gekeken wordt wat wij kunnen leren van andere landen. Wij zouden daar dan als Kamer voor het zomerreces van 2012 over geïnformeerd willen worden. Dan kan met gericht beleid, reeds in 2013 besparingen gerealiseerd worden. Graag een reactie van de minister.

Tenslotte voorzitter, mocht ik na het Kamerlidmaatschap weer ondernemer worden, dan hoop ik samen met al die vele andere ondernemers die ons land kent, nog veel profijt te hebben van deze nieuwe Aanbestedingswet.