Dagboek Pakistan

Met dank overgenomen van P.H. (Pieter) Omtzigt i, gepubliceerd op maandag 23 januari 2012.

Dagboek Pakistan

In de tweede week van januari heb ik op uitnodiging van Kerk in Nood, een Katholieke organisatie, die opkomt voor vervolgde Christenen, een bezoek gebracht aan Pakistan.

De afgelopen jaren heb ik me hard gemaakt voor de positie van Christenen, waar ze als minderheid in de knel komen. Dat leidde tot Kamervragen over Egypte kerken in brand, moorden in Irak en landonteigening in Turkije. En in de Raad van Europa leidde het tot een resolutie, die tot stand kwam ondanks heftige weerstand van lidstaat Turkije: het is niet zo normaal dat landen elkaar de maat nemen.

Pakistan is hard op weg te worden de grootste moslimstaat van de wereld te worden. Het heeft verschillende militaire staatsgrepen gehad sinds haar onafhankelijkheid in 1948, een paar oorlogen met buurman en aartsvijand India en bezit net als India nucleaire wapens (de nucleaire kennis komt deels uit Nederland).

Het land komt soms voor op landen die tegen 'failed state' aanzitten en ligt naast het nog niet functionerende Afghanistan.

Op de ranglijst van Christenvervolging is het net met stip de top-10 binnengekomen. De kleine minderheid (ongeveer 1,5% van de bevolking) lijdt onder de blasfemiewetten. Op ontheiliging van de Koran staat levenslang, op belediging van de profeet de doodstraf. Internationaal beroemd is de casus van Asia Bibi, een moeder van vijf, die anderhalf jaar geleden ter dood veroordeeld is op een getuigenis van dorpsgenoten.

Dinsdag

Na een heel korte nacht in het vliegtuig wacht de chauffeur van de bisschop op ons op het vliegveld. Een korte rit door Lahore volgt. Politie en leger zijn overal aanwezig: we passeren een aantal roadblocks op weg naar onze bestemming. We komen aan op het bisschoppelijk paleis waar bisschop Sebastian Shaw ons zeer hartelijk ontvangt.

Het gebouw ziet er beschadigd uit: scheuren in de dragende muur. Een bomaanslag om het naastgelegen gebouw van de veiligheidsdiensten in 2008 blijkt de oorzaak te zijn: drie mensen, onder wie de dochter van de chauffeur kwamen om op de compound. Vele anderen elders. Het is het begin van veel sporen van geweld, die we tegenkomen, sommigen gericht tegen de Christelijke gemeenschap, maar velen tegen iedereen.

Het programma duurt maar vier dagen, dus ondanks het feit dat Joris van Voorst tot Voorst, directeur van Kerk in Nood, op wiens uitnodiging ik deze reis maak, en ik niet geslapen hebben, beginnen we snel.

De eerste dag hebben we gesprekken met politieke leiders: uit het regionale parlement, het nationale parlement de regionale en nationale regeringen. Politici komen naar ons toe en verzoeken ons met klem zaken vertrouwelijk te bespreken. Die vraag alleen al baart mij grote zorgen. Als politici niet meer vrijuit durven zeggen wat zij vinden van het beleid, dan is het publieke debat, de democratie en het land ver weggezakt.

Maar ik begrijp het wel: zo is minister Shabaz Bhatti vermoord door extremisten. Hij was minister van minderheden en sprak zich uit tegen de blasfemiewetten en de doodstraf. Sindsdien is er geen minister meer voor minderheden, maar van nationale harmonie, een Orwelliaanse term in de Pakistaanse samenleving.

Vanuit de hoek van de minderheden (die beschermde zetels hebben in het parlement en een vertegenwoordiger in elke regering) hoor ik zorgen rondom de achtergestelde positie van Christenen, die in Pakistan vaak veel slechter geschoold zijn en daardoor achtergesteld. De vele Katholieke scholen hebben soms vooral leerlingen uit de de Moslimmeerderheid. Dat is misschien goed voor het onderlinge vertrouwen en de samenwerking, maar helpt niet echt bij het opheffen van achtergestelde positie.

Ik breng de blasfemiewetten ter sprake. Op belediging van de profeet staat in Pakistan de doodstraf. Een getuigenverklaring van een persoon volstaat. Er zijn sterke aanwijzingen dat een vete tussen twee personen vaak de aanleiding is om zo'n getuigenverklaring af te leggen en iemand ter dood te laten veroordelen. Meer dan duizend mensen zijn beschuldigd en de casus van Asia Bibi is beroemd: zij zit al jaren in een dodencel op een flinterdunne, waarschijnlijk valse aanklacht. Het hoger beroep wordt maar niet behandeld.

De ene politicus pleit voor duidelijkheid en een snelle uitspraak, de ander voor voorzichtigheid vanwege het politieke klimaat.

In hun achterhoofd hebben zij zowel Bhatti als gouveneur Taseer van de Punjaab, deprovincie waarin we ons bevinden. Beiden pleitten voor hervormingen en ook Taseer is vermoord. Zijn moordenaar, een van zijn bodyguards is opgepakt. In de rechtbank werd hij bij binnenkomst met rozenbladeren bestrooid door het publiek: hij is zowaar een nationale held en het zal de rechters zwaar vallen hem te veroordelen in dit klimaat, want ook rechters worden vermoord.

Akram neemt afscheid en vertrekt: in zijn escorte tel ik zeker tien zwaar bewapende bewakers, die de hele tijd om de compound hebben rondgehangen.

Een paar politici komen met ongeveer 10 bewapende bewakers per persoon. Echt fijn zal het allemaal niet aanvoelen.

In de middag bezoeken wij Catholic TV, net opgezet naast de meer dan 20 Islamitische televisiezenders. Zeven werknemers en de meer dan 200 vrijwilligers die aanwezig zijn, laten hun werk zien: catechese via televisie, maar ook een aantal reportages over mensenrechten: de zaak van Asia Bibi bijvoorbeeld en een aantal vergelijkbare zaken en een 12 jarig meisje dat als hulp in de huishouding in Pakistan is doodgeslagen door haar huisbaas. Deze zaak veroorzaakt wel een forse discussie in Pakistan over mensenrechten.

Woensdag

Na een lange nacht voel ik me als herboren. 's Morgens vertrekken we eerst naar het lokale law college. We spreken met twee docenten.

Zij benadrukken de uitvoering van wetten. Hoewel veel wetten wel deugen, mankeert het volstrekt aan de uitvoering. En de druk van een radicaal deel van de samenleving is hoog. Een aantal keren zijn rechters vermoord die een onpopulaire uitspraak deden.

In de collegezaal houdt Joris een inleiding over Nederland, terwijl ik een inleiding houd over het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, dat elke burger de mogelijkheid geeft om naar Straatsburg te gaan. In het EVRM leg ik de nadruk op godsdienstvrijheid, inclusief afvalligheid.

De LLM-studenten stellen felle en politieke vragen: waarom heeft het Westen zulke dubbele standaarden? Waarom wordt Israël niet tot de orde geroepen over de muur en valt het Westen India niet aan? Verder een statement dat vrouwen pas echt goed beschermd worden in Islam. Elders worden vrouwen en kinderen levend verbrand. Aan het eind worden de aanwezige vrouwelijke studenten uitgenodigd om ook een vraag te stellen: die gaat over de bescherming van minderheden in Nederland en welke vrijheden zij hebben.

Ik word uitgenodigd om een vraag te stellen en vraag dus wat zij zelf van de blasfemiewetten vinden en waarom er de doodstraf opstaat. Wederom redelijk felle reacties. De docent vertelt dat er recent een hervorming geweest is waardoor er slechts een rechtszaak komt als een senior politieagent het verhaal geloofwaardig vindt. Het stelt me niet echt gerust.

Bij de heerlijke lunch, die in het kantoor door een militair wordt opgediend, komen de politieke spanningen wat duidelijker ter sprake, tussen High Court (wiens voorzitter populair is omdat hij onder de laatste militaire dictatuur zijn rug recht hield), het leger en de politiek. Een heel hoge pet lijkt men niet op te hebben van politiek.

's Middags gooien we ons programma om en gaan we naar Garhi Shahu in het centrum van Lahore waar bulldozers de dag ervoor vier gebouwen van de Lahore Charitable Organization vernietigd hebben. Er was een conflict tussen de provincie Punjaab,die claimt dat het land van haar was, en de organisatie, die het stuk land in 1887 gekocht heeft en het sindsdien gebruikt heeft, onder andere voor de opvang van mensen. Er stond ook een kapel.

Op de plek staat een aantal Christenen en een filmploeg van het lokale TV station C42, die ons filmt. Een vrouw, die ter plekke woont, vertelt dat ze daar al meer dan 25 jaar werkte en woonde, recentelijk ook als gepensioneerde. Al haar bezittingen liggen onder de puinhopen. Ook liggen bijvoorbeeld de bijbels en andere zake in de kapel nog gewoon onder het puin.

Minstens 20 politieagenten staan bij de site en het is niet duidelijk wat erbij te kijken.

Laat op de middag komen we bij een Madrassa aan ,die meedoet met interreligieuze dialoog. De omstandigheden zijn redelijk primitief: we ontmoeten een twintigtal jonge jongens, een Iman met twee zonen en een Engelse zakenman die op en neer gaat tussen Derby, Saoedi Arabië en Pakistan en hier helpt. We krijgen een uitleg over scholing die zij geven aan vrouwen (bv. naaien), computerles, meisjes en jongens en een lang verhaal over de noodzaak tot tolerantie en hoe islam die tolerantie heeft. Aan het eind zingen een aantal jongens, die door hun familie op het platteland hiernaartoe gestuurd worden, een aantal verzen uit de Koran.

Aan het eind van dag gaan we naar Johannabad. Deze wijk is opgezet door Belgische missionarissen voor armere Christelijke families. Net als heel Lahore heeft ook deze wijk te lijden onder de rolling black outs van elektriciteit, net wanneer wij er binnenkomen. De wijk doet armoedig en levendig aan.

Wij worden ontvangen door de priester aldaar in zijn parochiehuis. Hij heeft een batterij of generator voor een lamp en zijn aquaria. Op bezoek komt de weduwe van Youssef en twee van hun dochters. Youssef werd een aantal jaren geleden valselijk beschuldigd onder de blasfemiewetten. In de maanden in gevangenis, voordat hij werd vrijgesproken werd hij hard behandeld en ontwikkelden problemen aan de nieren waaraan hij later overleed. Sindsdien kan de familie niet langer in hun eigen dorp wonen en zijn zij door de kerk ondergebracht in Johannabad. De weduwe heeft een baan bij een Islamitische familie in de huishouding en moet ook hier haar geschiedenis geheim houden. De kinderen gaan naar school, al lijken zij hun originele beroepskeuze, verpleegkundige, te herzien.

Na een korte rondleiding in de lokale kerk en in de wijk keren we terug.

De bisschop heeft alle priesters van het bisdom bij elkaar geroepen om te zien welke actie gepast is na de verwoesting van de gebouwen. De elektriciteit is weer eens uitgevallen. Na overleg wordt een gebedsdienst georganiseerd op het terrein aankomende maandag. Alle priesters zullen proberen 200 mensen uit hun eigen parochie mee te nemen (father Dorris stelt dat voor: van zijn tv station herinneren we ons nog een grote groep vrijwilligers en hij fluistert dat het voor hem ook gemakkelijk is).

Donderdagmorgen ontmoeten we een delegatie van de Justice en Peace committee, father Emmanuel Youssaf Mani, Peter Jacobs en Sonya. Zij komen naar de bisschop toe. Zij geven ons hun " Human Rights Monitor 2011", waarin alle issues waar minderheden onder lijden heel duidelijk aan bod komen. Zij benadrukken duidelijk de wenselijkheid van een democratische regering die met al haar tekortkomingen een stuk beter is dan een nieuwe legercoupe en vragen ook expliciet dat te steunen.

Een aantal punten die ter sprake komen:

  • 1. 
    De blasfemiewetten: zij hebben een uitputtend overzicht van de meer dan 1000 aanklachten. Ongeveer 15% is tegen Christenen gericht. Dus ook veel moslims worden het slachtoffers, vooral omdat je blasfemie gemakkelijk in een vete kunt gebruiken. wel wijzen zijn, net als anderen erop dat blasfemie veel grotere gevolgen heeft voor Christenen, die na een aanklacht moeten vluchten, wat er ook gebeurt.
  • 2. 
    Schoolboeken: deze zijn Islamitisch in alle opzichten
  • 3. 
    Toelatingsexamens voor de universiteit. Je kunt 20 extra punten verdienen met kennis van de verzen van de Koran. Dit betekent dat Christelijke kandidaten gewoon het examen niet halen en feitelijk uitgesloten worden.
  • 4. 
    Het kiesstelsel: zij zijn tevreden dat hun verzoek een aantal jaren geleden om de aparte kiesstelsels af te schaffen gehonoreerd is en dat de leden die de 10 (van de 342) minderheidszetels bezetten, functioneren binnen de politieke partijen.
  • 5. 
    Zij wijzen erop dat landjepik veel voorkomt
  • 6. 
    Bij de ramp kregen Christenen geen id kaart voor getroffenen. Dit betekent dat zij op geen enkele wijze toegang hadden tot de hulp die Pakistan (met hulp van de internationale gemeenschap) bood.

Aan het begin van de middag hebben we eindelijk een ontmoeting met father Ashrif, die geduldig twee dagen gewacht heeft. Hij laat zijn jeugdwerk in het bisdom ziet en neemt ons mee naar zijn St. Anthony school in een Christelijke wijk. Deze school is in 1980 gesticht door een Belgische pater en kan duidelijk groot onderhoud gebruiken: ook voor Pakistaanse standaarden is het meubilair totaal verouderd. De kinderen van een viertal klassen, die op ons gewacht hebben, lezen ons een stuk voor uit het Engelse boeken. Wanneer wij die doorbladeren, zien we wat Justice and Peace bedoelde met schoolboeken. Alleen de Engelse boeken begrijpen we (al lijkt het dat de profeet volgens het wiskundeboek ook speciale gave had) en hoofdstuk 1 gaat in een geval over de profeet, die uitgedaagd door een Jood, heel kalm en netjes bleef. Later in de reis krijgen we die drie boeken ook mee.

Door een landruil heeft hij naast de school nu een plek om een kerk te bouwen. We worden daarop hartelijk ontvangen door zijn catechist en een familie voor een lunch.

Tegen zonsondergang zijn we na een klein uur rijden bij Waga border, waar Pakistan en India dagelijks de vlag strijken. Een Pakistaanse menigte en een nog grotere Indiase menigte juichen hun eigen kant toe onder fors ceremonieel vertoon. Deze dagelijkse gebeurtenis doet me beseffen hoe diep de gevoelens aan deze grens liggen.

Op de terugweg herinnert Ashrif zich dat hij beloofd had de mis te vieren bij zusters, die een huis runnen voor meisjes met polio. Onder gegiechel vertellen zij na de mis dat polio nu vrijwel niet meer voorkomt en dat de meisjes door de therapie en de opleiding gewoon meedraaien in de samenleving.

's Avonds laat komen we terug en is een lid van het provinciale parlement aanwezig. Helaas spreek ik haar niet echt, omdat ik na wat heen en weer bellen erin slaag om de vragen over de landzaak in te dienen. Dat heeft enige haast omdat op dat moment de EO en later de NCRV een toelichting willen.

Vrijdag vertrekken we vroeg naar Faisallabad, het bisdom van Joseph Coutts, een welbespraakte bisschop.

Aangekomen bezoeken we een steenfabriek. Een aantal families (Christelijk en Islamitisch) leeft hier in een situatie van horigheid. Door leningen zijn zij totaal gebonden aan de eigenaar. De opbrengst van het werk is zo laag dat de hele familie meewerkt bij het maken van de stenen. De techniek zal de afgelopen 2000 jaar nog niet veel veranderd zijn. De grote armoede treft ons evenals de uitzichtloze situatie.

De klei wordt met de hand in een mal gedaan waarna de steen te drogen gelegd wordt in de zon. Nu met 15 graden en droog weer, maar in de zomer bij meer dan 40 graden loodzwaar werk. Zij drinken water uit het vervuilde kanaal en ziektes als TB komen dus ook voor.

' s Middags volgt een lange ontmoeting met een Islamitische mensenrechtenadvocaat die met zijn zachte toon grote indruk maakt. Hij legt de vinger op een aantal zere plekken en legt de geschiedenis van de blasfemiewetten uit en dan met name de toevoeging van artikel 295B (ontheiliging van de Koran. straf levenslang) en 295C (belediging van de profeet, levenslang of doodstraf). Bijna alle zaken eindigen in vrijspraak bij een hogere rechtbank, maar dan is er al heel veel leed geschied. In een bepaald opzicht hebben mensen die beschuldigd worden van moord het een stuk gemakkelijker. Want mensen verliezen vrienden en familie en worden in de gevangenis ook extra slecht behandeld.

Hij is niet optimistisch over zijn land, dat ten prooi valt aan extremistische krachten.

Bisschop Coutts heeft een zeer prettig voorkomen: met hem komen eigenlijk nog veel van de issues aan bod die we eerder besproken hebben. Hij vertelt over de geschiedenis over de drie vijanden van Pakistan: VS, Israel en India. de angst in Pakistan over de toenadering tussen India en Afghanistan, de situatie in Balugistan.

Veel te laat vertrekken we, zodat we pas heel laat terug zijn in Lahore. Bij het diner bij de zusters spreken we over de demonstratie en vertelt bisschop Sebastian dat de staat al andere grond heeft aangeboden. Kennelijk voelen ze nattigheid. Zij houden echter vast aan rechtszaken.

Zaterdagmorgen vroeg vertrekken we naar het vliegveld.