Nieuwjaarsartikel '2012: Europa Anders' - Hoofdinhoud
De Europese is het afgelopen jaar in een vertrouwenscrisis gekomen. Té grote schulden in de EU-lidstaten hebben tot ingrepen geleid. Tekorten in de nationale begrotingen zullen leiden tot automatische sancties; toezicht vooraf moet voorkomen dat we opnieuw uit de bocht vliegen. Maar er is méér dan de onzekerheden op de financiële markten. Mondiaal gezien wordt Europa kleiner. Na de Tweede Wereldoorlog woonde nog één op de vijf wereldbewoners hier. Nu is dat één op de tien. Door de vergrijzing gaat dat naar één op de veertien. Kortom, hoe we het wenden of keren, onze rol in het mondiale spel verandert snel. De globalisering dwingt ons ertoe nieuwe troefkaarten op tafel te leggen.
Een slimmer Europa
Inmiddels zijn de onderhandelingen over de Europese begroting gestart. Het gaat daarbij om de nationale afdrachten aan Europa en de toekomstige uitgaven. Van het EU-budget komt veertig procent beschikbaar voor onderzoeks- en innovatiefondsen voor overheden, instellingen en bedrijven. Meestal betaalt Europa de helft, de rest moeten anderen op tafel leggen. Terwijl het geld voorheen aan van alles en nog wat werd besteed, worden nu sterke beperkingen gesteld. Bij de projecten in de regio’s en op het platteland moet de toegevoegde waarde voor het Europees herstel aantoonbaar zijn. Het voorstel uit Brussel: 80 procent naar innovatie, 20 procent naar de opwekking van duurzame energie. Bovendien zal een groter aandeel van de gelden bij kleine en middelgrote bedrijven terecht komen. Zij zorgen immers voor het overgrote deel van de banengroei.
Daarnaast wordt de nadruk gelegd op samenwerking over de grenzen heen. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen kunnen door slimme samenwerking hun positie versterken. We bouwen de Airbus in Toulouse, een Europees project waaraan Nederlandse bedrijven zoals Stork een essentiële bijdrage leveren. Dit geldt ook voor het satellietnavigatie programma Galileo, waarmee Europa een nieuwe generatie technologie en GPS diensten mogelijk maakt. Kortom: samenspelen in Europa levert voor wakkere Nederlandse spelers grote voordelen op. Deze samenwerking houdt Europa nu en in de komende decennia in de wereldwijde kopgroep van bedrijven en kennisinstellingen.
Meer met minder
Het ziet er naar uit dat de EU begroting een omvang houdt van ongeveer 1 procent van de gezamenlijke Europese nationale economieën. Het is vooral zaak deze gelden anders uit te geven. Dit kan door af te stappen van de traditionele enveloppen met subsidie. In de plaats daarvan gaat Europa meer werken met garantstellingen en leningen. Met deze mogelijkheid is al ervaring opgedaan. Zo hebben bedrijven in Eindhoven 200 miljoen aan garanties gekregen via de Europese Investeringsbank voor baanbrekende apparatuur voor de toediening van medicijnen. Omdat Europa tot 2020 nu garant staat voor de ontwikkeling van deze unieke behandelmethode zijn banken deze keer wel bereid gelden beschikbaar te stellen. Gevolg: tal van Europese bedrijven krijgen in een gure financiële markt mogelijkheden om wereldwijd als nummer één uit de bus te komen. Het belang zit erin dat hiermee de Europese fondsen beter renderen en bovenal kennis en kunde in onze regio blijft. De landen komen voor de EU fondsen in aanmerking als een contract wordt afgesloten met Brussel. Weg met de vrijblijvendheid waarbij de ene hand niet weet wat de andere hand uitgeeft voor onderzoek en innovatie.
Meer Brainports
In het boek 'Investeren in de Regio', dat ik op 13 januari in Den Haag zal presenteren ga ik samen met verschillende experts in op het nieuwe regionale beleid en de nieuwe besteding van de bijbehorende fondsen. De nieuw ingezette koers heet 'EU 2020'. Het gaat steeds om drie doelen: de EU tot het jaar 2020 slimmer en duurzamer maken en daarmee voor nieuwe banen te zorgen. We zien dat slimme regio’s al op deze wijze opereren. Brainport Eindhoven geldt hier als voorbeeld. De partners in Brainport weten wat er elders in Europa al gebeurt en waar hun kansen liggen. Brussel vraagt alle landen en hun regio’s en steden om zich te specialiseren. Niet langer geld versnipperen, maar inzetten op slimme regio’s. Met twintig zelfbewuste en samenwerkende Brainports in Europa krijgen we de weg naar boven te pakken, zo redeneert men in Brussel. In Nederland kunnen we overigens uitstekend uit de voeten met 'EU 2020'. Den Haag ontwikkelt al voorstellen voor topsectoren van kennis en industrie. We hebben Europese topspelers genoeg: van food tot nanotechnologie, van bio based economy tot life sciences. Van Greenport tot Blueport, om in het Europese jargon te spreken. Mijn verwachting is dan ook dat dit nieuwe Europese beleid zal gaan functioneren als een katalysator voor de Europese en Nederlandse economie. Dat wij meer mensen weer aan het werk gaan krijgen. Niets minder is mijn streven voor 2012.
Lambert van Nistelrooij, Europarlementariër CDA