De financiële crisis is voornamelijk een morele crisis - Hoofdinhoud
NRC, 23 november, column door Ad Koppejan
“Deze crisis is de ergste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog.” De voormalige president van de Europese Centrale Bank, Jean-Claude Trichet, gebruikte tijdens zijn laatste toespraak tot het Europese Parlement, grote woorden. Afgaande op de laatste ontwikkelingen rond de Europese schuldencrisis, een krimpende economie en stijgende werkloosheidscijfers, lijkt het geen woord te veel. Vooral omdat het echte probleem veel dieper zit.
De financieel-economische crisis staat niet op zichzelf. In combinatie met een schuldencrisis worden we geconfronteerd met een energiecrisis, een grondstoffencrisis, een klimaatcrisis en een voedselcrisis. Al deze crisissen zijn te herleiden tot één gemeenschappelijke oorzaak: menselijk falen. Kortzichtig en egoïstisch menselijk handelen dat vooral gericht is op korte termijn eigengewin. Of het nu gaat om de bonussen voor bankiers of de roofbouw die gepleegd wordt op de schaarse natuur en grondstoffen.
Maar het is te makkelijk om alleen met het vingertje te wijzen naar toplieden binnen bankwereld en bedrijfsleven. Ook wij als burgers hebben in de afgelopen decennia meer uitgegeven dan verantwoord was. Hoe vaak staan we niet rood voor een tweede of derde vakantie, hebben we een extra lening afgesloten voor die nieuwe auto of dat tweede huis? De schulden van de huishoudens in Nederland zijn in de afgelopen 20 jaar explosief gestegen van 111 miljard naar 755 miljard in 2010. Door de hoge private schulden verwachten analisten dat een economische recessie Nederland extra hard zal raken.
Behalve bedrijven en burgers heeft ook de overheid boven haar stand geleefd. De Nederlandse staatsschuld(niet geconsolideerd) steeg van 223 miljard in 1990 naar 433 miljard in 2010.
Hoe heeft het zover kunnen komen?
In de eerste plaats hebben wij te veel vertrouwd op vrije marktwerking in combinatie met de liberale ideologie die er van uitgaat dat een ‘onzichtbare hand’ ervoor zorgt dat alles goed komt. Dat gaat terug op de veronderstelling - of is het een geloof? - dat mensen die handelen uit eigenbelang, uiteindelijk het algemeen belang dienen. Maar de praktijk laat steeds weer het tegendeel zien. Te vaak gaat het ten koste van natuur, klimaat, grondstoffen- en voedselvoorraad.
Na de ‘liberale’ jaren zien we vandaag een vrije markt die tegen haar eigen grenzen aanloopt met alle gevolgen van dien. Het meest bizarre is wel dat uiteindelijk de overheid de problemen van de vrije financiële markt moest zien op te lossen om de banken van de ondergang te redden.
Het marktvirus, het denken in vraag en aanbod heeft ook de politiek besmet. Wij, politici, zijn kiezers steeds meer als consumenten gaan zien, als klanten met wensen die vervuld moesten worden. Het heeft er toe geleid dat opiniepeilingen, kiezersonderzoeken, koopkrachtplaatjes en inkomenseffecten steeds bepalender werden. Bepalender dan de eigen liberale, sociaaldemocratische of christendemocratische maatschappijvisie. De traditionele politieke partijen als VVD, PvdA en CDA zijn steeds meer op elkaar gaan lijken. De verkiezingsstrijd gaat steeds meer om de gunst van dezelfde middeninkomens, diezelfde ‘hardwerkende Nederlander’, of ze nu Henk en Ingrid heetten of Jan Modaal. Onder onze handen ontstond een overheid die zoveel mogelijk tegemoet wilde komen aan de consumptieve wensen van de burger. Met als gevolg dat wij nu te maken hebben met allerlei perverse prikkels in ons belastingsysteem die schulden maken stimuleren (vennootschapsbelasting, hypotheekrente aftrek) en sparen en het opbouwen van eigen vermogen afstraffen (belastingen en vermogenstoetsen).
Deze crisis is daarom vooral een morele crisis. Het roer moet om. Niet het eigenbelang en consumptieve behoeften, maar gedeelde waarden moeten weer leidmotief worden voor ons handelen.
In het bedrijfsleven lijkt men dat als eerste te begrijpen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid worden naast winst, omzet en marktaandeel, steeds meer geaccepteerde bedrijfsdoelen. Ook bij burgers en consumenten groeit het besef dat niet alleen prijs belangrijk is maar ook de vraag hoe een product tot stand is gekomen.
Nu de politici nog. Durven ook zij zich weer te laten leiden door waarden en idealen en zich te onderscheiden met een eigen mens- en maatschappijvisie?