Mauro

Met dank overgenomen van A.J. (Ad) Koppejan i, gepubliceerd op zaterdag 5 november 2011.

E-mail bericht verstuurd naar allen die gereageerd hebben op uitkomsten van het debat over Mauro

Beste mensen,

U heeft mij onlangs een mail gestuurd over Mauro. Ik heb veel reacties ontvangen op de gebeurtenissen van de afgelopen week. Dinsdag is er in de Tweede Kamer gestemd over een aantal moties die betrekking hadden op het toekennen van een permanente verblijfsstatus voor Mauro. U hebt laten weten zeer teleurgesteld te zijn over de uitkomst van deze stemmingen in het algemeen en de opstelling van mij en de CDA-fractie in het bijzonder.

Ik vind dat u recht heeft op een persoonlijke toelichting van mijn kant.

Ik heb altijd het standpunt uitgedragen dat Mauro moet kunnen blijven en niet uitgezet mag worden naar Angola. Hij moet zijn leven bij zijn pleegouders en pleegbroertje kunnen voortzetten. Dat moet linksom of rechtsom geregeld worden, eventueel met gebruik van een studievisum. De hele CDA-fractie is van mening dat Mauro moet kunnen blijven. Mijn Limburgse collega’s Raymond Knops en Ger Koopmans zetten zich hier al tijden voor in. Samen met collega’s uit andere partijen hebben ze achtereenvolgende ministers en staatssecretarissen gevraagd om gebruik te maken van hun discretionaire bevoegdheid. Zonder resultaat. De bewindslieden Hirsch Ballin (CDA), Albayrak (PvdA) en Leers (CDA) meenden dat zij op inhoudelijke gronden niet aan het verzoek konden voldoen. Ook de hoogste rechter; de Raad van State, oordeelde in Mauro’s nadeel.

Toch vonden wij als CDA-fractie dat Mauro de kans moest krijgen om bij zijn pleegouders in Nederland te blijven wonen. Een studievisum leek nog de meest haalbare optie. Maar - en daar werd het schrijnend - die zou hij dan wel waarschijnlijk vanuit Angola moeten aanvragen. Dat vond ik onaanvaardbaar. Er waren vanuit de Kamer zo veel verwachtingen gewekt dat we hem uitzetting niet moesten willen aandoen. Samen met Kathleen Ferrier besloot ik vorige week mij niet bij deze onverhoopte uitkomst neer te leggen.

Afgelopen zaterdag heeft het CDA Partijcongres een resolutie aangenomen waarin een oproep is gedaan aan onze fractie en de minister om te werken aan een humaan beleid ten aanzien van de groep van jonge alleenstaande minderjarige vreemdelingen. In de tussentijd heeft de UAF(stichting voor vluchteling studenten) voor goede randvoorwaarden gezorgd voor zo’n studievisum door het aanbieden van actieve ondersteuning, inclusief een studiebeurs.

Dinsdag bleek mogelijk wat donderdag nog ondenkbaar leek: Mauro kan in Nederland blijven. Wordt niet uitgezet naar Angola om vandaar een studievisum aan te vragen. Hij mag nu dit visum in Nederland aanvragen. Minister Leers moet in die procedure snel een besluit nemen. Daarmee zijn er goede kansen geschapen dat Mauro in Nederland kan blijven wonen. Dat is, ondanks alle schrille geluiden uit de oppositiebanken, winst. Direct na het fractieberaad dinsdagochtend zei ik spontaan -maar wel uit de grond van m’n hart. ‘Hier staat een gelukkig christen-democraat’. Ik kijk echter met grote teleurstelling terug op wat er later die dag gebeurde. De oppositie wilde de motie, om Mauro in Nederland zijn verzoek voor een studievisum af te laten wachten, niet meer in stemming brengen. De andere moties van de oppositie vonden wij geen goede oplossing en kregen geen meerderheid. De uitkomst van de stemmingen was voor iedereen onbevredigend, maar voor Mauro wel in het bijzonder.

Ik betreur het zeer dat het beeld nu wordt gecreëerd alsof de twee moties die wel door de oppositie in stemming zijn gebracht, dé moties zijn die beslissen of Mauro mag blijven of niet. Wij zullen er als CDA Tweede Kamerfractie op toezien dat de minister onze oproep uitvoert om Mauro middels een studievisum een kans te geven om in Nederland te blijven en daarmee zijn leven met zijn pleegouders en pleegbroertje voort te zetten.

In navolging van de oproep van het CDA partijcongres dienen wij er samen met de minister er voor te zorgen dat de regelgeving voor alle minderjarige, alleenstaande, vluchtelingen, wordt aangepast. Zodat in de toekomst zaken als die van Mauro niet meer hoeven voor te komen. Ook zou de minister weer meer ruimte moeten krijgen om van zijn discretionaire bevoegdheid gebruik te maken.

De zaak van Mauro was wel één van de moeilijkste kwesties die ik in de afgelopen jaren als Tweede Kamerlid heb meegemaakt. Mijn persoonlijke terugblik kunt u ook nog nalezen in de column die ik voor de NRC heb geschreven.

Ik hoop dat ik u hiermee voldoende geïnformeerd heb.

Met vriendelijke groet,

Ad Koppejan

Lid van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

voor het CDA

Plein 2

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

T 070 3182587

E a.koppejan«»tweedekamer.nl

Twitter: @adkoppejan

W www.adkoppejan.nl