Brief regering; Stand van zaken met betrekking tot schaliegas en gasopslag Bergermeer - Mijnbouw - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 32849 - Mijnbouw.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Mijnbouw; Brief regering; Stand van zaken met betrekking tot schaliegas en gasopslag Bergermeer |
---|---|
Documentdatum | 21-10-2011 |
Publicatiedatum | 21-10-2011 |
Nummer | KST328492 |
Kenmerk | 32849, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2011–2012
32 849
Mijnbouw
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2011
Naar aanleiding van uw procedurevergadering op 11 oktober jl. heeft u
mij verzocht om uw Kamer ten behoeve van het Algemeen Overleg
Mijnbouw op 27 oktober a.s. nader te informeren over schaliegas en de gasopslag Bergermeer. Hierbij heeft u nog specifiek de volgende vragen geformuleerd:
– Hoe staat het met het onderzoek naar de risico’s op aardbevingen voor de twee locaties van Cuadrilla? – Wat is uw reactie op de vijf extra eisen die door Brabant Water geformuleerd zijn ten aanzien van boringen naar schaliegas? – Bent u van plan om nog andere vergunningen voor proefboringen te verstrekken? Zo ja, welke? Zo ja, bent u bereid het besluit hierover op te schorten tot na het Algemeen Overleg Mijnbouw op 27 oktober
2011?
Stand van zaken schaliegas
Ik heb u met betrekking tot schaliegas met mijn brieven van 8 juni en 20 juni jl. (Kamerstuk 28 982, nrs. 123 en 124) geïnformeerd over de stand van zaken. Nadien heb ik van de leden Van der Werf (CDA) en Van Tongeren (GL) nadere vragen ontvangen over dit onderwerp. Ik zal er zorg voor dragen dat de antwoorden op deze vragen voor het Algemeen Overleg Mijnbouw in uw bezit zijn.
In mijn brief van 8 juni heb ik aangegeven dat ik het van belang acht dat alle relevante en actuele inzichten meegenomen worden in het veiligheiden gezondheidsdocument en het boorprogramma, die Cuadrilla moet overleggen aan Staatstoezicht op de Mijnen. Hierbij heb ik aangegeven dat ik eerst het onderzoek afwacht naar de oorzaak van de bevingen in het Verenigd Koninkrijk tijdens het boren en fraccen van schaliegas.
Deze rapportage heb ik nog niet ontvangen, maar heb wel begrepen dat het onderzoek nagenoeg is afgerond en deze week met de overheid in het
Verenigd Koninkrijk wordt besproken. Ik verwacht dat ik kort daarna op de hoogte wordt gesteld van de uitkomsten. Ik zal uw Kamer dan direct informeren.
Naar aanleiding van de vijf extra eisen, die door Brabant Water zijn geformuleerd, heb ik contact gehad met Cuadrilla. Cuadrilla heeft aangegeven dat zij verwacht te kunnen voldoen aan de door Brabant Water geuite wensen met betrekking tot de uitvoering van de proefbo-ringen. Begin november bespreken Brabant Water en Cuadrilla de technische details van het verzoek.
Er zijn recent inderdaad nieuwe opsporingsvergunningen aangevraagd met als doel het verkennen van de mogelijkheid om schaliegas te ontwikkelen. De opsporingsvergunningen zijn deels in concurrentie aangevraagd door Cuadrilla, Hutton Energy en Gallic Energy en beslaan delen van Brabant en Limburg en, voor een beperkt gebied, ook de provincie Zeeland. De gehele procedure (inclusief externe adviezen) om tot een besluit te komen met betrekking tot deze vergunningen, beslaat 6 maanden tot een jaar. Dit betekent dat ik op korte termijn hierover geen besluit zal nemen.
Stand van zaken gasopslag Bergermeer
In de aanloop naar de definitieve besluiten voor gasopslag Bergermeer hebben ik en mijn ambtsvoorganger diverse keren met u van gedachten gewisseld over dit onderwerp. In mijn laatste debat met u op 18 mei 2011 steunde een grote meerderheid van uw Kamer mij ten aanzien van de gasopslag Bergermeer. Sinds 1 juli 2011 (Kamerstuk 28 982, nr. 122) zijn de besluiten voor de gasopslag Bergermeer definitief, evenals de uitvoeringsbesluiten van gemeenten en Provincie.
Op 8 augustus 2011 heeft Afdeling Bestuursrechtspraak in een voorlopige uitspraak de besluiten geschorst. Dit betekent dat het uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden pas kan starten nadat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure. De Raad van State heeft aangegeven dat deze tijdelijke schorsing van de besluiten de leveringszekerheid van gas in Nederland op korte termijn niet ernstig in gevaar brengt. De Raad van State wil, omwille van de complexiteit van het dossier, eerst alle stukken zorgvuldig kunnen bestuderen om te komen tot een uitspraak in de bodemprocedure begin 2012. Het hele dossier is de komende periode onder de rechter.
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen