Kaderbesluit 2008/977 - Bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad van 27 november 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzakenofficiële Engelstalige titel
Council Framework Decision 2008/977/JHA of 27 November 2008 on the protection of personal data processed in the framework of police and judicial cooperation in criminal mattersRechtsinstrument | Kaderbesluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Kaderbesluit 2008/977 |
Origineel voorstel | COM(2005)475 |
Celex-nummer i | 32008F0977 |
Document | 27-11-2008 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 30-12-2008; Special edition in Croatian: Chapter 16 Volume 002,OJ L 350, 30.12.2008 |
Inwerkingtreding | 19-01-2009; in werking datum publicatie + 20 zie art 30 |
Einde geldigheid | 05-05-2018; opgeheven door 32016L0680 |
30.12.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 350/60 |
KADERBESLUIT 2008/977/JBZ VAN DE RAAD
van 27 november 2008
over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name op artikel 30, artikel 31 en artikel 34, lid 2, onder b),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld de Unie als een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in stand te houden en te ontwikkelen; gezamenlijk optreden van de lidstaten op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken moet tot een hoog niveau van veiligheid leiden. |
(2) |
Gezamenlijk optreden op het gebied van politiële samenwerking in de zin van artikel 30, lid 1, onder b), van het Verdrag betreffende de Europese Unie en gezamenlijk optreden inzake justitiële samenwerking in strafzaken in de zin van artikel 31, lid 1, onder a), van het Verdrag betreffende de Europese Unie, brengt met zich dat relevante informatie moet worden verwerkt, waarop passende voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens van toepassing moeten zijn. |
(3) |
De regelgeving in het kader van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie moet de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken bevorderen, en ervoor zorgen dat zij doeltreffend en rechtmatig is en strookt met de grondrechten, met name met het recht op bescherming van het privéleven en van persoonsgegevens. Gemeenschappelijke normen voor de verwerking en bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt om criminaliteit te voorkomen en te bestrijden, kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van beide doelen. |
(4) |
In het Haags programma betreffende de versterking van vrijheid, veiligheid en recht in de Europese Unie, dat de Europese Raad op 4 november 2004 heeft aangenomen, wordt erop gewezen dat een innoverende benadering van de grensoverschrijdende uitwisseling van rechtshandhavingsinformatie nodig is, waarbij strak de hand moet worden gehouden aan de basisvoorwaarden op het gebied van gegevensbescherming, en wordt de Commissie verzocht uiterlijk eind 2005 voorstellen op dit gebied in te dienen. Dit is terug te vinden in het Actieplan van de Raad en de Commissie ter uitvoering van het Haags programma voor de versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in de Europese Unie (2). |
(5) |
De uitwisseling van persoonsgegevens in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken moet, zeker indien deze uitwisseling gebaseerd is op het beschikbaarheidsbeginsel zoals neergelegd in het Haags programma, steunen op duidelijke regels die leiden tot wederzijds vertrouwen tussen de bevoegde autoriteiten en die de zekerheid bieden dat de gegevens zodanig worden beschermd dat iedere discriminatie met betrekking tot de samenwerking tussen de lidstaten is uitgesloten, terwijl de individuele grondrechten toch volledig worden geëerbiedigd. De bestaande regelgeving op Europees niveau is ontoereikend. Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3), is niet van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van een activiteit die buiten de werkingssfeer van het Gemeenschapsrecht valt, zoals de activiteiten in het kader van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en zeker niet op de verwerking van gegevens in verband met openbare veiligheid, defensie, de staatsveiligheid en de activiteiten van de staat op strafrechtelijk gebied. |
(6) |
Het... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.