Kaderbesluit 2008/947 - Toepassing van het beginsel van de onderlinge erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Kaderbesluit 2008/947/JBZ van de Raad van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffenofficiële Engelstalige titel
Council Framework Decision 2008/947/JHA of 27 November 2008 on the application of the principle of mutual recognition to judgments and probation decisions with a view to the supervision of probation measures and alternative sanctionsRechtsinstrument | Kaderbesluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Kaderbesluit 2008/947 |
Origineel voorstel | JAI(2007)4 |
Celex-nummer i | 32008F0947 |
Document | 27-11-2008 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 16-12-2008; Special edition in Croatian: Chapter 19 Volume 016,OJ L 337, 16.12.2008 |
Inwerkingtreding | 16-12-2008; in werking datum publicatie zie art 27 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Omzetting | 06-12-2011; ten laatste zie art. 25 |
16.12.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 337/102 |
KADERBESLUIT 2008/947/JBZ VAN DE RAAD
van 27 november 2008
inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 31, lid 1, onder a) en c), en artikel 34, lid 2, onder b),
Gezien het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europese Unie stelt zich ten doel een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen. Daartoe is vereist dat alle lidstaten in wezen dezelfde opvatting hebben van vrijheid, veiligheid en recht, die stoelt op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en rechtsstatelijkheid. |
(2) |
De politiële en justitiële samenwerking in de Europese Unie moet alle burgers een hoge mate van veiligheid bieden. Een van de hoekstenen hiervan is het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen, dat in de conclusies van de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 is vastgelegd en is bekrachtigd in het Haags Programma ter versterking van vrijheid, veiligheid en recht in de Europese Unie van 4 en 5 november 2004 (3). In het programma van maatregelen van 29 november 2000, aangenomen om uitvoering te geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning van strafrechtelijke vonnissen, heeft de Raad zich uitgesproken voor samenwerking op het gebied van voorwaardelijke straffen en voorwaardelijke invrijheidsstelling. |
(3) |
Kaderbesluit 2008/909/JBZ van de Raad van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafvonnissen waarbij vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen zijn opgelegd, met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie (4), betreft de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen. Er is behoefte aan verdere gemeenschappelijke voorschriften, met name voor het geval waarin toezicht op proeftijdvoorwaarden of alternatieve straffen is opgelegd jegens personen die hun vaste en wettige verblijfplaats niet in de beslissingsstaat hebben. |
(4) |
Het Verdrag van de Raad van Europa van 30 november 1964 inzake het toezicht op voorwaardelijk veroordeelden of voorwaardelijk in vrijheid gestelden is door slechts twaalf lidstaten, soms met talrijke voorbehouden, bekrachtigd. Dit kaderbesluit is een effectiever instrument, omdat het op het beginsel van wederzijdse erkenning berust en alle lidstaten eraan deelnemen. |
(5) |
Dit kaderbesluit eerbiedigt de grondrechten en voldoet aan de beginselen die zijn erkend in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en zijn weergegeven in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name in hoofdstuk VI. Niets in dit kaderbesluit staat eraan in de weg dat de erkenning van een vonnis en/of het toezicht op een proeftijdvoorwaarde of alternatieve straf kan worden geweigerd, indien er objectieve redenen bestaan om aan te nemen dat de proeftijdvoorwaarde of alternatieve straf is opgelegd om de betrokkene te bestraffen op grond van zijn geslacht, ras, godsdienst, etnische afstamming, nationaliteit, taal, politieke overtuiging of seksuele geaardheid, of dat de positie van die persoon op een van deze gronden kan worden aangetast. |
(6) |
Dit kaderbesluit laat de toepassing door de lidstaten van hun grondwettelijke bepalingen betreffende een eerlijke rechtsgang, vrijheid van vereniging, vrijheid van drukpers, vrijheid van meningsuiting in andere media en de vrijheid... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.