Verordening 2007/1370 - Openbaar personenvervoer per spoor en over de weg
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raadofficiële Engelstalige titel
Regulation (EC) No 1370/2007 of the European Parliament and of the Council of 23 October 2007 on public passenger transport services by rail and by road and repealing Council Regulations (EEC) Nos 1191/69 and 1107/70Rechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2007/1370 |
Origineel voorstel | COM(2000)7 ![]() ![]() |
Celex-nummer69 | 32007R1370 |
Document | 23-10-2007 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 03-12-2007; OJ L 315, 3.12.2007,Special edition in Croatian: Chapter 07 Volume 013 |
Inwerkingtreding | 03-12-2009; in werking zie art 12 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
3.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 315/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1370/2007 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 23 oktober 2007
betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 71 en 89,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 16 van het Verdrag wordt gewezen op de plaats die de diensten van algemeen economisch belang in de gemeenschappelijke waarden van de Unie innemen. |
(2) |
Krachtens artikel 86, lid 2, van het Verdrag vallen de ondernemingen belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang onder de regels van het Verdrag, met name onder de mededingingsregels, voor zover de toepassing van die regels de vervulling in feite of in rechte van de hun toevertrouwde bijzondere taken niet verhindert. |
(3) |
Artikel 73 van het Verdrag vormt een lex specialis ten opzichte van artikel 86, lid 2. Het bevat een aantal bepalingen betreffende de compensaties voor openbaredienstverplichtingen in het vervoer over land. |
(4) |
De belangrijkste doelstellingen van het witboek van de Commissie „Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen” van 12 september 2001 zijn: veilige, efficiënte en hoogwaardige personenvervoersdiensten verzekeren, door gecontroleerde mededinging, waardoor openbaar personenvervoer tevens doelmatig en doorzichtig wordt, rekening houdend met sociale factoren, milieu en factoren van regionale ontwikkeling, het aanbieden van bepaalde tariefvoordelen aan sommige categorieën van gebruikers, zoals gepensioneerden, en het wegnemen van ongelijkheden tussen vervoersondernemingen uit verschillende lidstaten die tot aanzienlijke concurrentievervalsingen kunnen leiden. |
(5) |
Vele voor het algemeen economisch belang noodzakelijke personenvervoersdiensten over land kunnen momenteel niet op commerciële basis worden geëxploiteerd. De bevoegde instanties in de lidstaten moeten maatregelen kunnen nemen om dergelijke dienstverlening te verzekeren. De mechanismen waarvan de bevoegde instanties gebruik kunnen maken om de verlening van openbare personenvervoersdiensten te waarborgen, omvatten: verlening van exclusieve rechten aan exploitanten van openbare diensten, toekenning van financiële compensatie aan exploitanten van openbare diensten en vaststelling van voor alle exploitanten geldende algemene regels voor de exploitatie van openbaar vervoer. Indien lidstaten in overeenstemming met deze verordening besluiten om bepaalde algemene regels van de werkingssfeer ervan uit te sluiten, dient de algemene regeling voor overheidssteun te gelden. |
(6) |
Veel lidstaten hebben wetgeving vastgesteld die voor ten minste een deel van hun openbaarvervoersmarkt voorziet in de verlening van exclusieve rechten en in de gunning van openbaredienstcontracten op basis van openbare, transparante en eerlijke gunningsprocedures. Als gevolg daarvan heeft het handelsverkeer tussen de lidstaten zich flink ontwikkeld, en verzorgen een aantal exploitanten van openbare diensten nu openbaar personenvervoer in meer dan één lidstaat. De evolutie van de nationale wetgevingen heeft evenwel geleid tot verschillen in de procedures en tot rechtsonzekerheid met betrekking tot de rechten van de exploitanten van openbare diensten en de plichten van de bevoegde instanties. In Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad van 26 juni 1969 betreffende het optreden van de lidstaten ten... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de geconsolideerde versie, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.
- 1.Verordening (EEG) nr. 1191/69 (PB 156 van 28.6.69).
- 2.Verordening (EEG) nr. 1893/91 (PB 169 van 29.6.91).
- 3.Richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 209 van 24-7-92blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/52/EG; Richtlijn 93/38/EEG van de Raad van 14 juni 1993 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 199 van 9-8-93, pagina 84), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/4/EG.
- 4.Zie de conclusie van advocaat-generaal Farrelly in de zaak C-324/98, Telaustria Verlags GmbH en Telefonadress GmbH v Post
- 5.Richtlijn 91/440/EEG en Verordening 12/98/EEG.
- 6.Verordening (EG) 11/98.
- 7.Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Nederland, Portugal, Spanje, Zweden, VK.
- 8.Duitsland, Portugal, Zweden, VK.
- 9.Gegevens over 2000 uit International Union of Public Transport (UITP). Gegevens over 1998 uit Major European players in public transport - new developments in the European Union, 1997', UITP-EuroTeam, 1998.
- 10.'Improved Structure and Organisation for urban Transport Operations of Passengers in Europe', eindrapport 1997.
- 11.Voorbeelden gehaald van Frankrijk en de Scandinavische landen.
- 12.Busdiensten in het VK, uitgezonderd loden en Noord-Ierland.
- 13.Denemarken, Finland, Frankrijk, Portugal, Spanje en Zweden.
- 14.Oostenrijk, België, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg en Nederland.
- 15.Verenigd Koninkrijk.
- 16.'A review of the second year of bus deregulation', WJ Tyson, 1989; 'Bus deregulation- the metropolitan experience', Transport Studies Unit, University of Oxford, 1990; 'Bus deregulation- 5 years on', WJ Tyson, 1992.
- 17.Exclusieve rechten kunnen ook worden verleend om de commerciële levensvatbaarheid van bepaalde soorten diensten te garanderen. Exploitanten verzorgen soms het voor- en natransport als zij daardoor meer winst kunnen maken dankzij het feit dat zij de reizigers daarmee naar de hoofdverbindingen brengen waarvoor zij zelf het exclusieve exploitatierecht bezitten. Evenzo investeren exploitanten soms in de ontginning van nieuwe markten als zij er zeker van zijn dat zij, in ieder geval voor enige tijd, zelf de vruchten ervan kunnen plukken zodra die nieuwe markt tot wasdom is gekomen. Exclusieve rechten kunnen dergelijke diensten de bescherming bieden die nodig is om te floreren, omdat het streven van de exploitant gericht is op de verdediging van zijn commerciële belangen. Tenslotte maken exclusieve rechten het mogelijk de winst van bepaalde diensten te gebruiken voor kruissubsidiëring van andere, verliesgevende diensten. Dit zal evenwel alleen gebeuren als de voorwaarden waaronder de exclusieve rechten worden verleend, dit voorschrijven. Het gebruik van winst voor deze vorm van kruissubsidiëring dient niet het commerciële belang van de exploitant, ongeacht of deze al dan niet over exclusieve rechten beschikt.
- 18.Wanneer een maatregel de handel tussen de lidstaten kan beïnvloeden, kan deze binnen de werkingssfeer van de mededingingsbepalingen van het Verdrag vallen, in het bijzonder de artikelen 81, 82, 86 en 87.
- 19.Artikel 86, lid 2, van het Verdrag staat enkel een ontheffing van de bepalingen van het mededingingsrecht van de Gemeenschap, en dus de verlening van exclusieve rechten toe, wanneer deze bepalingen de vervulling, in feite of in rechte, van de aan een onderneming toevertrouwde bijzondere taak verhindert. De arresten van de het Hof in de zaak La Poste (zaak 39/94, Syndicat français de l'Express international (SFEI) en anderen tegen La Poste en anderen, Jurispr. 1996, blz. 3547: punt 178) en de zaak Corbeau (zaak 320/91, Strafzaak tegen Paul Corbeau, Jurispr. 1993, blz. 2533) maken duidelijk dat het bij deze 'bijzondere taak' om openbare-dienstverplichtingen gaat. Indien openbare-dienstverplichtingen slechts globaal of in het geheel niet gedefinieerd worden, houdt de bewering dat het mededingingsrecht van de Gemeenschap de vervulling ervan in de weg staat, geen steek. Deze visie wordt bevestigd door het arrest van het Hof in de zaak Ahmed Saeed (zaak 66/86 Ahmed Saeed Flugreisen en Silver Line Reisebüro GmbH tegen Zentrale zur Bekämpfung Unlauteren Wettbewerbs e.v., Jurispr. 1989, blz. 803), waarin staat (punt 56) dat "de werking van de mededingingsregels echter slechts dan overeenkomstig artikel 90, lid 2,
- 20.'Examination of Community law relating to the public service obligations and contracts in the field of inland passenger transport', bij de Europese Commissie ingediend door NEA Transport research and training, 1998.
- 21.A4-0289/96, 1 oktober 1996.
- 22.CvdR 436/98 def., 11 maart 1999.
- 23.ESC 324/99 van 24 maart 1999.
- 24.In haar commentaar op de NEA studie heeft de Europese spoorwegengemeenschap zich op het standpunt gesteld dat de kwestie van de mededinging moest worden overgelaten aan de afzonderlijke lidstaten. De Internationale Wegvervoerorganisatie (IRU) heeft zich, net als de meeste, maar niet alle leden van de Internationale Unie van het Openbaar Vervoer (UITP) uitgesproken voor passende maatregelen van de Gemeenschap. Deze opvatting werd gedeeld door Eurocities, Car Free Cities en het POLIS-netwerk van lokale en regionale overheden.
- 25.PB C ... van..., blz. ..
- 26.PB C ... van..., blz. ..
- 27.PB C ... van..., blz. ..
- 28.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 156 van 28-6-69,blz. 1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) 1893/91, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 169 van 29-6-91, pagina 1.
- 29.'Improved structure and organisation for urban transport operations of passengers in Europe' Isotope consortium, CEC, 1998; Examination of Community law relating to the public service obligations and contracts in the field of inland passenger transport, door NEA Transportonderzoek en -opleiding ingediend bij de Europese Commissie, 1998.
- 30.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 209 van 24-7-92, pagina 1, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/52/EG (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 328 van 28-11-1997, pagina 1).
- 34.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 130 van 15-6-1970, pagina 1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 543/97 (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 84 van 26-3-1997, pagina 6).
- 35.Verordening (EEG) nr. 1191/69 (PB 156 van 28.6.69).
- 36.Verordening (EEG) nr. 1893/91 (PB 169 van 29.6.91).
- 37.Richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 209 van 24-7-92blz.
1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/52/EG; Richtlijn 93/38/EEG van de Raad van 14 juni 1993 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 199 van 9-8-93, pagina 84), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/4/EG.
- 38.Zie de conclusie van advocaat-generaal Farrelly in de zaak C-324/98, Telaustria Verlags GmbH en Telefonadress GmbH v Post
- 39.Richtlijn 91/440/EEG en Verordening 12/98/EEG.
- 40.Verordening (EG) 11/98.
- 41.Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Nederland, Portugal, Spanje, Zweden, VK.
- 42.Duitsland, Portugal, Zweden, VK.
- 43.Gegevens over 2000 uit International Union of Public Transport (UITP). Gegevens over 1998 uit Major European players in public transport - new developments in the European Union, 1997', UITP-EuroTeam, 1998.
- 44.'Improved Structure and Organisation for urban Transport Operations of Passengers in Europe', eindrapport 1997.
- 45.Voorbeelden gehaald van Frankrijk en de Scandinavische landen.
- 46.Busdiensten in het VK, uitgezonderd loden en Noord-Ierland.
- 47.Denemarken, Finland, Frankrijk, Portugal, Spanje en Zweden.
- 48.Oostenrijk, België, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg en Nederland.
- 49.Verenigd Koninkrijk.
- 50.'A review of the second year of bus deregulation', WJ Tyson, 1989; 'Bus deregulation- the metropolitan experience', Transport Studies Unit, University of Oxford, 1990; 'Bus deregulation- 5 years on', WJ Tyson, 1992.
- 51.Exclusieve rechten kunnen ook worden verleend om de commerciële levensvatbaarheid van bepaalde soorten diensten te garanderen. Exploitanten verzorgen soms het voor- en natransport als zij daardoor meer winst kunnen maken dankzij het feit dat zij de reizigers daarmee naar de hoofdverbindingen brengen waarvoor zij zelf het exclusieve exploitatierecht bezitten. Evenzo investeren exploitanten soms in de ontginning van nieuwe markten als zij er zeker van zijn dat zij, in ieder geval voor enige tijd, zelf de vruchten ervan kunnen plukken zodra die nieuwe markt tot wasdom is gekomen. Exclusieve rechten kunnen dergelijke diensten de bescherming bieden die nodig is om te floreren, omdat het streven van de exploitant gericht is op de verdediging van zijn commerciële belangen. Tenslotte maken exclusieve rechten het mogelijk de winst van bepaalde diensten te gebruiken voor kruissubsidiëring van andere, verliesgevende diensten. Dit zal evenwel alleen gebeuren als de voorwaarden waaronder de exclusieve rechten worden verleend, dit voorschrijven. Het gebruik van winst voor deze vorm van kruissubsidiëring dient niet het commerciële belang van de exploitant, ongeacht of deze al dan niet over exclusieve rechten beschikt.
- 52.Wanneer een maatregel de handel tussen de lidstaten kan beïnvloeden, kan deze binnen de werkingssfeer van de mededingingsbepalingen van het Verdrag vallen, in het bijzonder de artikelen 81, 82, 86 en 87.
- 53.Artikel 86, lid 2, van het Verdrag staat enkel een ontheffing van de bepalingen van het mededingingsrecht van de Gemeenschap, en dus de verlening van exclusieve rechten toe, wanneer deze bepalingen de vervulling, in feite of in rechte, van de aan een onderneming toevertrouwde bijzondere taak verhindert. De arresten van de het Hof in de zaak La Poste (zaak 39/94, Syndicat français de l'Express international (SFEI) en anderen tegen La Poste en anderen, Jurispr. 1996, blz. 3547: punt 178) en de zaak Corbeau (zaak 320/91, Strafzaak tegen Paul Corbeau, Jurispr. 1993, blz. 2533) maken duidelijk dat het bij deze 'bijzondere taak' om openbare-dienstverplichtingen gaat. Indien openbare-dienstverplichtingen slechts globaal of in het geheel niet gedefinieerd worden, houdt de bewering dat het mededingingsrecht van de Gemeenschap de vervulling ervan in de weg staat, geen steek. Deze visie wordt bevestigd door het arrest van het Hof in de zaak Ahmed Saeed (zaak 66/86 Ahmed Saeed Flugreisen en Silver Line Reisebüro GmbH tegen Zentrale zur Bekämpfung Unlauteren Wettbewerbs e.v., Jurispr. 1989, blz. 803), waarin staat (punt 56) dat "de werking van de mededingingsregels echter slechts dan overeenkomstig artikel 90, lid 2,
- 54.'Examination of Community law relating to the public service obligations and contracts in the field of inland passenger transport', bij de Europese Commissie ingediend door NEA Transport research and training, 1998.
- 55.A4-0289/96, 1 oktober 1996.
- 56.CvdR 436/98 def., 11 maart 1999.
- 57.ESC 324/99 van 24 maart 1999.
- 58.In haar commentaar op de NEA studie heeft de Europese spoorwegengemeenschap zich op het standpunt gesteld dat de kwestie van de mededinging moest worden overgelaten aan de afzonderlijke lidstaten. De Internationale Wegvervoerorganisatie (IRU) heeft zich, net als de meeste, maar niet alle leden van de Internationale Unie van het Openbaar Vervoer (UITP) uitgesproken voor passende maatregelen van de Gemeenschap. Deze opvatting werd gedeeld door Eurocities, Car Free Cities en het POLIS-netwerk van lokale en regionale overheden.
- 59.PB C ... van..., blz. ..
- 60.PB C ... van..., blz. ..
- 61.PB C ... van..., blz. ..
- 62.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 156 van 28-6-69,blz. 1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) 1893/91, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 169 van 29-6-91, pagina 1.
- 63.'Improved structure and organisation for urban transport operations of passengers in Europe' Isotope consortium, CEC, 1998; Examination of Community law relating to the public service obligations and contracts in the field of inland passenger transport, door NEA Transportonderzoek en -opleiding ingediend bij de Europese Commissie, 1998.
- 64.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 209 van 24-7-92, pagina 1, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/52/EG (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 328 van 28-11-1997, pagina
1).
- 68.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 130 van 15-6-1970, pagina 1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 543/97 (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 84 van 26-3-1997, pagina
6).
- 69.Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
- 70.EUR-Lex biedt een overzicht van het voorstel, wijzigingen, aanhalingen en rechtsgeldigheid.