Richtlijn 2005/32 - Totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Inhoudsopgave

  1. Stand van zaken
  2. Kerngegevens
  3. Key dates
  4. Wettekst
  5. Origineel voorstel
  6. Bronnen en disclaimer
  7. Uitgebreide versie
  8. EU Monitor

1.

Stand van zaken

Deze richtlijn was geldig van 11 augustus 2005 tot 19 november 2009 en moest uiterlijk op 10 augustus 2007 zijn omgezet in nationale regelgeving.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad

officiële Engelstalige titel

Directive 2005/32/EC of the European Parliament and of the Council of 6 July 2005 establishing a framework for the setting of ecodesign requirements for energy-using products and amending Council Directive 92/42/EEC and Directives 96/57/EC and 2000/55/EC of the European Parliament and of the Council
 
Rechtsinstrument Richtlijn
Wetgevingsnummer Richtlijn 2005/32
Origineel voorstel COM(2003)453 NLEN
Celex-nummer132 32005L0032

3.

Key dates

Document 06-07-2005
Bekendmaking in Publicatieblad 22-07-2005; Special edition in Romanian: Chapter 13 Volume 049,OJ L 191, 22.7.2005,Special edition in Bulgarian: Chapter 13 Volume 049
Inwerkingtreding 11-08-2005; in werking datum publicatie + 20 zie art 26
Einde geldigheid 19-11-2009; opgeheven door 32009L0125
Omzetting 10-08-2007; ten laatste zie art. 25.1

4.

Wettekst

22.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 191/29

 

RICHTLIJN 2005/32/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 6 juli 2005

betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad

HT EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De verschillen tussen de door de lidstaten goedgekeurde wetten en bestuursrechtelijke maatregelen betreffende het ecologische ontwerp van energieverbruikende producten kunnen in de Gemeenschap handelsbelemmeringen doen ontstaan en de concurrentie verstoren en aldus een direct effect op de totstandbrenging en de werking van de interne markt hebben. De harmonisatie van de nationale wetten is het enige middel om dergelijke handelsbelemmeringen en oneerlijke concurrentie te voorkomen.

 

(2)

Energieverbruikende producten („evp's”) nemen een groot deel van het verbruik van natuurlijke hulpbronnen en energie in de Gemeenschap voor hun rekening. Daarnaast hebben zij nog enkele andere belangrijke milieueffecten. Bij de grote meerderheid van op de communautaire markt beschikbare productcategorieën kunnen milieueffecten van zeer uiteenlopende omvang worden waargenomen, hoewel zij vergelijkbare functionele prestaties leveren. Met het oog op duurzame ontwikkeling moet de voortdurende verbetering van het algemene milieueffect van die producten worden aangemoedigd, vooral door de voornaamste oorzaken van negatieve milieueffecten op te sporen en overdracht van verontreiniging tegen te gaan, wanneer dit niet leidt tot buitensporige kosten.

 

(3)

Ecologisch productontwerp is een essentieel element van de communautaire strategie inzake geïntegreerd productbeleid. Het betreft een preventieve aanpak die erop gericht is de milieuprestaties van producten te optimaliseren en tegelijk hun functionele kenmerken te behouden, en die reële nieuwe kansen schept voor fabrikanten, consumenten en de samenleving in haar geheel.

 

(4)

De verbetering van de energie-efficiëntie - met als een van de beschikbare opties een efficiënter eindgebruik van elektriciteit - wordt beschouwd als een substantiële bijdrage tot het verwezenlijken van de doelstellingen van de Gemeenschap inzake broeikasgasemissies. De vraag naar elektriciteit is de snelst groeiende categorie van eindgebruik van energie en zal, indien er geen beleidsmaatregelen worden genomen om deze trend tegen te gaan, naar verwachting in de komende 20 tot 30 jaar verder toenemen. Een aanzienlijke reductie van het energieverbruik zoals die door de Commissie is voorgesteld in haar Europees programma inzake klimaatverandering (European Climate Change Programme - ECCP), is mogelijk. Klimaatverandering is een van de prioriteiten van het zesde milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap zoals opgenomen in Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (3). Energiebesparing is de meest kostenefficiënte manier om de continuïteit van de voorziening te verbeteren en de afhankelijkheid van invoer te reduceren. Derhalve moeten met betrekking tot de vraagzijde substantiële maatregelen en doelstellingen worden vastgesteld.

 

(5)

Er moeten maatregelen worden genomen in de ontwerpfase van het energieverbruikende product, aangezien de tijdens de levenscyclus van een product ontstane verontreiniging en het merendeel van de milieukosten in die fase worden gegenereerd.

 

(6)

Er moet een samenhangend kader voor de...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

  • COM(2003)453 - Totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten
 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:
  • dossier EUR-Lex besluit133

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de geconsolideerde versie, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.


  • 1. 
    'How to do EcoDesign?', een gids voor uit milieu- en economisch oogpunt degelijk ontwerp, uitgegeven door het Duitse federale milieuagentschap, Verlag Form, 2000.

     
  • 2. 
    Beschikking van de Commissie van 21 december 2001 tot vaststelling van het werkprogramma inzake communautaire milieukeuren (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 7 van 11-1-2002, pagina 28 pdf icoon).

     
  • 3. 
    COM(2001) 68 DEFINITIEF.

     
  • 4. 
    COM(2000) 769 van 29 november 2000.

     
  • 5. 
    COM(2003) 302 definitief van 18 juni 2003.

     
  • 6. 
    STUDIE VAN ESTO/IPTS: 'ECO-DESIGN: EUROPEAN STATE OF THE ART', BLZ.39.

     
  • 7. 
    WAARNEMINGSPOST VOOR HET EUROPESE MKB, 2002/NR. 4: 'EUROPEAN SMES AND SOCIAL AND ENVIRONMENTAL RESPONSIBILITY', BLZ. 40, BESCHIKBAAR OP: EUROPA.EU.INT/COMM/ENTERPRISE/ENTERPRISE_POLICY

     
  • 8. 
    'TOWARDS THE ACTUAL IMPLEMENTATION OF ECO-DESIGN IN INDUSTRY' - THE 'HAVES' AND 'NEEDS' VIEWED BY THE EUROPEAN ECODESIGN COMMUNITY", MCALOONE, BEY ET AL., GEPRESENTEERD IN CARE INNOVATION 2002.

     
  • 9. 
    COM(2002) 719 definitief van 11.12.2002.

     
  • 10. 
    COM(2002) 728 van 5.12.2002.

     
  • 11. 
    Richtlijn 92/42/EEG betreffende de energierendementseisen voor nieuwe centraleverwarmingsketels, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 167 van 22-6-1992, pagina 17; Richtlijn 96/57/EG betreffende normen voor de energie-efficiëntie van huishoudelijke elektrische koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 236 van 18-9-1996, pagina 36; Richtlijn 2000/55/EG inzake de energierendementseisen voor voorschakelapparaten voor fluorescentielampen, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 279 van 1-11-2000, pagina 33 pdf icoon.

     
  • 12. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 52 van 23-2-1978, pagina 32.

     
  • 13. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 1 van 4-1-2003, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 14. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 344 van 6-12-1986, pagina 24.

     
  • 15. 
    Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 37 van 13-2-2003, pagina 24 pdf icoon.

     
  • 16. 
    Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 37 van 13-2-2003, pagina 19 pdf icoon.

     
  • 17. 
    Tot die landen behoren: VS, Canada, Japan, China, Thailand, Zwitserland, Zuid-Korea, Filipijnen, Mexico, Nieuw-Zeeland, Australië en Taiwan.

     
  • 18. 
    Verordening (EG) nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake een herzien communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 237 van 21-9-2000, pagina 1 pdf icoon).

     
  • 19. 
    Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, pagina 26).

     
  • 20. 
    Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS).

     
  • 21. 
    EUROPA.EU.INT/COMM/ENTERPRISE/ELECTR_EQUIPMENT

     
  • 22. 
    IEA-rapport over energie-etiketten en -normen.

     
  • 23. 
    Gegevens in 2003 verstrekt door de brancheorganisatie speciaal glas.

     
  • 24. 
    Terwijl in grote toestellen weinig soorten en grote stukken kunststof worden gebruikt, bevat IT- en telecommunicatieapparatuur (die 26% van het totale kunststoffenverbruik in elektrische en elektronische apparatuur voor haar rekening neemt) heel wat soorten polymeren. Brochure van de Association of Plastics Manufacturers in Europe (APME), 2001.

     
  • 25. 
    GEBASEERD OP DE COMMUNAUTAIRE PROGNOSE VAN DE BRANDSTOFMIX VOOR ELEKTRICITEITSOPWEKKING VOOR DE DESBETREFFENDE PERIODE.

     
  • 26. 
    Zie APPLE, maart 2000 - 'A case-study of the Power Mac G4 desktop Computer', blz. 4.

     
  • 27. 
    'European SMEs and social and environmental responsibility', blz. 40.

     
  • 28. 
    'Het industriebeleid na de uitbreiding', mededeling van de Commissie COM(2002) 714 definitief van 11.12.2002.

     
  • 29. 
    "In terms of business-to-business communications, there are strong market drivers within the sector for the provision of product environmental information. These include requests for information from public procurers, voluntary environmental management and eco-design initiatives... As a result, several of the large multinational end-product manufacturers developed their own supply chain questionnaires, which typically focused on the hazardous chemical and heavy metal content of the components being supplied. However, providing and requesting information in different formats presented difficulties for both procurers and suppliers. It made it difficult for procurers to compare the information provided, and from a supplier's perspective, filling in different questionnaires is extremely time consuming and inefficient. As a result there was clearly a need to develop standardised responses and information formats" (Met betrekking tot communicatie tussen ondernemingen onderling zijn er sterke marktfactoren binnen de sector die pleiten voor het verstrekken van milieu-informatie over producten. Daartoe behoren verzoeken om informatie vanuit aanbestedende overheidsdiensten, vrijwillige initiatieven inzake milieubeheer en ecologisch ontwerp ... Als gevolg daarvan hebben diverse grote multinationale fabrikanten van eindproducten hun eigen vragenlijsten voor de toeleveringsketen ontwikkeld, waarin doorgaans het accent lag op het gehalte aan gevaarlijke chemische stoffen en zware metalen in de geleverde componenten. Het verstrekken van en het verzoeken om informatie in verschillende formaten leverde echter zowel voor de afnemers als de leveranciers problemen op. Het maakte het voor de afnemers moeilijk om de verstrekte informatie te vergelijken, en voor de leverancier is het invullen van verschillende vragenlijsten uitermate tijdrovend en inefficiënt. Daardoor bestond er duidelijk behoefte aan de ontwikkeling van gestandaardiseerde antwoorden en informatieformaten.) Studie voor de Commissie, DG Milieu, over 'Environmental Product Declaration Schemes' (regelingen inzake milieuverklaringen voor producten, 2002.

     
  • 30. 
    Een kortere tijd voor demontage vergroot de recyclebaarheid voor de meeste energieverbruikende apparatuur; door tijdens het ontwerp te streven naar verkorting van die tijd, wordt tegelijkertijd een verkorting verkregen van de tijd die nodig is voor de assemblage van het product tijdens de fabricage. Een lager energieverbruik in de interne schakelingen van elektronische apparatuur zal ook leiden tot een vermindering van de vrijkomende afvalwarmte en bijgevolg zal minder ventilatie nodig zijn, waardoor de productie wordt vereenvoudigd en de kosten dalen.

     
  • 31. 
    Zie verslag van het GreenPackproject 'Green is the colour of money -- Commercial success stories from eco-design', augustus 2001.

     
  • 32. 
    Zie ook 'Environmental concern in electronics Product development' , G. Johansson, IVF, maart 2002.

     
  • 33. 
    Resolutie van de Raad betreffende een globale aanpak op het gebied van de overeenstemmingsbeoordeling, Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 10 van 16-1-90, pagina 1.

     
  • 34. 
    Besluit 90/683/EEG van de Raad van 13 december 1990 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 380 van 31-12-1990, pagina 13.

     
  • 35. 
    Met name de beoordeling van het werkelijke effect op het milieu, wat een integrerend deel van de ISO 14040-serie normen uitmaakt, heeft een aantal beperkingen (differentiëring in ruimte en tijd van milieuprocessen en ecosystemen, afwezigheid van lineaire respons tussen belasting van het systeem en het milieu, verschillende onderliggende waarden en beginselen van partijen, hetgeen leidt tot ongelijke formulering van milieuvraagstukken en interpretatie van resultaten), zie 'Evolution and development of the conceptual framework and methodology of life-cycle impact assessment', SETAC, januari 1998.

     
  • 36. 
    Hierbij zij opgemerkt dat het cijfer alleen geldt voor elektrische toestellen en dat het potentieel voor verwarmingstoestellen die andere energiebronnen gebruiken, veel groter is.

     
  • 37. 
    PB C
     
  • 38. 
    PB C
     
  • 39. 
    PB C
     
  • 40. 
    PB C
     
  • 41. 
    COM(2001) 68 definitief.

     
  • 42. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 242 van 10-9-2002, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 43. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 130 van 15-5-2002, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 44. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 220 van 30-8-1993, pagina 23.

     
  • 45. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 204 van 21-7-1998, pagina 37 pdf icoon, als gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 217 van 5-8-1998, pagina 18 pdf icoon).

     
  • 46. 
    Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 136 van 4-6-1985, pagina 1.

     
  • 47. 
    Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 141 van 19-5-2000, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 48. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 297 van 13-10-1992, pagina 16.

     
  • 49. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 237 van 21-9-2000, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 50. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 332 van 12-12-2001, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 51. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 37 van 13-2-2003, pagina 24 pdf icoon.

     
  • 52. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 37 van 13-2-2003, pagina 19 pdf icoon.

     
  • 53. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 167 van 22-6-1992, pagina 17.

     
  • 54. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 236 van 18-9-1996, pagina 36.

     
  • 55. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 279 van 1-11-2000, pagina 33 pdf icoon.

     
  • 56. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 52 van 23-2-1978, pagina 32, als gewijzigd bij Richtlijn 82/885/EEG (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 378 van 31-12-1982, pagina 19).

     
  • 57. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 196 van 26-7-1990, pagina 15, als gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG.

     
  • 58. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 1 van 4-1-2003, pagina 65 pdf icoon.

     
  • 59. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 344 van 6-12-1986, pagina 24.

     
  • 60. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 184 van 17-7-1999, pagina 23 pdf icoon.

     
  • 61. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 194 van 25-7-1975, pagina 39.

     
  • 62. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 114 van 24-4-2001, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 63. 
    PB 196 van 16.8.1967, blz. 1-5.

     
  • 64. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 262 van 27-9-1976, pagina 201-203.

     
  • 65. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 59 van 27-2-1998, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 66. 
    'How to do EcoDesign?', een gids voor uit milieu- en economisch oogpunt degelijk ontwerp, uitgegeven door het Duitse federale milieuagentschap, Verlag Form, 2000.

     
  • 67. 
    Beschikking van de Commissie van 21 december 2001 tot vaststelling van het werkprogramma inzake communautaire milieukeuren (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 7 van 11-1-2002, pagina 28 pdf icoon).

     
  • 68. 
    COM(2001) 68 DEFINITIEF.

     
  • 69. 
    COM(2000) 769 van 29 november 2000.

     
  • 70. 
    COM(2003) 302 definitief van 18 juni 2003.

     
  • 71. 
    STUDIE VAN ESTO/IPTS: 'ECO-DESIGN: EUROPEAN STATE OF THE ART', BLZ.39.

     
  • 72. 
    WAARNEMINGSPOST VOOR HET EUROPESE MKB, 2002/NR. 4: 'EUROPEAN SMES AND SOCIAL AND ENVIRONMENTAL RESPONSIBILITY', BLZ. 40, BESCHIKBAAR OP: EUROPA.EU.INT/COMM/ENTERPRISE/ENTERPRISE_POLICY

     
  • 73. 
    'TOWARDS THE ACTUAL IMPLEMENTATION OF ECO-DESIGN IN INDUSTRY' - THE 'HAVES' AND 'NEEDS' VIEWED BY THE EUROPEAN ECODESIGN COMMUNITY", MCALOONE, BEY ET AL., GEPRESENTEERD IN CARE INNOVATION 2002.

     
  • 74. 
    COM(2002) 719 definitief van 11.12.2002.

     
  • 75. 
    COM(2002) 728 van 5.12.2002.

     
  • 76. 
    Richtlijn 92/42/EEG betreffende de energierendementseisen voor nieuwe centraleverwarmingsketels, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 167 van 22-6-1992, pagina 17; Richtlijn 96/57/EG betreffende normen voor de energie-efficiëntie van huishoudelijke elektrische koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 236 van 18-9-1996, pagina 36; Richtlijn 2000/55/EG inzake de energierendementseisen voor voorschakelapparaten voor fluorescentielampen, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 279 van 1-11-2000, pagina 33 pdf icoon.

     
  • 77. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 52 van 23-2-1978, pagina 32.

     
  • 78. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 1 van 4-1-2003, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 79. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 344 van 6-12-1986, pagina 24.

     
  • 80. 
    Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 37 van 13-2-2003, pagina 24 pdf icoon.

     
  • 81. 
    Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 37 van 13-2-2003, pagina 19 pdf icoon.

     
  • 82. 
    Tot die landen behoren: VS, Canada, Japan, China, Thailand, Zwitserland, Zuid-Korea, Filipijnen, Mexico, Nieuw-Zeeland, Australië en Taiwan.

     
  • 83. 
    Verordening (EG) nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake een herzien communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 237 van 21-9-2000, pagina 1 pdf icoon).

     
  • 84. 
    Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, pagina 26).

     
  • 85. 
    Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS).

     
  • 86. 
    EUROPA.EU.INT/COMM/ENTERPRISE/ELECTR_EQUIPMENT

     
  • 87. 
    IEA-rapport over energie-etiketten en -normen.

     
  • 88. 
    ' Revising the ecolabel criteria for lamps ', 1999. AEA-rapport opgesteld voor DG Milieu, blz.11.

     
  • 89. 
    Gegevens in 2003 verstrekt door de brancheorganisatie speciaal glas.

     
  • 90. 
    Terwijl in grote toestellen weinig soorten en grote stukken kunststof worden gebruikt, bevat IT- en telecommunicatieapparatuur (die 26% van het totale kunststoffenverbruik in elektrische en elektronische apparatuur voor haar rekening neemt) heel wat soorten polymeren. Brochure van de Association of Plastics Manufacturers in Europe (APME), 2001.

     
  • 91. 
    GEBASEERD OP DE COMMUNAUTAIRE PROGNOSE VAN DE BRANDSTOFMIX VOOR ELEKTRICITEITSOPWEKKING VOOR DE DESBETREFFENDE PERIODE.

     
  • 92. 
    Zie APPLE, maart 2000 - 'A case-study of the Power Mac G4 desktop Computer', blz. 4.

     
  • 93. 
    'European SMEs and social and environmental responsibility', blz. 40.

     
  • 94. 
    'Het industriebeleid na de uitbreiding', mededeling van de Commissie COM(2002) 714 definitief van 11.12.2002.

     
  • 95. 
    "In terms of business-to-business communications, there are strong market drivers within the sector for the provision of product environmental information. These include requests for information from public procurers, voluntary environmental management and eco-design initiatives... As a result, several of the large multinational end-product manufacturers developed their own supply chain questionnaires, which typically focused on the hazardous chemical and heavy metal content of the components being supplied. However, providing and requesting information in different formats presented difficulties for both procurers and suppliers. It made it difficult for procurers to compare the information provided, and from a supplier's perspective, filling in different questionnaires is extremely time consuming and inefficient. As a result there was clearly a need to develop standardised responses and information formats" (Met betrekking tot communicatie tussen ondernemingen onderling zijn er sterke marktfactoren binnen de sector die pleiten voor het verstrekken van milieu-informatie over producten. Daartoe behoren verzoeken om informatie vanuit aanbestedende overheidsdiensten, vrijwillige initiatieven inzake milieubeheer en ecologisch ontwerp ... Als gevolg daarvan hebben diverse grote multinationale fabrikanten van eindproducten hun eigen vragenlijsten voor de toeleveringsketen ontwikkeld, waarin doorgaans het accent lag op het gehalte aan gevaarlijke chemische stoffen en zware metalen in de geleverde componenten. Het verstrekken van en het verzoeken om informatie in verschillende formaten leverde echter zowel voor de afnemers als de leveranciers problemen op. Het maakte het voor de afnemers moeilijk om de verstrekte informatie te vergelijken, en voor de leverancier is het invullen van verschillende vragenlijsten uitermate tijdrovend en inefficiënt. Daardoor bestond er duidelijk behoefte aan de ontwikkeling van gestandaardiseerde antwoorden en informatieformaten.) Studie voor de Commissie, DG Milieu, over 'Environmental Product Declaration Schemes' (regelingen inzake milieuverklaringen voor producten, 2002.

     
  • 96. 
    Een kortere tijd voor demontage vergroot de recyclebaarheid voor de meeste energieverbruikende apparatuur; door tijdens het ontwerp te streven naar verkorting van die tijd, wordt tegelijkertijd een verkorting verkregen van de tijd die nodig is voor de assemblage van het product tijdens de fabricage. Een lager energieverbruik in de interne schakelingen van elektronische apparatuur zal ook leiden tot een vermindering van de vrijkomende afvalwarmte en bijgevolg zal minder ventilatie nodig zijn, waardoor de productie wordt vereenvoudigd en de kosten dalen.

     
  • 97. 
    Zie verslag van het GreenPackproject 'Green is the colour of money -- Commercial success stories from eco-design', augustus 2001.

     
  • 98. 
    Zie ook 'Environmental concern in electronics Product development' , G. Johansson, IVF, maart 2002.

     
  • 99. 
    Resolutie van de Raad betreffende een globale aanpak op het gebied van de overeenstemmingsbeoordeling, Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 10 van 16-1-90, pagina 1.

     
  • 100. 
    Besluit 90/683/EEG van de Raad van 13 december 1990 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt, Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 380 van 31-12-1990, pagina 13.

     
  • 101. 
    Met name de beoordeling van het werkelijke effect op het milieu, wat een integrerend deel van de ISO 14040-serie normen uitmaakt, heeft een aantal beperkingen (differentiëring in ruimte en tijd van milieuprocessen en ecosystemen, afwezigheid van lineaire respons tussen belasting van het systeem en het milieu, verschillende onderliggende waarden en beginselen van partijen, hetgeen leidt tot ongelijke formulering van milieuvraagstukken en interpretatie van resultaten), zie 'Evolution and development of the conceptual framework and methodology of life-cycle impact assessment', SETAC, januari 1998.

     
  • 102. 
    Hierbij zij opgemerkt dat het cijfer alleen geldt voor elektrische toestellen en dat het potentieel voor verwarmingstoestellen die andere energiebronnen gebruiken, veel groter is.

     
  • 103. 
    PB C
     
  • 104. 
    PB C
     
  • 105. 
    PB C
     
  • 106. 
    PB C
     
  • 107. 
    COM(2001) 68 definitief.

     
  • 108. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 242 van 10-9-2002, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 109. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 130 van 15-5-2002, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 110. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 220 van 30-8-1993, pagina 23.

     
  • 111. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 204 van 21-7-1998, pagina 37 pdf icoon, als gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 217 van 5-8-1998, pagina 18 pdf icoon).

     
  • 112. 
    Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 136 van 4-6-1985, pagina 1.

     
  • 113. 
    Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 141 van 19-5-2000, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 114. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 297 van 13-10-1992, pagina 16.

     
  • 115. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 237 van 21-9-2000, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 116. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 332 van 12-12-2001, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 117. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 37 van 13-2-2003, pagina 24 pdf icoon.

     
  • 118. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 37 van 13-2-2003, pagina 19 pdf icoon.

     
  • 119. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 167 van 22-6-1992, pagina 17.

     
  • 120. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 236 van 18-9-1996, pagina 36.

     
  • 121. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 279 van 1-11-2000, pagina 33 pdf icoon.

     
  • 122. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 52 van 23-2-1978, pagina 32, als gewijzigd bij Richtlijn 82/885/EEG (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 378 van 31-12-1982, pagina 19).

     
  • 123. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 196 van 26-7-1990, pagina 15, als gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG.

     
  • 124. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 1 van 4-1-2003, pagina 65 pdf icoon.

     
  • 125. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 344 van 6-12-1986, pagina 24.

     
  • 126. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 184 van 17-7-1999, pagina 23 pdf icoon.

     
  • 127. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 194 van 25-7-1975, pagina 39.

     
  • 128. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 114 van 24-4-2001, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 129. 
    PB 196 van 16.8.1967, blz. 1-5.

     
  • 130. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 262 van 27-9-1976, pagina 201-203.

     
  • 131. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 59 van 27-2-1998, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 132. 
    Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
     
  • 133. 
    EUR-Lex biedt een overzicht van het voorstel, wijzigingen, aanhalingen en rechtsgeldigheid.