32891 - Wet herziening gerechtelijke kaart

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 4 oktober 2011 ingediend door de minister van Veiligheid en Justitie, Opstelten1.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het ter verbetering van de slagvaardigheid van de rechterlijke organisatie wenselijk is het aantal arrondissementen en ressorten te verminderen alsmede in verband daarmee enkele wijzigingen aan te brengen in de bestuurlijke organisatie van gerechten en de inrichting van het openbaar ministerie en met het oog daarop de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en diverse andere wetten te wijzigen.

Inhoudsopgave

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Moties
  4. Documenten
  5. Disclaimer
  6. Uitgebreide versie
  7. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en diverse andere wetten in verband met de vermindering van het aantal arrondissementen en ressorten (Wet herziening gerechtelijke kaart)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden drie nota's van wijziging en drie amendementen ingediend.

3.

Moties

Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer vier moties en in de Eerste Kamer twee moties ingediend.

4.

Documenten

(119 stuks)

2 4 oktober 2011, koninklijke boodschap, nr. 1     KST328911
Koninklijke boodschap
 
2 4 oktober 2011, voorstel van wet, nr. 2     KST328912
Voorstel van wet
 
2 4 oktober 2011, memorie van toelichting, nr. 3     KST328913
Memorie van toelichting
 

5.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.

7.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    VVD-bestuurder, minister en partijvoorzitter, die werd gevormd in de gemeenteadministratie en daarna op 28-jarige leeftijd aan een indrukwekkende loopbaan begon als burgemeester. Na een onderbreking van vijf jaar als topambtenaar op Binnenlandse Zaken werd hij in 1992 eerste burger van Utrecht en ruim zes jaar later van het voorheen 'rode bolwerk' Rotterdam. Was een krachtig, maar soepel handhaver van gezag. Daarna nog waarnemer in Tilburg en vanaf 2008 voorzitter van de VVD. Politieke peetvader van Mark Rutte en na de formatie van diens eerste kabinet, waarin hij een groot aandeel had, minister van Veiligheid en Justitie. Voerde voortvarend een nieuwe Politiewet in. Kwam in het kabinet-Rutte II minder uit de verf en moest voortijdig aftreden. Rasbestuurder met een fors postuur en sonore basstem, die amicaal en prettig in de omgang is.
     
  • 2. 
    Jurist van PvdA-huize, die zesenhalf jaar Eerste Kamerlid was. Werd na haar rechtenstudie advocaat, universitair docent, rechter in Almelo, lid en plaatsvervangend voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens, lid van het gemeenschappelijk controleorgaan Eurojust en hoofddocent aan de Academie voor Bestuur, Recht en Veiligheid van de Haagse Hogeschool. In de Eerste Kamer hield zij zich onder meer bezig met justitiële onderwerpen, zoals de Wet forensische zorg en de digitalisering van het procesrecht. Keerde in 2018 terug naar de rechterlijke macht, toen zij rechter werd in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
     
  • 3. 
    Ankie Broekers-Knol (1946) was van 11 juni 2019 tot 10 januari 2022 staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in het kabinet-Rutte III. Zij was van 2 juli 2013 tot 11 juni 2019 voorzitter van de Eerste Kamer en maakte sinds 2 oktober 2001 deel uit van de VVD-Eerste Kamerfractie. In 1988-1992 maakte mevrouw Broekers als secretaris deel uit van het faculteitsbestuur van de Juridische faculteit van de Universiteit Leiden. In 1992-2012 was zij hoofd van de afdeling Moot Court van die faculteit. In de Eerste Kamer hield mevrouw Broekers zich onder meer bezig met justitie en Europese zaken en was zij voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie. Was een jaar waarnemend burgemeester van Bloemendaal.
     
  • 4. 
    Wopke Hoekstra (1975) is sinds 9 oktober 2023 lid van de Europese Commissie, belast met klimaatactie. In de Commissie-Von der Leyen zijn klimaat en duurzame groei zijn portefeuilles. Hij was van 10 januari 2022 tot 1 september 2023 minister van Buitenlandse Zaken en viceminister-president in het kabinet-Rutte IV. Daarvoor was hij vanaf 26 oktober 2017 minister van Financiën. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 was de heer Hoekstra lijsttrekker van het CDA. Hij was van 7 juni 2011 tot 26 oktober 2017 Eerste Kamerlid. De heer Hoekstra was consultant bij adviesbureau McKinsey en bestuurslid van het CDA-Amsterdam. Hij was voorts voorzitter van de commissie CDA-verkiezingsprogramma 2017.
     
  • 5. 
    Margreet de Boer (1964) was van 11 juni 2019 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor GroenLinks. Eerder was zij dat in 2011-2015. Zij is advocaat bij een Amsterdams advocatenkantoor en eigenaar van een adviesbureau op het gebied van emancipatie en recht. Daarvoor was zij onder meer directeur van het Clara Wichmann Instituut, expertisecentrum voor vrouw en recht, voorzitter van het Feministisch Netwerk in GroenLinks en lid van de raad van deelgemeente Amsterdam-West. Van geboorte Friezin en dochter van GroenLinks-senator Wim de Boer. Mevrouw De Boer was voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid en hield zich verder onder meer met het woonbeleid bezig.
     
  • 6. 
    Juriste in de D66-Eerste Kamerfractie 2011-2015, die zich als Kamerlid vooral bezighield met justitie, asielbeleid, zorg en sociale zaken. Zo voerde zij het woord bij de behandeling van wetsvoorstellen over langdurige zorg, het Nederlanderschap, verhoging van de AOW-leeftijd, de gerechtelijke indeling en vernieuwing van de wet maatschappelijke ondersteuning. Voor zij in de Eerste Kamer kwam achttien jaar werkzaam als advocaat en daarna tweeëntwintig jaar als rechter, kantonrechter en vicepresident van de rechtbank in Amsterdam.
     
  • 7. 
    SP'er met een lange politieke en bestuurlijke staat van dienst. Was als jurist werkzaam bij onder meer de NOS en later advocaat. Als deskundige op het gebied van beroepsziekten zette hij zich in het bijzonder in voor asbestslachtoffers. Hij was tevens gemeenteraadslid in Utrecht. Zijn Eerste Kamerlidmaatschap besloeg de periode 1998-2019, maar werd diverse keren onderbroken. Zo verliet hij in 2018 de Senaat om in zijn geboorteprovincie Limburg gedeputeerde te worden. Toen daar al na enkele maanden na een conflict een einde kwam, keerde hij nog een jaar terug in de Eerste Kamer. Was geruime tijd SP-fractievoorzitter en later woordvoerder justitie.
     
  • 8. 
    Fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Eerste Kamer in de jaren 2011-2019. Was in 2007 lid geworden van de Eerste Kamer, waarin hij een gewaardeerde rol speelde in debatten over uiteenlopende onderwerpen. Hij was lector aan de Gereformeerde Hogeschool Zwolle en bijzonder hoogleraar wijsbegeerte in Rotterdam en daarna rector en buitengewoon hoogleraar aan de Theologische Universiteit Kampen. Eerder was hij directeur van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie. Verwierf veel waardering voor de wijze waarop hij het door een Eerste Kamercommissie uitgevoerde onderzoek leidde naar privatiseringen en verzelfstandiging van overheidsdiensten. Combineerde een scherpe geest en vasthoudendheid met public spirit en wellevendheid in het debat.