Kamervragen over oproep echtscheiding belastingdienst en sociale dienst voor kinderopvangtoeslag - Hoofdinhoud
Vragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van SZW
Heeft u kennis genomen van het dossier van mevr. T, die twee zeer jonge kinderen heeft en, wiens man volledig verlamd is en noodgedwongen het grootste deel van de tijd gescheiden van het gezin leeft? (ondershands verschaft aan de regering)
Klopt het dat de belastingdienst geconstateerd heeft dat zij geen recht op kinderopvangtoeslag heeft omdat zij een niet-werkende toeslagpartner heeft en dus alle ontvangen kinderopvangtoeslag terugvordert van het gezin?
Heeft de belastingdienst onder andere het volgende geschreven: "Mogelijk gaat u in de toekomst duurzaam gescheiden van uw man leven, dan is dat wel een reden om kinderopvangtoeslag toe te kennen" en haar telefonisch aangeraden dat een scheiding in deze voordelig is?
Klopt het dat de gemeente, die op sociaal-medische indicatie een kinderopvangtoeslag kan verstrekken voor haar gewerkte uren aan haar geschreven heeft dat: "U heeft in ons gesprek van 6 september 2011 aangegeven dat de Belastingdienst had voorgesteld om uw fiscaal partnerschap te scheiden, zodat u recht heeft op een reguliere tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang (voorliggende voorziening). Ik heb u verzocht om uit te zoeken of dit nadelige gevolgen heeft voor uw persoonlijke/financiële situatie. Daarnaast heb ik u ook gevraagd na te vragen of uitschrijving bij het Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) tot de mogelijkheden behoort…. Ook dan heeft u recht op een reguliere tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang (voorliggende voorziening)"
Deelt u de mening dat het onmenselijk is om van mensen te vragen, van wie één van de partners intensieve verzorging nodig heeft en in een instelling verblijf, te vragen om een scheiding om daardoor in aanmerking te komen voor sociale voorzieningen zoals de kinderopvangtoeslag?
Indien u onze mening deelt dat een (echt)scheiding nooit een voorliggende voorziening kan zijn, hoe gaat u dat dan bewerkstelligen in sociale regelingen?
Bent u bereid om te kijken hoe deze zeer specifieke situatie op een fatsoenlijke manier opgelost kan worden?
Bent u bereid om te schetsen hoe met de kinderopvangtoeslag omgesprongen dient te worden, wanneer een partner vanwege een ernstige aandoening langdurig niet in de woning verblijft of intensief verzorgd wordt in de eigen woning? Wilt u hierbij ook overwegen hiervoor een uitzondering te treffen, net als bij een inburgeringcursus, re-integratietraject of opleiding het geval is?