Voorstel van wet (Herdruk) - Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband met het opheffen van de samenloop van regelingen inzake het tijdelijk verlaten van de inrichting tijdens de voorlopige hechtenis en enige wijzigingen van het Wetboek van Strafvordering in verband met de schorsing en de beëindiging van de voorlopige hechtenis van een ongewenst verklaarde vreemdeling uit te sluiten en een wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de beëindiging van de voorlopige hechtenis - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 32882 - Wijziging van enkele regelingen betreffende de voorlopige hechtenis i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband met het opheffen van de samenloop van regelingen inzake het tijdelijk verlaten van de inrichting tijdens de voorlopige hechtenis en enige wijzigingen van het Wetboek van Strafvordering in verband met de schorsing en de beëindiging van de voorlopige hechtenis van een ongewenst verklaarde vreemdeling uit te sluiten en een wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de beëindiging van de voorlopige hechtenis; Voorstel van wet; Voorstel van wet (Herdruk) |
---|---|
Documentdatum | 29-09-2011 |
Publicatiedatum | 27-09-2011 |
Nummer | KST328822N1 |
Kenmerk | 32882, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2010–2011
32 882
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband met het opheffen van de samenloop van regelingen inzake het tijdelijk verlaten van de inrichting tijdens de voorlopige hechtenis en enige wijzigingen van het Wetboek van Strafvordering in verband met de schorsing en de beëindiging van de voorlopige hechtenis van een ongewenst verklaarde vreemdeling uit te sluiten en een wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de beëindiging van de voorlopige hechtenis
Nr. 2 HERDRUK1
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de samenloop op te heffen in regelingen inzake het tijdelijk verlaten van de inrichting tijdens de voorlopige hechtenis alsmede om schorsing van de voorlopige hechtenis van een ongewenst verklaarde vreemdeling uit te sluiten en om een regeling te treffen inzake de beëindiging van de voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip van de voorwaardelijke invrijheidsstelling;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd: A
1 i.v.m. het publiceren van de bij de Kamer ingediende versie.
Aan artikel 72 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
7.Indien op grond van het derde of vierde lid de voorlopige hechtenis wordt opgeheven met ingang van het tijdstip van voorwaardelijke invrijheidstelling, zijn op de invrijheidstelling van de verdachte de artikelen 15 tot en met 15l van het Wetboek van Strafrecht van overeenkomstige toepassing.
B
Aan artikel 75 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
9.Indien op grond van het vierde of zesde lid de voorlopige hechtenis eindigt of wordt opgeheven met ingang van het tijdstip van voorwaardelijke invrijheidstelling, zijn op de invrijheidstelling van de verdachte de artikelen 15 tot en met 15l van het Wetboek van Strafrecht van overeenkomstige toepassing.
C
Artikel 80, zevende lid, komt te luiden:
-
7.Schorsing van de voorlopige hechtenis wordt niet bevolen:
-
a.indien de verdachte tot ongewenst vreemdeling is verklaard, dan wel ten aanzien van hem een procedure tot ongewenstverklaring loopt, tenzij hieraan schorsende werking is verleend;
-
b.indien vaststaat dat de verdachte na detentie wordt overgeleverd of uitgeleverd, dan wel ten aanzien van hem een procedure inzake de overlevering of uitlevering loopt, tenzij hieraan schorsende werking is verleend;
-
c.voor het tijdelijk verlaten van de inrichting alwaar de voorlopige hechtenis ten uitvoer wordt gelegd;
-
d.indien het bevel tot voorlopige hechtenis is gegeven of mede is gegeven op de grond genoemd in artikel 67a, eerste lid, onder a.
D
Artikel 493, vijfde lid, komt te luiden:
-
5.Schorsing van de voorlopige hechtenis wordt niet bevolen:
-
a.indien de verdachte tot ongewenst vreemdeling is verklaard, dan wel ten aanzien van hem een procedure tot ongewenstverklaring loopt, tenzij hieraan schorsende werking is verleend;
-
b.indien vaststaat dat de verdachte na detentie wordt overgeleverd of uitgeleverd, dan wel ten aanzien van hem een procedure inzake de overlevering of uitlevering loopt, tenzij hieraan schorsende werking is verleend;
-
c.voor het tijdelijk verlaten van de inrichting, alwaar de voorlopige hechtenis ten uitvoer wordt gelegd;
-
d.indien het bevel tot voorlopige hechtenis is gegeven of mede is gegeven op de grond genoemd in artikel 67a, eerste lid, onder a.
E
Artikel 570b wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In het eerste lid wordt na «een vrijheidsstraf» ingevoegd: of een bevel tot voorlopige hechtenis.
-
2.In het tweede lid wordt «Onze Minister kan nadere regels stellen» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld.
-
3.In het tweede lid wordt «strafonderbreking» vervangen door: detentieonderbreking.
ARTIKEL II
Artikel 77j van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In het eerste lid wordt na «jeugddetentie» ingevoegd: of een bevel tot voorlopige hechtenis.
-
2.In het tweede lid wordt «Onze Minister van Justitie kan nadere regels stellen» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld.
-
3.In het tweede lid wordt «strafonderbreking»vervangen door: detentieonderbreking.
ARTIKEL III
De Penitentiaire beginselenwet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 26 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het derde lid wordt «Onze Minister stelt nadere regels» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld.
-
2.In het derde lid wordt na «de duur en frequentie van het verlof» ingevoegd: de procedure van verlofverlening, de tijdige advisering door het openbaar ministerie, de maatregelen ter beveiliging, het toezicht, waaronder elektronisch toezicht,.
-
3.In het vijfde lid wordt «bedoeld in het vierde lid» vervangen door: bedoeld in het derde en vierde lid.
-
4.In het vijfde lid wordt na «bevelen» ingevoegd: de betrokken persoon te begeleiden, dan wel.
-
5.In het zesde lid wordt na «het vervoer van» ingevoegd: en de begeleiding van.
-
6.In het zesde lid vervalt «ten behoeve het bijwonen van een gerechtelijke procedure, bedoeld in het vierde lid,».
B
Aan artikel 73 wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. Indien onverwijlde spoed dit vereist, kan een voorlopig gehechte rechtstreeks beroep instellen bij de Raad tegen een beslissing op een verzoek inzake het verlaten van een inrichting. In dat geval beslist de Raad binnen 48 uur op het beroep. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het beroep bij de Raad.
ARTIKEL IV
De Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 30, vijfde lid, tweede volzin, wordt na «intrekking» ingevoegd: , de tijdige advisering door het openbaar ministerie, en wordt «en de voorwaarden die aan het verlof kunnen worden verbonden» vervangen door: , de voorwaarden die aan het verlof kunnen worden verbonden en de maatregelen ter beveiliging, het toezicht, waaronder elektronisch toezicht.
B
Aan artikel 77 wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. Indien onverwijlde spoed dit vereist, kan een voorlopig gehechte rechtstreeks beroep instellen bij de Raad tegen een beslissing op een verzoek inzake het verlaten van een inrichting. In dat geval beslist de Raad binnen 48 uur op het beroep. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het beroep bij de Raad.
ARTIKEL V
Deze wet heeft geen gevolgen voor personen wier verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting op het moment van inwerkingtreding van deze wet zijn voorgelegd aan de rechter.
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,