De Media: Waakhonden of Schoothondjes? - Hoofdinhoud
DEN HAAG (PDC i) - De media zijn verre van de waakhonden van de democratie, zo stelden journalisten tijdens een debat in Nieuwspoort i. Dit debat over de rol van de media in relatie tot de politiek en het publiek werd georganiseerd door het Huis voor Democratie en Rechtsstaat i (ProDemos), Internationaal Perscentrum Nieuwspoort en het Montesquieu Instituut i in het teken van de ‘dag voor de democratie’. Tijdens dit debat werd hevig gediscussieerd over vragen als “Hoe behoren de media om te springen met de privacy van politici?” en “Kunnen de media hun onafhankelijkheid nog wel waarborgen in een wereld waar de gevaren van beïnvloeding continu op de loer liggen?”.
De kwestie Mariko Peters i
Marcia Nieuwenhuizen (De Pers) vond het optreden van de media jegens Mariko Peters, wat mogelijk gezien kan worden als privacyschending, gerechtvaardigd. Zij betoogde dat een GroenLinks i-politica net zo hard veroordeeld moet worden als externen door GroenLinks veroordeeld worden op basis van de morele standaarden van de partij. Sjoerd de Jong (NRC Handelsblad) sloot zich hierbij aan maar benadrukte dat dit slechts als bijzaak gezien moet worden. Daarnaast vond hij dat er geen sprake is van een privacy-issue omdat het gaat om “zakelijke e-mails met privé opmerkingen”. Joost Vullings (NOS) bleek echter moeite te hebben met het feit dat er letterlijke citaten gebruikt werden.
Hoor en Wederhoor
Sjoerd de Jong uitte zijn zorgen over de toename van het aantal journalistieke artikelen waarbij het persoonlijke verhaal van iemand wordt gepresenteerd zonder wederhoor. Discussieleider Max van Weezel bepleitte dat de journalistiek als doel heeft om de waarheid boven tafel te krijgen en dat wederhoor daarom van essentieel belang is. Daarnaast zou een journalist altijd de afweging moeten maken of het maatschappelijke belang van het ontsluiten van deze informatie groter is dan de privacyschending van politici als gevolg van het achterhalen van de informatie.
Journalisten & Politici
Sjoerd de Jong beweerde dat kranten steeds meer op elkaar gaan lijken. Doordat de politieke kleur van kranten is verdwenen, ontstaan er algemenere en bredere media die steeds meer op elkaar lijken. Anneke Verbraeken (onderzoeksjournalist) voegde eraan toe dat er te weinig aan onderzoeksjournalistiek wordt gedaan.
Sjoerd de Jong zei dat de media géén waakhonden meer zijn van de democratie. Volgens hem zitten de media politici niet genoeg op de huid en is er een té grote afstand tussen beiden. Anneke Verbraeken, daarentegen, pleitte voor méér afstand tussen journalisten en media. Zij vond journalisten niet kritisch genoeg. Medeoorzaak van de slechte kwaliteit van Nederlandse journalistiek is volgens haar de druk om ontzettend veel werk te produceren in een relatief kort tijdsbestek. De Jong voegde hier aan toe dat kranten meer doen voor minder geld en dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Marcia Nieuwenhuizen en Joost Vullings zagen het feit dat de media kunnen bepalen waar de aandacht op gevestigd wordt als een machtig instrument.