De weg naar Prinsjesdag - Hoofdinhoud
De afgelopen dagen ging het vrijwel uitsluitend over de stabiliteit in de eurozone, over getallen, percentages en bedragen en over het Frans-Duitse pleidooi voor een Europese regering. Uiteindelijk bleek dat laatste niet veel meer dan een vergadering van regeringsleiders van eurolanden, twee keer per jaar. En dat verschilt weinig van de huidige situatie. Maar goed, deze onderwerpen waren volop zichtbaar in de media. Meer in de luwte speelt er echter ook nog een heel ander onderwerp waar ik deze dagen veel tijd in steek: Prinsjesdag.
Hoewel ik in deze fase niets kan zeggen over eventuele plannen of bezuinigingen, wil ik wel een inkijkje geven in het proces. Op het ministerie van Financiën begint Prinsjesdag in feite al ruim voor de zomer. In april is al geïnventariseerd waar de mee- en tegenvallers zitten. In de Voorjaarsnota, die eind mei is gepubliceerd, staan alle cijfers en consequenties voor dit jaar, 2011. Op Prinsjesdag blijkt hoe het gesteld is met de mee- en tegenvallers in de jaren 2012 en verder. Gedurende de zomermaanden is er bovendien hard gewerkt aan de Miljoenennota. Daarin schetsen we hoe Nederland er financieel en economisch voor staat en wat de plannen en verwachtingen zijn voor 2012 en de jaren daarna.
Deze en komende week passeren de Miljoenennota en alle departementale begrotingen één voor één de revue in de zogeheten begrotingsraden. Dat zijn speciale vergaderingen van de voltallige ministerraad. Als minister van Financiën is het mijn taak om de andere bewindslieden strikt aan de afspraken te houden. De begrotingsregels staan voor mij voorop. Het totaal aan uitgaven mag niet overschreden worden. Het is dus niet mogelijk om meer uit te geven dan bij de start van dit kabinet is afgesproken. Dat is een keiharde regel, die bovendien van cruciaal belang is bij het op orde brengen van de overheidsfinanciën. Helemaal aan het eind van de serie begrotingsbesprekingen worden alle onderwerpen nogmaals in samenhang besproken. Dan komen ook zaken als koopkracht en eventuele maatregelen op fiscaal gebied uitgebreid aan de orde.
Veel mensen vragen mij of er als gevolg van de internationale schuldencrisis, de onrust op de financiële markten en de matige groei extra bezuinigd moet worden. Ik kan me voorstellen dat die vraag leeft. Een simpel ja of nee is echter niet mogelijk. Laat ik beginnen met het besparingspakket van € 18 miljard waarmee we de overheidsfinanciën de komende jaren op orde brengen. Dat is een vast pakket, dus daar verandert niets aan. Mocht er echter sprake zijn van nieuwe tegenvallers in de uitgaven, dan moeten de betrokken ministers uiteraard maatregelen nemen om de overschrijding weg te werken. En tot slot, bij tegenvallers in de inkomsten, zoals een lagere belastingopbrengst, zijn alleen aanvullende maatregelen nodig wanneer het begrotingstekort meer dan een vol procentpunt lager uit zou vallen dan de -2,7% bbp die we voor 2012 - gebaseerd op de maatregelen uit het regeerakkoord - in de boeken hebben staan. Ik heb echter geen aanleiding om te veronderstellen dat dat het geval is.
Hoe de begroting voor 2012 en de jaren daarna er precies uitziet, dat zal blijken op Prinsjesdag, dinsdag 20 september. Of eigenlijk al een paar dagen eerder. Er is namelijk besloten om alle Prinsjesdagstukken - dus de Miljoenennota en alle onderliggende departementale begrotingen - al op vrijdag 16 september te publiceren. Op die manier hebben Kamerleden, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden meer tijd om zich voor te bereiden op het politieke debat.
Meer over ...