Hoe Duitsland en Frankrijk de euro om zeep helpen

Met dank overgenomen van S.H. (Sophie) in 't Veld i, gepubliceerd op woensdag 17 augustus 2011, 1:04.

Wat ooit de motor was van de Europese eenwording, de Frans-Duitse samenwerking, is verworden tot een goochelshow van het Duo Onwil & Onvermogen. Zoals Merkel en Sarkozy in Deauville vorig jaar het voorstel voor automatische sancties voor eurozondaars om zeep hielpen, zo torpederen ze nu elke hoop op een effectief, daadkrachtig en democratisch bestuur voor de eurozone. In 2005 waren de twee grote eurozondaars van toen, Frankrijk en Duitsland, ook al degenen die het Stabiliteitspact afzwakten.

Gisteren kondigden Sarkozy en Merkel met veel tam tam aan dat ze het eens zijn over het opzetten van een Europese economische regering, en over de noodzaak van Europese belastingen. Dat is inderdaad precies wat Europa dringend nodig heeft, maar dit ‘Merkozy’ voorstel zal Europa alleen nog maar verder de afgrond in helpen.

De weeffout van de eurozone, die werd opgezet zonder effectief bestuur, wordt door deze deal niet verholpen, maar verergerd. De verlammende veto’s blijven, met de bijbehorende koehandel tussen lidstaten om de veto’s te omzeilen. Volgens Merkozy wordt zo’n regering gevormd door een zesmaandelijkse bijeenkomst van regeringsleiders. Merkel en Sarkozy hebben alvast heel autocratisch besloten dat Herman van Rompuy daarvan de voorzitter wordt. De Europese regering van Merkozy kan ingrijpen in nationaal beleid en nationale begrotingen, maar zonder enige democratische verantwoordingsplicht of legitimatie.

Een Europese markt met 500 miljoen inwoners en een gemeenschappelijke munt vergen juist een volwaardige minister van Economische Zaken en een volwaardige minister van Financiën die het dagelijks bestuur gaan voeren. Een Europese regering moet in het openbaar verantwoording afleggen aan de Europese volksvertegenwoordiging.

Merkel en Sarkozy gaan volledig voorbij aan het zogenaamde “sixpack” aan voorstellen om Europa een effectief financieel-economisch bestuur te geven. Over dat pakket zijn de lidstaten en het Europees Parlement het bijna eens. Er was nog maar één open kwestie: het Europees Parlement wil dat de Europese Commissie sancties kan opleggen aan eurozondaars. Maar de lidstaten houden vast aan zelfdiscipline. Die zelfdiscipline heeft in de afgelopen tien jaar aantoonbaar niet gewerkt, dus meer van hetzelfde is niet het juiste antwoord op de crisis. De nationale regeringen praten veel over nieuwe, strengere sancties. Maar dat is een afleidingstactiek. Want zolang de lidstaten zichzelf sancties moeten opleggen, zal het systeem niet werken.

Het Merkozy voorstel gaat ook over de vennootschapsbelasting en een belasting op financiële transacties. Dit is een sigaar uit eigen doos. Een dikke Havanna. Een voorstel van de Europese Commissie voor een gemeenschappelijke grondslag (niet tarief!) voor de vennootschapsbelasting ligt er al jaren, maar wordt geblokkeerd door voornamelijk Ierland. Nederland is ook niet heel enthousiast. De belasting op financiële transacties is buitengewoon omstreden. Los daarvan is er geen enkele reden waarom Europa zo’n belasting zou voorstellen, tenzij het een Europese belasting zou zijn die in de Europese begroting zou vloeien (i.p.v. nationale bijdragen).

Nederland ziet Duitsland altijd als een toonbeeld van discipline en deugd. Maar dat is bedrieglijk. Merkel is maar al te bereid om alle disciplinerende maatregelen binnen de eurozone te torpederen, aangezien die overdracht van soevereiniteit zouden betekenen. Maar nationale veto’s bieden schijnmacht, terwijl ze Europa verlammen.

Merkel en Sarkozy miskennen de werkelijkheid: de tijd van kleine stapjes vooruit met onooglijke compromissen en salamitactiek is voorbij. Europa moet een grote stap vooruit maken naar een federaal Europa (laten we het F-taboe maar eens doorbreken), of Europa zal wegzakken in irrelevantie in de achterhoede. Europa heeft een bestuur nodig dat de uitdagingen van de 21e eeuw het hoofd kan bieden, niet een nostalgisch model uit een voorbij verleden. Politieke leiders moeten die boodschap brengen, dat is een morele plicht aan de kiezers. Maar dat vereist lef. Meer lef dan Merkel en Sarkozy hebben.