Massaclaims bij faillissement sneller afhandelen
Het kabinet wil, waar mogelijk, efficiency bevorderen, onder meer door zaken te vereenvoudigen. Bij de overheid zoeken we het in minder bestuurlijke drukte, minder regels, minder bureaucratie. Dat werkt doelmatiger en spaart tijd, geld en moeite. Maar ook in het rechtsverkeer tussen burgers en bedrijven kan het soms praktischer. Zoals bij het afwikkelen van faillissementen met grote aantallen schuldeisers als gevolg van massaschade.
Nu melden de schuldeisers zich individueel bij degene die het vermogen van de failliet te gelde maakt en de opbrengst verdeelt, de curator. Die moet al die claims één voor één onderzoeken en beoordelen. Niet alleen is dat administratief een zware klus, er gaat ook heel veel tijd in zitten, waardoor schuldeisers lang op hun geld moeten wachten. Bovendien staan de kosten die ze daarvoor moeten maken, vaak in geen verhouding tot de hoogte van het geëiste bedrag. Denk bijvoorbeeld aan de failliete DSB Bank N.V. waar (tien)duizenden voormalige klanten een claim hebben ingediend omdat de bank tekort zou zijn geschoten in het nakomen van haar zorgplichten.
Een nieuw wetsvoorstel maakt het mogelijk de gang van zaken te stroomlijnen door gebruik te maken van de procedure in de Wet collectieve afhandeling massaschade (WCAM). Schuldeisers die daarvoor tekenen, worden ingedeeld in groepen aan de hand van hun claims die de curator niet meer afzonderlijk hoeft vast te stellen. Dat maakt de afhandeling simpeler, sneller en goedkoper. Overigens is dat geen garantie dat elke claim gehonoreerd wordt. Er moet wel iets te halen zijn.
Ivo Opstelten.
Meer over ...
- 1.VVD-bestuurder, minister en partijvoorzitter, die werd gevormd in de gemeenteadministratie en daarna op 28-jarige leeftijd aan een indrukwekkende loopbaan begon als burgemeester. Na een onderbreking van vijf jaar als topambtenaar op Binnenlandse Zaken werd hij in 1992 eerste burger van Utrecht en ruim zes jaar later van het voorheen 'rode bolwerk' Rotterdam. Was een krachtig, maar soepel handhaver van gezag. Daarna nog waarnemer in Tilburg en vanaf 2008 voorzitter van de VVD. Politieke peetvader van Mark Rutte en na de formatie van diens eerste kabinet, waarin hij een groot aandeel had, minister van Veiligheid en Justitie. Voerde voortvarend een nieuwe Politiewet in. Kwam in het kabinet-Rutte II minder uit de verf en moest voortijdig aftreden. Rasbestuurder met een fors postuur en sonore basstem, die amicaal en prettig in de omgang is.