Motie Klijnsma c.s. over het jaarlijkse bezuinigingsbedrag - Nieuwe visie cultuurbeleid - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 32820 - Nieuwe visie cultuurbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Nieuwe visie cultuurbeleid; Motie; Motie Klijnsma c.s. over het jaarlijkse bezuinigingsbedrag |
---|---|
Documentdatum | 07-07-2011 |
Publicatiedatum | 08-07-2011 |
Nummer | KST328202 |
Kenmerk | 32820, nr. 2 |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2010–2011
32 820
Nieuwe visie cultuurbeleid
Nr. 2
MOTIE VAN HET LID KLIJNSMA C.S.
Voorgesteld 27 juni 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat is aangetoond dat in steden met een breed cultureel aanbod de kwaliteit van leven hoger ligt en het aantrekkelijker is om te wonen;
overwegende, dat is aangetoond dat de werkgelegenheid in steden met een breed cultureel aanbod over het algemeen hoger ligt en hiervan zowel hoog- als laagopgeleiden profiteren;
overwegende, dat is aangetoond dat een breder cultureel aanbod leidt tot een stijging van de huizenprijs en een stijging van de grondprijs;
overwegende, dat is aangetoond dat een breder cultureel aanbod meer toevoegt aan de welvaart dan dat de belastingbetaler betaalt;
overwegende, dat verscheidene personen en organisaties, niet enkel uit de kunst- en cultuursector, maar uit geheel Nederland meerdere keren hebben aangegeven dat de bezuinigingsvoorstellen van de regering onbehoorlijk zijn en de kunst- en cultuursector onoverkoombare schade zullen berokkenen;
constaterende, dat vasthouden aan het jaarlijkse bezuinigingsbedrag van 200 mln. op de kunst- en cultuursector daarmee is verworden tot een bewuste keuze voor een welvaartschade voor de Nederlandse burgers die, zowel in maatschappelijke als economische zin, op langere termijn vele malen groter zal zijn dan het geïnde bezuinigingsbedrag op de rijksbegroting;
verzoekt de regering het jaarlijkse bezuinigingsbedrag op de kunst- en cultuursector over de periode 2013–2016 te halveren en de resterende bezuinigingsdoelstelling te halen door stapsgewijze afbouw van de hypotheekrenteaftrek en stopzetting van het JSF-project,
en gaat over tot de orde van de dag.
Klijnsma Jasper van Dijk Peters