Absurd
De Premier noemde het een ‘absurd’ systeem, maar was niet genegen hardop te zeggen wat beter zou zijn. Ik denk dat hij het niet opportuun vond om te zeggen: ‘afschaffen die hap’. Dat zou op dit moment niet goed vallen, omdat de Eerste Kamer in een conjuncturele lift zit.
Hoe komt dat? Naarmate de regeringsfracties elkaar in regeerakkoorden steviger aan de ketting laten leggen en de mensen zien dat binnen die fracties niet meer mag worden nagedacht, is het natuurlijk prettig om nog een volksvertegenwoordiging te hebben waar dat wel op prijs wordt gesteld. Veel illusies moet men daarover natuurlijk niet koesteren, want ook in de Eerste Kamer wordt het ontbreken van binding aan regeerakkoorden vooral met de mond beleden. Maar elke illusie geeft hoop.
Wat is er zo absurd aan het kiessysteem? Iedereen was toch min of meer tevreden dat de uiteindelijk uitslag klopte met die voor de Provinciale Staten? Zeker, maar het feit dat de leden van Provinciale Staten met die uitslag aan de haal kunnen gaan vindt iedereen vreemd. Volgens de verwachting stemt een Statenlid op de Eerste Kamerlijst van de partij waarvoor hijzelf gekozen is. Maar sommigen doen hun stem in de aanbieding bij andere partijen (de Zeeuw Johan Robesin), anderen steken hun middelvinger op naar hun partijcongres en negeren de volgorde van de door hun partij plechtig opgestelde lijst, weer anderen laten zich door hun partij sturen door strategisch te stemmen op kandidaten van partijen waarmee ze het principieel oneens zijn.
Als Rutte dat alles absurd zou vinden is er wel een remedie. Laat de uitslag van de Provinciale Statenverkiezing ook de uitslag zijn van de verkiezing voor de Eerste Kamer. De tegenargumenten die ik daartegen ken zijn allemaal vals. Als iedereen ten minste echt tevreden is dat de wens van de kiezer bij de Provinciale Statenverkiezing uiteindelijk in de machtsverhoudingen in de Eerste Kamer wordt vertaald. En dat is ook een stuk makkelijker voor Statenleden die niet weten dat je met een rood potlood moet stemmen.
- 1.Dominante PvdA-politicus met een grote staat van dienst. Zoon van een protestantse Limburgse leraar. Studeerde staatsrecht na eerst in de VS een opleiding voor acteur te hebben gevolgd. Onderscheidde zich in de Tweede Kamer al jong als defensiewoordvoerder en was daarna onder meer fractiesecretaris en voorzitter van de enquêtecommissie bouwsubsidies. Na hoofddirecteur van de VNG en voorzitter van de SER te zijn geweest, keerde hij in 1998 terug in de Haagse politiek als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Kok II. In 1999 stapte hij over naar Binnenlandse Zaken. Kwam in 2002 als één van de weinige paarse ministers terug in de Kamer en dong mee naar het leiderschap van de PvdA. Kruiste vaak de degens met minister Verdonk over het asielbeleid. Na 2007 acht jaar een prominent Eerste Kamerlid. Scherp debater, die met een nuchtere zakelijkheid zijn tegenstanders nooit spaarde.