Harteloosheid… - Hoofdinhoud
Column in Christelijk Weekblad 1 april 2011
Langzamerhand worden de contouren van het kabinetsbeleid ingevuld. Onder het motto ‘vrijheid en verantwoordelijkheid’ neemt de regering tal van maatregelen. Het land moet veiliger, de staatschuld teruggebracht, enzovoorts. Wie de concrete maatregelen op een rijtje zet, ziet echter ook hoe de keuzes worden gemaakt. Collectieve voorzieningen worden afgebouwd want mensen moeten zelf verantwoordelijkheid nemen. De sociale zekerheid wordt afgebouwd want mensen moeten geprikkeld worden om aan het werk te gaan. De ontwikkelingssamenwerking wordt afgebouwd in naam van de vrije wereldhandel.
Waarom maakt me dat zo boos? Niet alleen omdat ik andere keuzes zou maken. Wat mij raakt, is dat dit beleid de bijl zet aan de wortel van wat voor mij een samenleving beschaafd maakt. We hebben immers helemaal geen overheid nodig om voor de sterksten te zorgen; die redden zichzelf wel. De survival of the fittest lukt ook zonder regeringsbeleid uitstekend. Beschaving gaat nu juist uit boven die overlevingsstrijd en precies daar is de rol van de overheid nodig.
Beschaving betekent voor mij dat er een gemeenschappelijk goed is dat we beschermen en versterken. Zorg voor cultuur, natuur, onderwijs en leefruimte zijn geen individuele belangen. Het zijn precies de uitingen van een beschaafde samenleving. Wie dat afbreekt, die breekt heel direct de gemeenschappelijkheid af. Dat los je niet op door te zeggen dat mensen zelf daarin moeten investeren. Mensen met genoeg geld hebben namelijk geen dorpsbibliotheek of zo nodig; die bestellen de boeken wel zelf via internet. Maar wat als je dat gewoon niet kunt betalen?
Beschaving betekent voor mij ook dat er een verantwoordelijkheid is voor de ander die er net zo goed bij hoort maar minder goed voor zichzelf kan zorgen. De vluchteling, de jongere met een handicap, de bijstandsmoeder. Beschaving betekent dat we er alles aan doen om hen te laten meedoen op een manier die voor hen mogelijk is. Het huidige beleid gaat er daarentegen vanuit dat mensen wel voor zichzelf gaan zorgen als de overheid dat niet meer doet. Dat mensen geen uitkering meer nodig hebben als je hem maar laag genoeg maakt. En dus worden jongeren uit bijstandsgezinnen die hard werken om uit de armoede te komen daarvoor gestraft: hun inkomsten worden gekort op de uitkering van hun ouders.
Dat is wat mij schokt. Niet alleen omdat het een ander beleid is dan ik zou willen, maar omdat het hart van een beschaafde samenleving wordt aangetast. Omdat consequent gekozen wordt voor mensen die toch al voor zichzelf kunnen zorgen, die zich wel kunnen redden en die ook nog eens de mogelijkheden hebben om te genieten van cultuur en natuur, desnoods ver weg. En omdat mensen die dat allemaal niet hebben meer en meer in de kou komen te staan.
Nee, dit heeft allemaal niet eens zo heel veel te maken met links of rechts. Het heeft te maken met de vraag of je vindt dat mensen alleen voor zichzelf verantwoordelijk zijn of juist ook voor anderen. Of we verantwoordelijk zijn voor de samenleving als geheel. Voor toekomstige generaties. Voor mensen ver weg. Of dat we pas vrij zijn als we die verantwoordelijkheden kunnen afschudden.
En onder dat alles zit deze denkfout: dat de overheid en de samenleving tegenover ons staan. Dat de overheid per definitie kleiner moet en belastingen lager. Dat de overheid dus ‘ook in eigen vlees moet snijden’. Maar die overheid zit daar voor ons en de belastingen zijn onze bijdrage aan het investeren in de samenleving. Daarmee betalen we passend onderwijs, werkmogelijkheden voor Wajongers en ruimte voor natuur. Natuurlijk is het goed als de kosten van de ambtenarij wat omlaag kunnen, maar uiteindelijk is bezuinigen op de overheid bezuinigen op de samenleving en dus op onszelf.
Wat me boos maakt, is dit: dat moedwillig het hart van gezamenlijkheid en zorg voor kwetsbaren wordt weggesneden uit onze beschaafde samenleving. En daarmee de beschaving zelf. Wat me boos maakt, is deze harteloosheid.