Ruimte voor religie? - Hoofdinhoud
Verschenen in CW, 20 mei 2011
Het lijkt wel alsof religie steeds vaker de inzet is van discussies en conflicten. Meestal gaat het dan over de scherpe kantjes, dat wat schuurt met de liberale seculiere meerderheidssamenleving. Hoofddoekjes, ritueel slachten, de enkele feitconstructie, telkens weer lijkt religie als geheel in de beklaagdenbank te komen. Dat wordt nog eens versterkt door verwijzingen naar bijvoorbeeld fatale religieuze tegenstellingen in Egypte en wijdverbreid seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke kerk. Het eindbeeld is simpel en overtuigend: religie deugt niet.
Wie denkt dat ik te kort door de bocht ga, moet eens de bijdragen lezen van de reaguurders op opiniesites. Zodra daar een religieus thema aan bod komt, klinkt er een massief en soms uitgesproken hatelijk anti-religieus geluid. Wie verdedigt dat religies ook een positieve kant hebben, krijgt een modderstroom over zich heen. Ik besef dat dat kenmerkend is voor de reaguurder, de onbezoldigde moderne tegenstem die alle gevestigde machten beschimpt. Maar ook schijnbaar serieuzer stemmen zeggen tegenwoordig zonder enige schroom dat het maar eens over moet zijn met al die voorrechten van gelovigen. In de discussie over ritueel slachten klinkt dat we, als dit geregeld is, de hele godsdienstvrijheid in een moeite door kunnen afschaffen. Of dat het tijd wordt dat het bizarre restverschijnsel van bijzonder onderwijs nu eindelijk eens wordt opgedoekt.
Ik ben een van de eersten om toe te geven dat religies het daar ook wel naar gemaakt hebben. Er is inderdaad een geschiedenis van uitsluiting en discriminatie, machtsmisbruik en manipulatie. Ik ben ook een van de eersten om te erkennen dat religies een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van cultuur, zorg en onderwijs zoals we dat vandaag de dag kennen in onze samenleving. Religie is zowel het mooiste als het gevaarlijkste wat we hebben. En alles er tussenin.
Maar dat gezegd hebbend, ik voel me wel ongemakkelijk wanneer serieuze parlementariërs het grondwetsartikel over godsdienstvrijheid overbodig vinden. Ik maak me zorgen over de fanatieke anti-religieuze geluiden, zeker als die zich richten op religieuze minderheden. Ik ben - voor alle duidelijkheid - niet bang voor het effect op religie zelf. Dat laat zich sowieso niet verbieden of afdwingen en als de kritische geluiden van buitenaf een proces van zelfkritiek en loutering inluiden, juich ik dat alleen maar toe. Ik hoop zelfs dat religieuze individuen en groepen deze kritiek veel serieuzer nemen dan nu vaak het geval is.
Nee, mijn vrees zit bij de kwaliteit van onze rechtsstaat zelf. Het gaat bij het klassieke grondrecht van de godsdienstvrijheid om het meest liberale kenmerk van de samenleving: accepteren dat mensen zich door hun diepste overtuiging laten leiden en daardoor andere dingen doen en denken dan jij. Daarom zal ik die ruimte verdedigen tegenover een staatsinmenging die alles en iedereen over een kam wil scheren. Godsdienstvrijheid schept de ruimte voor het individu om een geloof of levensovertuiging aan te hangen, aan te passen of los te laten zonder dat de overheid daar iets van vindt. Godsdienstvrijheid is daarmee een van de eerste vrijheden die de burger op de staat veroverde. Wie daar vanaf wil, die snijdt in het hart van de liberale rechtsstaat.
Voor ik verkeerd begrepen word: dat betekent niet dat alles maar mag zolang je het religieus noemt. Er is juist scherpe kritiek nodig als vrouwen en homo’s worden achtergesteld, als religie gebruikt wordt om vooroordelen in stand te houden, als achterhaalde wereldbeelden als wetenschap worden gepresenteerd, als religieus conservatisme hand in hand gaat met vreemdelingenhaat, enzovoorts. Een religieuze verpakking is geen reden om zomaar elke inhoud te accepteren. Een beroep op godsdienstvrijheid is een beroep op mensenrechten en kan dus nooit die mensenrechten opschorten.
Veel religieuze groepen verschansen zich achter de godsdienstvrijheid en het eigen gelijk. Anti-religieuze stemmen harnassen zich in de godsdienstkritiek en (opnieuw) het eigen gelijk, Maar alleen als we vrijheid en kritiek combineren, kunnen we een stap verder komen.