Allerlaatste keer Den Haag - Hoofdinhoud
(Stemmen bij zitten en opstaan. De SP is voor, de dames en heren van de VVD links zijn tegen)
Vanochtend een vriend die me bedankte, mede namens 17.874.621 medelanders, voor mijn inzet in dit toch wel mooie landje. Wat lief van hem. Al zijn er onder die 17.874.621 ook nog wel wat luitjes die vinden dat ik nooit in de Eerste Kamer had mogen zitten, en wederzijds, lui waarvan ik in het geheel niet denk dat ik die ‘vertegenwoordig’. Hoewel ik de dinsdagse gang naar Den Haag vooral heb opgevat als een klus om te doen, en ik nooit het gevoel had dat ik een ‘senator’ was, alsof dat een apart en bijzonder diersoort is (het verschil tussen iets doen en iets zijn), merk ik wel dat ik het na acht jaar trouwe dienst zal gaan missen.
Om er midden in te zitten, in plaats van er alleen maar over in de krant te lezen. Ik ga afscheid nemen van een paar mensen die ik heb leren waarderen, niet alleen die van mijn eigen fractie, dat afscheid komt nog, maar ook de mensen van andere partijen. Rob van de Beeten, bijvoorbeeld, van het CDA, die oprecht belangstellend was naar het lot van vrouwelijke vluchtelingen, een paar PvdAers met wie ik graag samenwerkte, Margriet Meindertsma op wonen, Marijke Linthorst op wonen, oprechte sociaal-democraten met hart voor de mensen waar ze het voor deden. Tineke Strik van Groen Links die zich zo inzet voor vluchtelingen en er zo veel van af weet. Mevrouw Bemelmans van het CDA, voor mij altijd een mevrouw gebleven, die zich met hart en ziel verbonden weet aan de mensenrechten.
Het leuke van zo’n klus is dat je een paar mensen echt leert kennen, door de manier waarop ze zich inzetten, en dat ik dus waardering kreeg voor leden van andere partijen. Echte sociaal-democraten, echte christenen, echte liberalen. Die dwars door de partijverschillen heen iets meer elkaar deelden: een elementair fatsoen dat je zeker niet overal in de politiek tegenkomt, een werkelijk verantwoordelijkheidsgevoel voor de mensen.
(Met de paar namen die ik noem zeg ik niet dat er geen anderen waren, maar hen heb ik meegemaakt omdat we eenzelfde wet moesten behandelen of samen in een commissie zaten. De zwarte lijst laat ik maar zitten.)
Straks zit ik in de commissie die de geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden moet onderzoeken. Waarschijnlijk komt de kwestie met dat rode potlood ook nog even aan de orde. Dan werken we nog een lijst stemmingen en moties af die nog even moeten. En dan zal onze gewaardeerde voorzitter René van der Linden veertig kleine speeches moeten houden, want niemand van de vertrekkenden blijft ongenoemd. Wat een klus. Twee uur trekken we daar voor uit. Maar ritueel blijft ritueel, zo als ik er ook op kan rekenen dat ik herdacht ga worden in de Eerste Kamer als ik op mijn honderd en tweedste kom te overlijden. Als er dan tenminste nog een Eerste Kamer is.
En dan nog de Ridderzaal. Ik moest wel lachen toen ik de brief kreeg dat er helaas per vertrekkende senator maar vijftien gasten mochten komen. Vijftien! Zoveel familie heb ik niet eens, en mijn kring van intimi houdt niet van poeha, en hoeft niet echt een toespraak van Rutte. Dus wie er met mij meekomt is Ineke van de SP Rotterdam, die eigenlijk de twaalfde zetel had moeten hebben.
En dan is het over.
Ik ga misschien nog wel een traan laten maar ik beloof niks.