Zo zijn we getrouwd

Met dank overgenomen van C.G. (Kees) van der Staaij i, gepubliceerd op woensdag 26 maart 2008.

“Zo zijn we getrouwd” Dat was de speelse titel van het boek, waarin ik ooit als rechtenstudent in Leiden werd ingewijd in de geheimen van het huwelijksvermogensrecht. Daarbij gaat het dus om alle regels voor de bezittingen en de schulden van echtgenoten. Op dit moment is het zo geregeld dat alle bezittingen en schulden die echtgenoten voor het huwelijk hadden, samenvloeien bij het trouwen. Ook bezittingen en schulden die er tijdens het huwelijk bijkomen, zijn in beginsel gemeenschappelijk. Als je het anders wilt, dan kan dat, maar dan moet je dat apart regelen.

Vanmorgen hadden we in de Kamer een debat over een wetsvoorstel van de minister van Justitie om deze regels te herzien. Daarbij was heel wat ‘juristerij’ aan de orde: ingewikkelde verhandelingen over zaaksvervangingsregels, koude uitsluitingen en zo nog meer.

Geen onderwerp is echter neutraal. Ook hier zijn principiële politieke keuzes aan de orde, die teruggrijpen op je visie op het huwelijk. Iemand als D66-er Pechtold vindt het bijvoorbeeld maar onzin dat de vermogens van echtgenoten bij het huwelijk op ‘een grote hoop worden gegooid’. Lastig als je een tijdje later weer met iemand anders het leven wil gaan delen. Zelf heb ik juist naar voren gebracht dat de algehele gemeenschap van goederen een prima uitgangspunt is, dat goed past bij het karakter van het huwelijk als levenslange lotsverbintenis.

Zo zijn we getrouwd!