Staat van de Europese Unie

Met dank overgenomen van C.G. (Kees) van der Staaij i, gepubliceerd op woensdag 19 december 2007.

Een debat met zeventien sprekers. Dat maak je niet vaak mee. Maar vandaag was het zover. Op de vergaderagenda prijkt het debat over de Staat van de Europese Unie. De verhouding tussen Nederland en de Europese Unie, en de stand van zaken rond bijvoorbeeld de toetreding van nieuwe landen tot de EU komen daarbij aan de orde. Behalve de Europawoordvoerders van de Tweede Kamer, nemen ook Nederlandse Europarlementariers aan dit debat deel. Vandaar de zeventien sprekers! Al met al levert dat wel een lange vergadering op. Dat komt ook doordat van de kant van de regering niet alleen de staatsecretaris voor Europese Zaken het woord voert, maar ook de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken. Zelf heb ik in het debat mijn waardering uitgesproken over de nuchtere toon die de regering in de stukken kiest: Europa is geen doel op zich, soms is zelfs minder Europa nodig. Het komt er echter wel op dit nuchtere geluid ook in de praktijk ook handen en voeten krijgt. In mijn 'vijf minuten' heb ik nog aandacht gevraagd voor de tehuizen voor wezen en voor verstandelijk gehandicapten in nieuwe EU- landen als Bulgarije en Roemenie. We hoorden daar van hulporganisaties zorgwekkende berichten over: de zorg blijft daar vaak onder de maat. Het zou triest zijn als de Europese regels wel gaan over de geribbelde tegeltjes in slagerijen, maar we dit soort misstanden onbesproken zouden laten!