Cordon sanitaire en een Cohen-motie

Met dank overgenomen van C.G. (Kees) van der Staaij i, gepubliceerd op vrijdag 16 november 2007.

Soms gebeuren er vreemde dingen. Gisterenavond laat, bij de begrotingsbehandeling Justitie, had kamerlid Fritsma van de Partij voor de Vrijheid een motie ingediend die een immigratiestop voor moslims afkondigde. Geen nieuws, zou je zeggen. Zo’n motie dienen ze wel vaker in. “Wordt deze motie voldoende ondersteund?”, vroeg de Voorzitter gisterenavond ook traditiegetrouw. Met veel andere woordvoerders stak ik gelijk mijn hand op. Het is een vast gebruik in de Kamer dat je andere partijen gelegenheid geeft moties in te dienen, ook al ben je het er zelf niet mee eens. Daarna ontspon zich een flinke discussie over de inhoud van de motie. Prima, zo’n inhoudelijke discussie. Maar vervolgens gebeurde er iets vreemds: kamerleden van bijna alle andere partijen begonnen achteraf hun steun in te trekken voor het toelaten van de motie. Zelf heb ik dat uitdrukkelijk niet gedaan. Ook na een nachtje slapen heb ik daar geen spijt van.

Achteraf je steun aan de indiening van een motie intrekken, is een vreemde handelwijze. Ons Reglement van orde voorziet daar helemaal niet in. Als je het fundamenteel oneens bent met een motie, is de normale weg dat je gewoon tegen stemt. Als je dat nog eens extra kracht wil bijzetten, mag je er ook nog een pittige stemverklaring bij afleggen. Zo zijn onze manieren.

Bovendien werkt deze actie ook nog eens averechts uit. De gedachte was om de Partij voor de Vrijheid hiermee eens een lesje te leren. Het tegendeel wordt echter bereikt. Het schept alleen maar extra aandacht voor deze kwestie. Dat vindt de Partij voor de Vrijheid prachtig. Natuurlijk roept die nu gelijk dat er een cordon sanitaire wordt gelegd rondom de partij, dus dat ze als groep buiten spel worden gezet. Kortom: alle aandacht voor deze kwestie. Door alle tumult rond deze ene motie zou je bijna vergeten dat er gisterenavond nog veel meer is gebeurd. Zelf heb ik onder meer een motie ingediend om souteneurs, in de volksmond beter bekend als 'pooiers', aan te pakken. Uit de evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod blijkt dat hier een enorm probleem ligt. Zij zijn degene die heel veel vrouwen in hun greep hebben. Dat vormt een groot beletsel om op te treden tegen onvrijwillige prostitutie. Dat is ook precies de reden waarom PvdA-burgemeester Cohen onlangs pleitte voor het opnieuw strafbaar stellen van souteneurschap. CDA en ChristenUnie hebben mijn motie mee-ondertekend. Ik ben benieuwd wat de andere regeringspartij, de PvdA, met mijn "Cohen-motie" gaat doen...