Van Speijk

Met dank overgenomen van C.G. (Kees) van der Staaij i, gepubliceerd op vrijdag 8 juni 2007.
Van Speijk
Bron: Blog Kees van der Staaij

Vanavond ben ik thuisgekomen van een boeiende reis naar “Hare Majesteits Van Speijk”. Dat is een Nederlands marineschip dat voor de kust van Libanon vaart. Er zijn ruim 150 Nederlandse militairen aan boord. Hun taak is om te helpen voorkomen dat er over zee wapens naar Libanon worden gesmokkeld. Met een aantal Defensiewoordvoerders uit de Tweede Kamer hebben we een bezoek aan het schip gebracht. Hiermee willen we onze betrokkenheid tonen bij deze uitgezonden militairen. Bovendien kunnen we zo zelf wat horen en zien over het reilen en zeilen van deze missie. Dat kan goed van pas komen als er over enkele weken besloten moet worden of de Kamer groen licht wil geven voor een verlenging van deze missie.

In de loop van de donderdagmorgen zijn we vanuit de luchthaven in Rotterdam vertrokken. We reizen met de Gulfstream, een vliegtuig van Defensie dat plaats biedt voor twaalf passagiers. We vliegen eerst naar Larnaca, een stad aan de zuidkust van Cyprus. De Nederlandse ambassade vertelt ons ’s avonds bij het eten wat over actuele kwesties op Cyprus. Het eiland Cyprus is een onafhankelijke staat (lid van de Europese Unie), die in het uiterste oostelijk deel van de Middellandse Zee ligt. Met name de bezetting door Turkije van het noordelijk deel van het eiland is nog steeds een gevoelige politieke kwestie. Ik vond het leuk dat dhr. Mandemakers van de Nederlandse ambassade niet alleen over de actualiteit spreekt, maar ook nog het nodige vertelt over het verleden. Hij haalt aan dat de apostel Paulus op zijn eerste zendingsreis naar Cyprus voer, en de toenmalige bestuurder voor het christelijk geloof werd ingewonnen. Op mijn hotelkamer lees ik in Handelingen 13 de wederwaardigheden van Paulus op Cyprus nog even na: over Elymas de tovenaar, en de bekering van de stadhouder Sergius Paulus.

Vrijdagmorgen gaan we met een helikopter verder. Niet met de Nederlandse helikopter die hoort bij de ‘Van Speijk’, maar met een grotere Duitse helikopter. Gevolg is wel dat we - na een uur en een kwartier vliegen - op het dek van het bijbehorende Duitse schip landen. Daarna moeten we met een kleine boot naar het Nederlandse fregat. Het blijkt nog een hele klus om van het heftig deinende bootje midden op zee op het Nederlandse schip te komen.

Aan boord van de ‘Van Speijk’ worden we uitvoerig voorgelicht over het werk dat op dit schip wordt verricht. Natuurlijk kijken we ook nog even rond. De militairen die we spreken zijn positief en enthousiast over deze missie. Al blijft het op het persoonlijke vlak toch altijd een hele opgave om maandenlang van huis weg te zijn. Commandant Tas van het schip geeft overtuigend aan dat met deze missie een bescheiden, maar belangrijke bijdrage wordt geleverd aan stabiliteit en controle in het zeegebied voor Libanon. De onlusten in de vluchtelingenkampen in Libanon die de afgelopen tijd in het nieuws zijn geweest, hebben overigens geen invloed gehad op de missie.

Al met al kan ik mij goed voorstellen dat het daadwerkelijk tot een verlenging van de missie komt. Wel neem ik mij voor bij dit komende debat aandacht te vragen voor de samenwerking met de mensen op het vasteland van Libanon die voor de Verenigde Naties werken. Het is belangrijk dat er voortvarend werk wordt gemaakt met de ontwapening van de Libanese Hezbollah, die in de zomer van 2006 een oorlog met Israël veroorzaakte. Ook moet hernieuwde wapensmokkel over land tegengaan. Libanon is geen eiland!

Na dit korte, maar krachtige bezoek is het rond een uur of half drie ’s middags voor ons al weer tijd om terug naar Nederland te gaan. Net als op de heenreis hebben we de ruim vier uur dat we met de Gulfstream onderweg zijn genoeg met elkaar te bespreken. Godsdienst, politiek, actuele discussies over orgaandonatie en de achtergronden van het Midden-Oostenconflict - het aardige van werkbezoeken als deze is ook dat je als kamerleden meer tijd hebt om met elkaar eens verder door te spreken dan je in een debat kan doen. Je leert elkaar ook persoonlijk wat meer kennen. Ook dat is een waardevolle kant van zulke werkbezoeken Kortom: een goed verzorgd, boeiend en nuttig werkbezoek!

 
Van Speijk
Bron: Blog Kees van der Staaij
 
Van Speijk
Bron: Blog Kees van der Staaij