Gelijke rechten

Met dank overgenomen van C.G. (Kees) van der Staaij i, gepubliceerd op dinsdag 29 mei 2007.

Kort geleden vroeg iemand mij: bij welke debatten heb je wel eens een gevoel van vervreemding? Laat ik vooropstellen: gelukkig speelt dit bij veel overleggen niet. Maar vandaag hadden we wel weer zo’n verdrietig stemmend overleg. Het ging over de procedure rond het wetsvoorstel om adoptie van een kindje uit het buitenland ook voor homoparen mogelijk te maken. Dit voornemen wordt door minister van Justitie Hirsch Ballin verdedigd. Het regeerakkoord legt dit wetsvoorstel helaas geen strobreed in de weg. De seculiere meerderheid heeft hier dus ruim baan.

Dat bleek wel. De homobelangenorganisatie COC werd op zijn wenken bediend: de meeste woordvoerders in het debat hadden last van ideologisch gedreven haast. Het wetsvoorstel moet en zal nog vóór de zomer worden behandeld. ‘Gelijke rechten’ is hier het toverwoord. Dat de adoptiekinderen hier bepaald niet gelijk worden behandeld, als ze opzettelijk een vader of een moeder wordt onthouden door plaatsing bij een homopaar, werd helaas even vergeten…

Een kamermeerderheid wil bij dit wetsvoorstel gelijk maar even regelen dat de partner van een lesbische vrouw, de zogenaamde meemoeder, voortaan op een juridisch eenvoudige manier de wettelijke ouder van het kind van een lesbische vrouw kan worden. Aan de aanwezigheid van de minister van Jeugd en Gezin bij het proceduredebat van vanmiddag was geen behoefte. Wel werd Minister Plasterk, die ook homo-emancipatie in zijn portefeuille heeft, speciaal naar de Kamer geroepen om te bezweren dat het hoog tijd wordt dat homoparen en heteroparen echt gelijke rechten krijgen. Hoezo gelijke rechten, vraag je je dan toch echt af. Hebben we soms een evolutiestap gemist? Sinds wanneer kan er louter uit het samenleven van twee mensen van hetzelfde geslacht een kind geboren worden?