Nederlandse Middenstands Partij (NMP)

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De Nederlandse Middenstands Partij (NMP) was een belangenpartij gericht op ondernemers. De partij werd opgericht in september 1970 en behaalde in 1971 bij de Tweede Kamerverkiezingen1 twee zetels. De zetels werden ingenomen door A.W. te Pas2 en J.H. de Jong3, waarover direct een conflict ontstond. Na een aantal onverkwikkelijke rechtszaken over steekpenningen, financiële malversaties en smaad stapte De Jong in september 1971 uit de fractie en ging als zelfstandige fractie verder. De NMP was toen met Te Pas een éénmansfractie geworden.

Na de verkiezingen van november 19724 kwam de NMP niet terug in de Tweede Kamer5.

De partij wilde onder meer een apart ministerie van Middenstand, waardoor het beleid voor het midden- en kleinbedrijf beter in het algemene economische beleid kon worden geïntegreerd. Verder wilde de NMP afschaffing van de wegenbelasting en verhoging van de benzineaccijns, drastische bezuiniging op overheidsuitgaven, tegengaan van misbruik van socialezekerheidswetten, afschaffing van ontwikkelingshulp en een verbod op eenzijdige politieke voorlichting op scholen.

Aan het gebruik van televisiezendtijd voor 'politieke doeleinden' diende een einde te komen en er moest meer toezicht komen op handhaving van fatsoensnormen.

De partij had relatief de meeste aanhang in West-Nederland, maar die lag overal tussen de 1 en 2 procent.

 

Jaar

Lijsttrekker

Zetels

Percentage

19711

Albert te Pas2

2

1,5

1.

Kerngegevens

Opgericht:

september 1970

 

Meer over

  • opgeheven partijen6

Kijk voor meer informatie over de NMP op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.

 

  • 1. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1971 waren op 28 april. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Kamer, maar tevens waren het grondwetsverkiezingen. Grootste partij werd de PvdA, grote nieuwkomer was DS'70 (nieuw met acht zetels). De zittende coalitie haar meerderheid verloor haar meerderheid; alle vier regeringspartijen verloren. Winst was er behalve voor DS'70 en de PvdA ook voor D'66. De nieuwe NMP kreeg twee zetels. Bij deze verkiezingen was voor het eerst de opkomstplicht afgeschaft.
     
  • 2. 
    Fractieleider van de Nederlandse Middenstandspartij, een partij die in 1971 twee zetels in de Tweede Kamer kreeg. Was voor hij Kamerlid werd directeur van een groothandel in schilderijen in Amsterdam. Kreeg al direct te maken met een conflict in zijn partij, omdat strijd ontstond over de vraag wie fractievoorzitter moest worden: hij of De Jong. Die laatste had de zetel 'overgenomen' van M. Dessing. De ruzie, had spoedig een splitsing tot gevolg. Speelde in de Kamer nauwelijks een rol van betekenis en sprak weinig. Keerde in december 1972 niet terug in het parlement.
     
  • 3. 
    Ondernemer die korte tijd de (ontevreden) middenstanders vertegenwoordigde in de Tweede Kamer. Was de grote man van Sorbo, een onderneming op het gebied van huishoudelijke schoonmaakartikelen. Bouwde die onderneming later verder nog uit met een textiel- en levensmiddelentak. Creatieve man, die als Kamerlid echter geen indruk maakte en al snel, na een ruzie met zijn fractiegenoot Te Pas, in de Kamer 'een kleine zelfstandige' werd. Vanwege zijn veelvuldige interrupties en pogingen om publiciteit te trekken weinig populair bij zijn mede-Kamerleden.
     
  • 4. 
    Het politieke beeld veranderde door de vervroegde Tweede Kamer­verkiezingen van 29 november 1972 drastisch. KVP en CHU verloren flink (elf zetels), waar PvdA en VVD wonnen. De PvdA bleef met Joop den Uyl als lijsttrekker de grootste. Hans Wiegel leidde de VVD naar zes zetels winst. Winnaar was ook de PPR, die vijf zetels won. Ter rechterzijde won de Boerenpartij twee zetels en behaalde de conservatief-katholieke RKPN één zetel.
     
  • 5. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 6. 
    Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.