Jeruzalem: de ondraaglijke lichtheid van het bestaan - Hoofdinhoud
Te gast: Toine van Teeffelen.
Toine woont met zijn christelijk-Palestijnse vrouw Mary en hun kinderen in Bethlehem.
Jeruzalem: de ondraaglijke lichtheid van het bestaan
Mary ging naar Jeruzalem. Ze had geluk, ze kreeg een Paasvergunning. Haar zus en moeder kregen er geen. ‘s Ochtends vroeg keek ze zenuwachtig welke schoenen ze aan zou trekken. Zouden ze biepen in de X-ray? Jara ging mee. Als dertienjarige heeft ze eigenlijk geen vergunning nodig (16 jaar is de leeftijdsgrens), maar onlangs gebeurde het dat voor al de leerlingen van haar klas vergunningen werden uitgeprint. Niemand wist waarom. Wat een vergunning, zei ik bij het zien van het papier. Met al die details, het lijkt wel een geboortebewijs. Ik had een bijzondere belangstelling want samen met collega’s bij het AEI willen we een kleine “tentoonstelling” van vergunningen aanbrengen op de Muur.
Mary wilde naar Jeruzalem om een medisch hulpmiddel te kopen voor haar moeder. In het nieuwe winkelcentrum bij de Jaffa Poort voelde ze zich echter niet op haar gemak. Ze wilde zo snel als maar kon weer terug naar Betlehem. De titel van het boek van Elias Chacour, “We behoren tot het land,” spookte door haar hoofd. “Wij behoren maar we behoren ook niet,” dacht ze. Vreemdeling in het eigen land. Waren het de gebouwen, de uitdrukkingen op de gezichten van de mensen? Een vriendelijke winkelier vroeg haar : « Hoe vaak kom je hier ? » « Misschien eens per jaar, » zei Mary. « Waarom ? » « Nou ja, ik heb een vergunning nodig, omdat ik van Betlehem ben. » “O, uit Betlehem, ja. Ik hoorde van dat probleem. Wij kunnen ook niet naar Betlehem. Het is triest.” Mary lachte toen ze dit vertelde. De politieke situatie symmetrisch maken is een manier om de conversatie schokvrij te houden. Terug in Betlehem voelde een bloemenhandelaar met Mary mee. Hij ook vond dat Jeruzalem buiten de oude stad langzaam een plaats wordt waar je je als Palestijn van vervreemd voelt.
Een verre kennis, die in Jeruzalem werkt, vertelde me dat hij laatst problemen kreeg met zijn Jeruzalemse identiteitskaart. Hij is er nu aan gewend een omweg te maken met zijn wagen om zo samen met de kolonisten uit Hebron de Jeruzalem-checkpoint langs te gaan. Dan wordt hij niet gecontroleerd. Door goed om zich heen te kijken heeft hij geleerd hoe zich als Israeli te gedragen wanneer je de checkpoint nadert. Belangrijk is zo min mogelijk vaart te verminderen. Dat doen Israeli’s niet. Je moet laten zien dat je niet twijfelt. Palestijnen hebben bij het zien van soldaten de neiging om vaart te verminderen of helemaal te stoppen, hetgeen je juist niet moet doen, want hierdoor verraad je jezelf. Kon hij met deze ochtend-maskerade leven? Eigenlijk niet, zei hij, het neemt je levensenergie geleidelijk aan weg. Je voelt je niet alleen een vreemdeling, maar ook een voortvluchtige in eigen land. In het weekend had hij geen zin meer naar Jeruzalem te gaan.
Laatst bezocht hij met een paar collega’s een café in Jeruzalem in een wijk waar je nog die oude statige Arabische huizen ziet die door hun bewoners in 1948 verlaten waren en waar ze niet meer naar konden terugkeren. De ober was ook hier aardig. Hij bleef normaal doen toen hij hoorde dat mijn kennis en zijn metgezellen onderling Arabisch spraken. Maar juist toen de ober een relaxed grapje maakte, voelde mijn kennis dat moment van diepe vervreemding dat Mary ook voelde. Het was niet alleen dat het voortvluchtig zijn in eigen land zo’n ontregelende ervaring is dat het bijna onnatuurlijk is om je relaxed te voelen, maar ook: Hoe kan een Israeli je op je gemak stellen terwijl andere Israeli’s je het leven moeilijk maken?
Voor hem en Mary, en veel anderen, voelt het leven in Jeruzalem aan alsof het is aangetast door die ondraaglijke lichtheid van het bestaan uit het boek van Kundera. Als Palestijn ben je jezelf en ook weer niet jezelf in Jeruzalem. Het kennelijke Israelische doel is de Palestijnen zoveel mogelijk te scheiden van de stad. Dat is ook het doel van dat absurde vergunningensysteem dat ieder in Betlehem en elders de hele tijd bezig houdt en dat ook voortdurend verandert. Wie weet wordt straks later dit jaar Jeruzalem door meer dan 100 landen erkend als hoofdstad. Maar tegelijk zullen talloze Palestijnen zelf hun geliefde stad nog nauwelijks als Palestijns herkennen.
Geplaatst op www.palestine-family.net
http://www.palestine-family.net/index.php?nav=5-15&cid=6&did=7787&pageflip=1