Europees Universitair Instituut (EUI)

Met dank overgenomen van Europa Nu.
Logo European University Institute met kerktoren in Florence

Dit instituut is in 1972 opgezet door de zes toenmalige lidstaten van de Europese Gemeenschappen i (Nederland, België, Luxemburg, Italië, West-Duitsland en Frankrijk). Aan het Europees Universitair Instituut werken promovendi en postdoctorale onderzoekers. Zij verzorgen onderwijs en doen onderzoek in de sociale wetenschappen, waarbij het de bedoeling is dat zij oog hebben voor het Europese perspectief in het bijzonder. Het instituut is gevestigd in Florence (Italië).

Inhoudsopgave

  1. Geschiedenis
  2. Organisatie

1.

Geschiedenis

Het plan om een Europees instituut voor hoger onderwijs op te zetten was al onderdeel van de besprekingen van de Europese beweging in de tweede helft van de jaren veertig, maar het initiatief kreeg pas vaste vorm tijdens de conferentie van Messina i. Daar besloten de zes landen die deelnamen aan de EGKS i om de economische integratie verder door te zetten en te gaan werken aan de Europese Economische Gemeenschap i (EEG) en het atoomagentschap EURATOM i, maar er werd ook gesproken over een Europese universiteit.

Nadat weerstand van Frankrijk was weggenomen, besloten de zes ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten van de EG in 1969 om een universiteit te vestigen in Florence.

In besprekingen in de volgende twee jaren werd de definitieve vorm van het Instituut vastgelegd: het zou niet, zoals eerder voorgesteld, een volledige universiteit worden, maar een instituut voor postdoctoraal onderzoek en scholing. Daarnaast werd het geen direct onderdeel van de EEG, maar een onafhankelijk instituut.

In 1972 tekenden vertegenwoordigers van de zes staten de 'Overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut' waarin deze afspraken vastgelegd werden. In 1976 kon het Instituut daadwerkelijk zijn deuren openen en de eerste onderzoekers verwelkomen.

2.

Organisatie

Het EUI bestaat uit vier afdelingen (Economie, Recht, Geschiedenis en Beschaving, en Politieke en Sociale Wetenschappen) en een onderzoekscentrum (het Robert Schuman Centre for Advanced Studies). Het instituut wordt bestuurd door drie organen:

  • De Hoge Raad, die twee keer per jaar bijeenkomt om in hoofdlijnen het beleid te bepalen en waarin elk bij het EUI aangesloten land vertegenwoordigd is
  • De voorzitter en de secretaris-generaal die verantwoordelijk zijn voor de organisatorische en administratieve leiding van het EUI
  • De Academische Raad, die verantwoordelijk is voor de wetenschappelijke kant van het beleid.

Naast deze drie organen is er ook nog een onderzoeksraad, die voorstellen voor grote onderzoeksprojecten doet en de toewijzing van financiering beoordeelt.