Steun gevraagd voor stadslandbouw in plaats van natte natuur in de Albrandswaard - Hoofdinhoud
Vragen gesteld aan staatssecretarissen Bleker en Atsma over de plannen voor een natuur- en recreatiegebied in de Albrandswaard
In het kader van het Project Mainport Rotterdam zijn er afspraken gemaakt om in de Albrandswaard een natuur- en recreatiegebied aan te leggen. Ik vind het echter belangrijk dat de plannen kunnen reken op een breed draagvlak onder de bevolking en dat het goed past in de overwegend stedelijke omgeving.
Ik heb zelf tijdens een werkbezoek aan het gebied ervaren dat de oorspronkelijke plannen om in het gebied natte natuur te ontwikkelen, op grote weerstand stuiten van de bewoners. Als je in het gebied rondloopt, kun je dat wel begrijpen. Het is een prachtige polder met karakteristiek agrarisch cultuurlandschap.
Bovendien zijn de plannen inmiddels achterhaald door de afspraken in het huidige regeerakkoord. Daar staat immers dat er geen nieuwe besluiten komen tot ontpoldering en dat bestaande plannen worden heroverwogen. Dat geldt ook voor de plannen om in de Albrandswaard natte natuur te maken waar bijna niemand op zit te wachten.
Ik ben het dan ook helemaal eens met de Zuid-Hollandse CDA Statenleden Marianne de Wild en Hans Démoed, dat het uitwerkingsplan dat in opdracht van de gemeente Albrandswaard is opgesteld en dat vandaag in het college is besproken, goede mogelijkheden biedt om enerzijds natuur te ontwikkelen en om anderzijds het karakteristieke landschap in tact te houden.
Ik ondersteun ook hun pleidooi om in het gebied meer ruimte te creëren voor vormen van stadslandbouw. Door boerenbedrijven gedeeltelijk in te richten als zorg- of recreatieboerderij waar onderwijsprojecten worden verzorgd en waar specifieke streekproducten worden verkocht, maak je het platteland toegankelijker voor inwoners van de grote steden en zorg je voor uitstekende recreatiemogelijkheden dicht bij huis.
Daarom heb ik vandaag aan de staatssecretarissen van EL&I en I&M de volgende vragen gesteld:
-
1.Kent u de ontwikkelingen in Albrandswaard en het Buijtenland van Rhoon?
-
2.Kent u de bereidwilligheid van betrokken, zoals Provincie Zuid-Holland, partners PMR, agrarische ondernemers en de stadsregio om te komen met een oplossing mbt de invulling van de compensatie voor de 2e Maasvlakte?
-
3.Bent u bekend met het fenomeen stadslandbouw? Deelt u de mening dat stadslandbouw een impuls kan zijn voor zowel het platteland in de omgeving van de stad en zijn plattelanders als een impuls voor de stad en zijn stedeling?
-
4.Deelt u de mening dat voor de natuurontwikkeling in de Albrandswaard, in overeenstemming met het regeerakkoord, een oplossing moet worden gezocht wat op draagvlak kan rekenen van de lokale bevolking?
-
5.Deelt u de mening dat daarom de oorspronkelijke plannen om in de Albrandswaard natte natuur te ontwikkelen niet in overeenstemming zijn met de letter en de geest van het regeerakkoord en dat er daarom gezocht dient te worden naar oplossingen voor natuurontwikkeling waarbij het agrarisch cultuurlandschap in tact blijft in combinatie met vormen van stadslandbouw?
-
6.Bent u bereid om Albrandswaard als pilotgebied te laten fungeren met als doel de ontwikkeling van stadslandbouw op grotere schaal te realiseren zodat op termijn stadslandbouw één van de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw in Randstedelijke gebieden (bv. Groene Hart)kan zijn?