Europa moet druk op Kadhafi zo groot mogelijk maken - Hoofdinhoud
De Europese Unie zal alle middelen die haar ten dienste staan, moeten inzetten om de druk op de Libische dictator Kadhafi en zijn regime zo groot mogelijk te maken. Welke fouten Europa en de Verenigde Staten in het verleden ook hebben gemaakt - en het waren er veel - nu is het moment om de zijde van de bevolking te kiezen. Als wij nu niet alles doen wat in ons vermogen ligt, zullen wij dat onszelf later niet vergeven.
Dit stuk staat ook op de opiniepagina van de Volkskrant, 24 februari 2011.
De Libische dictator Kadhafi dreigt zijn eigen bevolking met een bloedbad als de protesten tegen zijn bewind aanhouden. Dat het geen loos dreigement is, hebben we de afgelopen week kunnen zien: vele honderden Libiërs moesten hun gerechtvaardigde eisen voor meer vrijheid met de dood bekopen, een ongekend aantal mensen liep verwondingen op. Het regime gedraagt zich op een barbaarse wijze.
Internationaal neemt de verontwaardiging hierover gelukkig toe. De Europese Unie, die hierbij de leiding zou moeten hebben, had moeite tot een eensluidend standpunt te komen, omdat een aantal lidstaten Kadhafi aanvankelijk niet wilde laten vallen. De Italiaanse regering van Berlusconi, die ook tot het laatste moment steun bleef geven aan de Egyptische president Mubarak, kon zich moeilijk losmaken van haar verbondenheid met Kadhafi.
Het leidde ertoe dat de Europese ministers van Buitenlandse Zaken achter de feiten aanliepen en dat Hoge Vertegenwoordiger Ashton weer met een onduidelijke boodschap op pad werd gestuurd. Hierdoor worden Europese en dus ook Nederlandse belangen geschaad. De Arabische regio ligt op een steenworp afstand van Europa, er is duidelijk sprake van een lotsverbondenheid, ook al is deze vaak tegen wil en dank.
Voor de toekomst van Europa zijn de ontwikkelingen in de Arabische regio van zeer groot belang. Indien steeds meer Arabische landen zichzelf bij de haren uit het moeras van onderdrukking, vernedering, corruptie en wanbeleid zouden weten te trekken, zou dat niet alleen hun, maar ook onze vrede, stabiliteit en welvaart zeer ten goede komen. Als wij iets moeten opsteken van de afgelopen maanden, dan is het dat het steunen van dictaturen uit vrees voor instabiliteit vroeg of laat tot falen gedoemd is. Breken met deze praktijk is de eerste stap in de goede richting.
Verder zal de EU nu alle middelen die haar ten dienste staan, moeten inzetten om de druk op Kadhafi en zijn regime zo groot mogelijk te maken. Dat betekent dat alle tegoeden van de leiders van het regime op Europese bankrekeningen bevroren moeten worden. Ook zou de EU moeten onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om, namens het Libische volk, beslag te laten leggen op bedrijven, onroerend goed en andere activa en passiva van Kadhafi en zijn handlangers.
De EU zal ook duidelijk moeten maken dat alle acties tegen de burgerbevolking nauwkeurig worden vastgelegd, zodat deze kunnen dienen voor een aanklacht wegens misdaden tegen de menselijkheid tegen iedereen die in het regime verantwoordelijkheid draagt. Kadhafi en zijn entourage horen zich hetzij voor een rechtbank in een vrij Libië, hetzij voor het Internationaal Strafhof te verantwoorden voor hun wandaden.
Dit zijn maatregelen waarvan Kadhafi zelf - want hij lijkt ver heen, te oordelen naar zijn televisietoespraak - waarschijnlijk niet onder de indruk zal raken. Maar zijn familie en entourage wel, want zij verkeren voortdurend in het Westen, waar zij vele woningen bezitten en grote tegoeden beheren. Het vooruitzicht om niet in een chique appartement in Parijs te zitten, maar in een kale cel in Scheveningen, zal niet erg aantrekkelijk zijn.
Meer dan 80 procent van de Libische export komt in de EU terecht, het grootste deel daarvan in olie en gas. En 55 procent van alles wat Libië importeert komt uit de EU. Dus zijn deze handelsstromen ook een zeer machtig wapen in Europese handen. Als er geen Libische olie meer naar Europa komt, heeft met name Italië op de korte termijn een probleem. Dat probleem moet door Europese solidariteit worden ondervangen, hetgeen niet ingewikkeld is, want het aandeel van Libische energie op de Europese markt als geheel is relatief gering. Het maakt wel duidelijk dat er snel een gemeenschappelijk Europees energiebeleid moet komen.
Hoe lastig ook voor Italië, dit probleem valt in het niet bij de problemen voor het Libische regime als men geen olie en gas meer naar Europa zou mogen exporteren. Dan drogen de inkomstenbronnen op en kunnen er ook geen huurlingen meer worden betaald of handlangers worden afgekocht, zeker als er ook geen toegang meer is tot buitenlandse tegoeden.
Het is de Arabische bevolking die ons met de neus op de feiten heeft gedrukt. Wij weten nu dat er wel degelijk alternatieven kunnen zijn voor Arabische dictators, zonder dat men per definitie vervalt in islamistische dictaturen. De zucht naar vrijheid, gerechtigheid, waardigheid en welvaart maakt de mensen zo moedig, dat zij hun leven riskeren om zich te bevrijden van dictatuur.
Welke fouten Europa en de Verenigde Staten in het verleden ook hebben gemaakt - en het waren er veel - nu is het moment om de zijde van de bevolking te kiezen. Als wij nu niet alles doen wat in ons vermogen ligt, zullen wij dat onszelf later niet vergeven.