Hoe is het overheidstekort ontstaan en waarom moeten we ingrijpen? - Hoofdinhoud
Naar aanleiding van veel vragen probeer ik in het kort het ontstaan van het overheidstekort uit te leggen en waarom de overheid moet ingrijpen.
De kredietcrisis begon in de zomer van 2007 op de Amerikaanse huizenmarkt. Toen kwam een eind aan de jarenlange stijging van de huizenprijzen, en werd duidelijk dat mensen veel te hoge hypotheken hadden die ze niet meer konden betalen. Hierdoor kwamen banken direct in de problemen, omdat zij zelf teveel geld geleend hadden. En omdat banken de slechte hypotheken vaak hadden doorverkocht aan andere financiële instellingen als bij elkaar geraapte ‘pakketten’, kwamen ook de internationale financiële markten in gevaar en was het vertrouwen daar verdwenen.
Dat banken en consumenten in Amerika teveel geleend hadden kwam trouwens ook doordat er in China zoveel gespaard werd en de rente daardoor laag was. Ook mankeerde er het nodige aan de manier waarop banken met risico omgingen, de exorbitante bonussen die ze zichzelf toebedeelden en was het toezicht op de banken onvoldoende.
Zonder een goed werkend financieel stelsel kan de economie niet goed draaien. Wereldwijd zagen burgers de waarde van hun beleggingen en hun huis dalen en gingen mensen minder consumeren. Banken waren bang om geld uit te lenen aan bedrijven en burgers, waardoor er minder geïnvesteerd en geconsumeerd werd. Pensioenfondsen kwamen in de problemen door inzakkende financiële markten. Sommige banken dreigden om te vallen en een enkeling viel zelfs om, wat de crisis nog groter maakte. Hierdoor werd de onzekerheid bij de consument nog groter en vielen de investeringen van bedrijven sterk terug. Eind 2008 en begin 2009 kromp de wereldeconomie. Ook de Nederlandse economie kromp fors, met vier procent, vooral door lagere exporten. Inmiddels lijkt de situatie weer redelijk stabiel. Maar de crisis heeft wel een forse rekening achtergelaten, omdat de overheid met veel geld de economie ondersteunde. Daarbij daalden de inkomsten van de overheid sterk omdat er minder belasting binnenkwam.
Door onafhankelijke economen is berekend dat deze crisis zo erg was, dat hierdoor de economie structureel (dus langdurig) op een lager niveau is gebracht. Vaak is een recessie een conjuncturele (tijdelijke) dip en komt het vanzelf weer goed, maar nu is maar liefst 5 procent van onze economie langdurig kleiner geworden. Doordat we met zijn allen minder verdienen, zijn de inkomsten (met name belastingopbrengsten) lager. Maar de overheidsuitgaven stijgen zonder ingrijpen op de oude voet verder, dus het hogere niveau. Het verschil tussen deze uitgaven en de inkomsten is de belangrijkste oorzaak van het dreigende structurele tekort bij de overheidsfinanciën .
De rekening van de crisis komt bovenop het probleem van de vergrijzing. Het CPB heeft berekend dat we structureel 29 miljard euro tekort komen om de vergrijzing en de crisis te kunnen betalen. Dat is bijna 5 procent van wat we met elkaar verdienen in Nederland. En het is niet verantwoord om die rekening voor ons uit te schuiven. Dat zou namelijk betekenen dat onze kinderen en kleinkinderen het gelag moeten betalen. Aan de andere kant is duidelijk dat zo’n enorme opgave niet in één klap opgelost kan worden. We moeten er ook voor waken de nog wankele economie kapot te bezuinigen.
De Studiegroep Begrotingsruimte heeft deze maand een advies uitgebracht over hoe we dit probleem aan kunnen pakken. Kern van dit advies is dat het komende kabinet tot 2015 meer dan de helft van het probleem (18 miljard euro) oplost, en de problemen niet voor zich uitschuift. Daarnaast moet het nieuwe kabinet volgens dit advies besluiten tot een fors pakket van zogeheten houdbaarheidsmaatregelen. Dat zijn maatregelen die je nu al kan nemen, maar die vooral op langere termijn een positief effect op de overheidsfinanciën hebben. Op deze manier houden we de staatsschuld in bedwang en wordt geen rekening achtergelaten voor onze kinderen en kleinkinderen.
Meer over ...