Opinie

Met dank overgenomen van A. (Arjan) El Fassed i, gepubliceerd op vrijdag 3 december 2010.

GroenLinks daagt de regering van VVD en CDA uit hun oude funeste ontwikkelingsbeleid te hervormen.

Het debat over ontwikkelingssamenwerking wordt vandaag vooral gevoerd over de grootte van het budget en of dat geld effectief wordt besteed. De wijze waarop we ontwikkelingslanden kunnen steunen is een belangrijk vraagstuk. Bovendien zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat de regering volledige openheid geeft over aan welk land of organisatie geld wordt gegeven en of dit effectief besteed is.

Wie zich echter afvraagt of ontwikkelingssamenwerking werkt, moet zich hier niet op blind staren. Want het budget van ontwikkelingssamenwerking is gewoonweg te gering om de negatieve effecten van zelfzuchtige politiek van rijke landen op te heffen voor ontwikkelingslanden. Om armoede effectief aan te pakken zijn er naast ontwikkelingssamenwerking ook politieke oplossingen vereist. Zonder deze politieke veranderingen zijn we aan het dweilen met de kraan open.

Effectief

Het is effectief buitenlands beleid dat ervoor kan zorgen dat er een versoepeling komt van octrooien op medicijnen waardoor ontwikkelingslanden betere toegang krijgen tot levensreddende, betaalbare medicijnen voor miljoenen mensen. Ook kunnen we in allerlei internationale fora ervoor zorgen dat er een heffing komt op financiële transacties om speculatieve handel tegen te gaan en markten te stabiliseren. Eén van de oorzaken van de voedselcrisis een paar jaar geleden kan daarmee worden uitgebannen.

Eerlijke handelsregels zijn noodzakelijk om ontwikkelingslanden kansen te bieden om duurzame en inclusieve economische ontwikkeling te bereiken. Zo maken rijke landen, waaronder Nederland, het voor ontwikkelingslanden nog steeds heel moeilijk om bepaalde producten op onze markt te brengen. Bovendien dwingen deze landen bij ontwikkelingslanden af dat zij hun eigen markt niet (tijdelijk) mogen beschermen. Met sterke westerse multinationals met oneindig diepe zakken als concurrent heeft het eigen opkomende bedrijfsleven geen schijn van kans.

Biomassa

Lokale boeren worden van hun land verdreven om plaats te maken voor grote multinationale landbouwbedrijven die onder andere biomassa produceren voor de wens om alternatieve energiebronnen te ontwikkelen. Deze biomassa wordt direct verscheept naar de rijkste landen, waardoor het geen geld en, misschien nog wel belangrijker, geen eten oplevert voor de armen in ontwikkelingslanden. Overheden stellen te weinig eisen aan deze biomassa, zodat zij de vastgestelde Europese norm van 10% duurzame brandstoffen in brandstof voor het wegverkeer zo goedkoop mogelijk kunnen halen.

Ondertussen sluizen de multinationals mede dankzij het Nederlandse fiscale stelsel hun winsten weg uit ontwikkelingslanden voordat er belasting kan worden geheven. Nederland kent een uitgekiend stelsel van belastingverdragen en heeft een zeer vriendelijk regime voor de winstbelasting, dat in 2006 door VVD-minister Zalm nóg verder is versoepeld. Ontwikkelingslanden lopen zo honderden miljarden aan belastinginkomsten mis door belastingontwijking en -ontduiking. Intussen verdient Nederland goed aan de postbusvestigingen van multinationals.

Dit zijn slechts een paar voorbeelden van hoe rijke landen, waaronder EU-lidstaten en ook Nederland met de ene hand geven en met de andere weer terug grijpen. Het mag een wonder heten dat zoveel landen en mensen anno 2010 nog de weg naar ontwikkeling hebben gevonden, ondanks de voor veel ontwikkelingslanden ongunstige omstandigheden.

Centen

Terwijl alle aandacht in het huidige debat uitgaat naar de centen die aan ontwikkelingssamenwerking worden besteed, vergeten we te kijken naar de effectiviteit van het totale Nederlandse beleid. In de discussie over de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking en de grootte van het budget, kan dit niet onbesproken blijven. Want pas als we politiek goede keuzes maken wordt ontwikkelingssamenwerking effectief. En hoe effectiever we zijn met het maken van politieke stappen, hoe minder geld we uit hoeven geven aan ontwikkelingssamenwerking. Uiteindelijk kunnen we dan binnen afzienbare tijd wegens succes stoppen met ontwikkelingssamenwerking. Dat zou nog eens een solide investering zijn.

Het zijn de huidige coalitiegenoten VVD en CDA die sinds de start van het Nederlands ontwikkelingsbeleid in de jaren vijftig bijna aaneengesloten aan de macht zijn geweest. Aan de vooravond van ingrijpende bezuinigingen van de nieuwe regering op ontwikkelingssamenwerking is nu het moment om een routekaart uit te stippelen hoe we ontwikkelingslanden effectief gaan ondersteunen. Hierbij moeten ons financiële, belasting-, landbouw- en economisch beleid onder de loep genomen worden. GroenLinks daagt de regering van VVD en CDA uit een dergelijke routekaart op te stellen en hun oude beleid dat funest is geweest voor de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking te hervormen.

Hulp

Laten we met ontwikkelingssamenwerking de randvoorwaarden creëren in ontwikkelingslanden, zodat zij in staat worden gesteld zichzelf te ontwikkelen. Wij kunnen bijvoorbeeld hulp bieden bij het vormen van een werkend belastingsysteem en justitieapparaat, een Kamer van Koophandel, een goed onderwijssysteem dat aansluit op de arbeidsmarkt, landbouwkennis voor kleine boeren en microkredieten voor het midden- en kleinbedrijf om te groeien. Als we vervolgens met onze politieke keuzes eerlijke handelskansen creëren voor ontwikkelingslanden, ons belastingstelsel doorlichten en octrooirecht voor medicijnen aanpassen, dan kunnen we een echte oplossing voor armoede bieden.

Arjan El Fassed, Tweede Kamerlid GroenLinks

Dit artikel verscheen gisteren op de opiniepagina van vk.nl