Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 32565 VIII - Wijziging begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2010 (Najaarsnota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting
Document­datum 02-12-2010
Publicatie­datum 02-12-2010
Nummer KST32565VIII2
Kenmerk 32565 VIII, nr. 2
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2010–2011

32 565 VIII

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en

Innovatie en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

B. BEGROTINGSTOELICHTING

  • 1. 
    Leeswijzer                                                                                                2
  • 2. 
    Het beleid                                                                                                 2

2.1      Overgang verantwoordelijkheid Kinderopvang                                   2

2.2      Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties               3

2.3      De beleidsartikelen                                                                                 5

2.4      De niet-beleidsartikelen                                                                        28

  • 1. 
    Leeswijzer

Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op beleidsartikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2010.

In paragraaf 2 «Het beleid» wordt de aansluiting gemaakt met de Najaarsnota 2010. In paragraaf 2.1 wordt allereerst een toelichting gegeven op de overgang van Kinderopvang van OCW naar SZW. Vervolgens worden in paragraaf 2.2 de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel gespecificeerd en toegelicht. In paragraaf 2.3 en 2.4 wordt inzicht gegeven in de financiële mutaties op artikelniveau voor de beleidsartikelen respectievelijk de niet-beleidsartikelen.

Overzicht verantwoordelijke ministers

Voor enkele beleidsterreinen van OCW is sprake van een overgang van verantwoordelijkheden naar een ander departement. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke beleidsterreinen dit betreft.

Art. Nr.

Art. Onderdeel

Omschrijving

Beleidsverantwoordelijke ministers

 

16

-

Onderzoek en wetenschappen

16

01.

Onderzoekbestel

16

90.

Ontvangsten

24

-

Kinderopvang

24

01.

Wet kinderopvang

24

02.

Subsidies

24

03.

Overige uitgaven

24

42.

Uitvoeringsorganisatie

24

90.

Belastingontvangsten

24

91.

Werkgeversbijdrage

24

92.

Overig relevante ontvangsten

1 1

Minister van Minister van Minister van Minister van Minister van Minister van Minister van

SZW SZW SZW SZW SZW SZW SZW

1 Van de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Kamerstuk 32 500 VIII, nr. 2) komen de onderwerpen inzake het innovatiebeleid over naar het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie: artikel 16, waar het TNO, MARIN, NLR en Deltares betreft. Ten aanzien van de medeverantwoordelijkheid van de ministers van OCW en EL&I voor het beleid met betrekking tot de KNAW en de NWO geldt dat de minister van EL&I het algemeen innovatiebeleid coördineert en doorzettingsmacht heeft.

Voor de overige artikelonderdelen op de OCW-begroting is de minister van OCW verantwoordelijk.

  • 2. 
    Het beleid

2.1 Overgang verantwoordelijkheid Kinderopvang

De verantwoordelijkheid voor het beleidsterrein Kinderopvang is per 14 oktober jongstleden overgegaan van de minister van OCW naar de minister van SZW. Over de budgettaire verantwoordelijkheid gedurende de periode vanaf 14 oktober tot en met het einde van het begrotingsjaar 2010 zijn de volgende afspraken gemaakt:

  • 1. 
    Het saldo van de tegenvaller van 65 miljoen en de meevaller van 13,9 miljoen op het artikel 24 Kinderopvang wordt gedekt door compensatie vanuit andere artikelen van de OCW-begroting;
  • 2. 
    Mee- en tegenvallers na de Najaarsnota op dit artikel zijn voor rekening en risico van de begroting van SZW. Bij de Slotwet 2010 zullen de eventuele saldi worden vastgesteld en bij Voorjaarsnota 2011 worden overgeboekt naar de begroting van SZW.

2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

In de 2e suppletoire begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven van de effecten van de besluiten van het kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting in 2010 een uitgavenpeil van circa € 36,8 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is circa € 2,2 miljard.

In tabel 1 wordt de aansluiting getoond van de uitgaven en ontvangsten tussen de 1e suppletoire begroting 2010 en de 2e suppletoire begroting 2010. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2011 en de hiermee samenhangende OCW-begroting.

Tabel 1 Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2010 (x € 1 miljoen)

Artikel

Uitgaven

Ontvangsten

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010 (Voorjaarsnota) Belangrijkste mutaties:

1        Ramingsbijstelling kinderopvang

2        Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en Lesgeld

3        OV-jaarkaart

4        Overlopende verplichtingen

5        Beelden voor de toekomst

6        FES

7        Mee- en tegenvallers

8        Beleidsmatig overig

9        Technisch

 
 

36 542,2

2 047,9

 

37 028,8

2 207,4

24

115,0

 

11, 12 en 13

  • 117,3
  • 2,7

11

125,9

 

diversen

  • 168,5
 

14

25,0

 

diversen

  • 44,6
  • 44,6

diversen

  • 58,5

30,6

diversen

  • 18,8
 

diversen

  • 45,7

34,8

Stand 2e suppletoire begroting 2010 (Najaarsnota)

36 841,3

2 225,5

Toelichting op de belangrijkste mutaties

1) Ramingsbijstelling kinderopvang

De extra uitgaven zijn grotendeels op het conto te schrijven van grotere aantallen kinderen in de opvang dan geraamd, zowel in de buitenschoolse opvang als in de dagopvang. Daarnaast zijn er hogere uitgaven dan geraamd bij de afrekening door de belastingdienst van in eerdere jaren als voorschot verstrekte toeslagen.

2) Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en Lesgeld De ramingsbijstelling heeft meerdere oorzaken. Het aantal studerenden met een aanvullende beurs blijft achter bij het geraamde aantal. Daarnaast zijn er minder omzettingen van prestatiebeurs (basisbeurs, aanvullende beurs, OV-kaart) in een gift dan geraamd. Verder zijn er meer ontvangsten dan geraamd. Voor de WTOS zijn er voor het nieuwe schooljaar (2010/2011) veel minder aanvragen dan geraamd. De doelgroep wordt nogmaals geattendeerd op het bestaan van de regeling en verwachting is dat een deel van deze aanvragen niet meer in 2010 maar in 2011 tot betaling zal komen.

3) OV-jaarkaart

Een deel van de verplichtingen voor de OV-studentenkaart 2011 wordt al in 2010 voldaan.

4) Overlopende verplichtingen

Op diverse artikelen zijn er verplichtingen die niet in 2010 tot uitgaven leiden (overlopende verplichtingen). De mutaties betreffen onder meer: minderjarige mbo-ers die volgend jaar met terugwerkende kracht een beroep kunnen doen op de WTOS, subsidie aan ROC’s waar gastouders de benodigde diploma’s hebben behaald en die pas in 2012 aan de desbetreffende ROC’s zal worden uitgekeerd en middelen die nog resteren voor de regeling Kenniswerkers waarbij R&D-medewerkers uit het bedrijfsleven tijdelijk worden gedetacheerd bij publieke kennisinstellingen ten behoeve van het behoud van onderzoekers / kenniswerkers voor Nederland.

5) Beelden voor de toekomst

Het project Beelden voor de Toekomst is onlangs geëvalueerd. De evaluatie wijst uit dat de terugverdienverplichting niet haalbaar is. Om het project te kunnen afbouwen op een manier die aan reeds aangegane verplichtingen voldoet, wordt incidenteel een bedrag van € 25,0 miljoen beschikbaar gesteld.

6) FES

In 2010 zijn voor twee projecten middelen toegevoegd aan de OCW-begroting. Voor het project VVE Versterk is in totaal € 34,8 miljoen toegevoegd voor de jaren 2010–2020, waarvan € 9,6 miljoen in 2010. Voor enkele projecten Maatschappelijke sectoren & ICT is voor 2010 in totaal € 0,5 miljoen toegevoegd. Daarnaast komt voor diverse projecten (waaronder BSIK, Beroepsonderwijs in bedrijf en Rendement en Excellentie) een deel van de FES-middelen niet in 2010 tot besteding. Het gaat in totaal om € 54,7 miljoen en deze middelen worden doorgeschoven naar 2011. De uitgaven- en ontvangstenraming van de FES-middelen wordt voor 2010 wordt per saldo met € 44,6 miljoen verlaagd.

7) Mee- en tegenvallers Dit betreft een saldering van diverse mee- en tegenvallers.

8) Beleidsmatig overig

Dit betreft diverse beleidsmatige mutaties in 2010 ter (gedeeltelijke) dekking van enkele, voor OCW specifieke problemen zoals de leerlingenontwikkeling en het afbouwen van het project Beelden voor de toekomst.

9) Technisch

Het betreft desalderingen van uitgaven met ontvangsten en overboekingen met andere departementen.

2.3 De beleidsartikelen

Artikel 1. Primair onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1 000)

Stand ontwerp begroting

2010

Stand 1e

suppletoire begroting

2010

Mutaties 2e

suppletoire begroting

2010

Stand 2e

suppletoire begroting 2010

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

9 459 204

9 511 789

46 835

9 464 954

Totale uitgaven

Programma-uitgaven

Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs

Personele bekostiging

Materiële bekostiging

Verbeteren binnenmilieu

Onderwijspersoneelsbeleid

Invoering persoonsgebonden nummer

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

Aanpak (zeer) zwakke scholen

Overig

Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten Excellentie en talentontwikkeling Verbreding techniek in het basisonderwijs Cultuur en school Overig

Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften

Passend onderwijs en LGF

Onderwijsachterstandenbeleid GOA/OAB, VVE en schakelklassen

Segregatie

Onderwijsvoorzieningen voor jonggehandicapten

Veiligheid op school

Overig

Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school

Brede scholen

Dagarrangementen en combinatiefuncties

Tussenschoolse opvang

Overig

Voorcalculatorische uitdelingen

Programmakosten overig

Uitvoeringsorganisatie DUO Overig

Apparaatsuitgaven

 

9 460 420

9 513 005

  • 46 835

9 466 170

9 455 659

9 507 996

  • 46 835

9 461 161

8 980 140

9 134 920

- 6 185

9 128 735

7 712 843

7 843 426

1 180

7 844 606

1 146 968

1 146 691

  • 3 774

1 142 917

79 647

105 388

312

105 700

4 427

4 427

  • 860

3 567

2 000

1 833

  • 830

1 003

10 000

10 208

  • 2 462

7 746

2 400

1 800

196

1 996

21 855

21 146

53

21 199

65 234

65 377

- 2 773

62 604

31 150

31 814

  • 3 342

28 472

3 095

3 127

668

3 795

4 955

4 955

  • 50

4 905

18 483

18 483

0

18 483

7 551

6 999

  • 49

6 950

259 415

255 089

- 30 413

224 676

93 726

95 944

  • 22 695

73 249

111 469

104 464

  • 2 981

101 483

1 830

1 830

  • 982

848

22 204

22 204

  • 2 900

19 304

22 928

23 318

  • 800

22 518

7 258

7 329

  • 55

7 274

11 072

7 882

- 5 731

2 151

11 047

7 857

  • 6 231

1 626

0

0

500

500

0

0

0

0

25

25

0

25

95 152

- 971

971

0

44 646

45 699

- 2 703

42 996

33 771

33 724

  • 3 108

30 616

10 875

11 975

405

12 380

4 761

5 009

5 009

Ontvangsten

5 936

7 936

36 977

44 913

NB. Verschillen in de optelling worden veroorzaakt door afrondingsverschillen

Toelichting mutaties

Voor artikel 1 (Primair onderwijs) is er per saldo sprake van een daling van de uitgaven met € 46,8 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor + € 1,5 miljoen betreffen het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 48,3 miljoen gedaald.

0

De ontvangsten zijn met € 37,0 miljoen gestegen. Voor € 10,4 miljoen betreffen het technische mutaties. Als gevolg van autonome mutaties zijn de ontvangsten met € 26,6 miljoen gestegen.

Toelichting per operationele doelstelling

Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs

Personele bekostiging

Het budget voor personele bekostiging wordt per saldo met € 1,2 miljoen verhoogd. Dit betreft ondermeer het overboeken van € 15 miljoen uit het budget passend onderwijs naar de personele bekostiging, waaronder ook de bekostiging van scholen voor zorgleerlingen valt. Er treedt daarnaast een meevaller op van € 14 miljoen als gevolg van meer ontvangsten vangnet zwangerschapsverlof. Een deel van deze meevaller (€ 7,3 miljoen) wordt doorgeschoven naar 2011 ter dekking van de verwachte overschrijding op de kosten voor zorgleerlingen.

Materiële bekostiging

Op de materiële bekostiging doet zich een daling voor van € 3,8 miljoen. Belangrijke componenten daarvan zijn € 1,8 miljoen in verband met opgelegde sancties, een onderuitputting op de reguliere bekostiging van circa € 0,4 miljoen en een bijdrage aan de huisvesting van scholen op de BES-eilanden van circa € 0,9 miljoen afkomstig uit een meevaller op de groeiregeling basisonderwijs. In totaal wordt uit het materiële artikel € 2 miljoen bijgedragen aan de huisvesting voor scholen op de BES-eilanden.

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

De uitgaven voor het gesubsidieerde godsdienstonderwijs en humanistische vorming in 2010 zijn circa € 2,5 miljoen lager dan geraamd. Er is nog sprake van opbouw van activiteiten, zodat niet het hele budget van € 10 miljoen in 2010 nodig is.

Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit

Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten

In totaal wordt dit budget met € 3,3 miljoen verlaagd. Het gaat hierbij om een bedrag van circa € 1,6 miljoen dat niet in 2010 tot betaling is gekomen voor o.a. het project opbrengst gericht werken, het project alle scholen in beweging en het project scholen voor morgen. Verder is er sprake van minder aanspraak op de voorziening kwaliteitsagenda ter grootte van circa € 1 miljoen.

Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften

Passend Onderwijs

In totaal wordt dit budget met € 22,7 miljoen verlaagd. Dit betreft onder andere de bovengenoemde overboeking van € 15 miljoen naar de personele bekostiging 2010. De resterende € 7,7 miljoen wordt in 2010 niet uitgegeven maar in de eindejaarsmarge meegenomen. Verder hebben nog een aantal technische overboekingen plaatsgevonden van circa € 3 miljoen.

Onderwijsachterstanden

Per saldo wordt dit budget verlaagd met € 3,0 miljoen. De belangrijkste mutaties zijn: Vanuit het FES is een bedrag van € 9,6 miljoen toegevoegd voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Daarnaast wordt € 6,6 miljoen van dit budget ingezet ter dekking van de problematiek kinder- opvang. Tot slot is het budget onderwijsachterstanden voor de bijzondere bekostiging in 2010 met € 3,2 miljoen verlaagd. Dit bedrag wordt meegenomen in de eindejaarmarge.

Onderwijsvoorziening jonggehandicapten

De realisatie op dit budget valt lager uit dan geraamd, hierdoor valt € 2,9

miljoen vrij.

Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school

Brede school

Het budget voor brede scholen wordt per saldo verlaagd met € 6,2 miljoen. Deze verlaging betreft onder andere een overboeking aan het Gemeentefonds van € 3,6 miljoen ten behoeve van de realisatie van combinatiefuncties in brede scholen. Daarnaast valt er € 2 miljoen vrij op dit budget en is het budget met € 0,4 miljoen verhoogd als gevolg van technische overboekingen.

Overige programmakosten

Het totale budget uitvoeringskosten wordt verlaagd met € 2,7 miljoen. Dit komt onder andere doordat de uitvoeringskosten voor de stimuleringsmaatregelen in het kader van Onderhoud en bouw scholen € 1,3 miljoen lager zijn dan geraamd. Deze worden nu als (extra) programmakosten via de regeling uitbetaald aan gemeenten voor onderhoud en bouw van scholen. Daarnaast zijn de uitvoeringskosten voor DUO anders verdeeld over de beleidsartikelen, waarbij het aandeel van beleidsterrein 1 lager is geworden met € 1,3 miljoen.

Toelichting ontvangsten mutaties

Eind 2009 heeft de eindafrekening plaatsgevonden van de Regeling OCW dagarrangementen en combinatiefuncties (2006–2009). Een deel daarvan wordt afgewikkeld in 2010. Daaruit vloeit € 6 miljoen aan ontvangsten van gemeenten voort.

Hiernaast vallen de ontvangsten € 19 miljoen hoger uit. Dit komt onder andere doordat een bedrag van € 7 miljoen is ontvangen van de WEC-raad in verband met de afrekening van het project Op de Rails over de periode 2006–2009; daarnaast is circa € 10 miljoen ontvangen van schoolbesturen door verrekeningen van ten onrechte betaalde bekostiging op basis van jaarverslagen en op grond van de Regeling in mindering brengen uitkeringen. Verder is € 9,6 miljoen aan FES-middelen ontvangen voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE).

Artikel 3. Voortgezet onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

 

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

6 838 245

6 939 930

  • 11 314

6 928 616

Totale uitgaven Programma-uitgaven

6 869 680 6 864 957

6 971 365 6 966 476

  • 10 114
  • 16 484

6 961 251 6 949 992

Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs

Personele en materiële bekostiging

Investeringen in energiebesparing en een beter binnenmilieu

Actieprogramma «Onderwijs bewijs» (FES)

Onderwijsverzorging

Projecten

Belangenbeht.dienstverl. ICT (po, vo, be)

Leerlingen volgen voortgezet onderwijs van hoge kwaliteit Kwaliteitsprojecten via VO-Raad Kwaliteitsbeleid voortgezet onderwijs

Leerlingen ervaren een goede aansluiting tussen onderwijsfases in hun doorlopende leerlijn

Experimenten vmbo-mbo2

Leerlingen krijgen een beter leeraanbod gericht op sociale en maatschappelijke vaardigheden

Maatschappelijke stage

Programmakosten-overig

Uitvoeringsorganisatie DUO

Apparaatsuitgaven

 

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

vastgestelde

2010

2010

 

begroting

     

2010

     

6 707 743

6 797 395

- 18 812

6 778 583

6 553 181

6 633 675

- 10 102

6 623 573

40 900

50 900

0

50 900

9 153

3 762

  • 239

3 523

53 160

53 160

  • 1 751

51 409

19 164

19 089

  • 3 100

15 989

32 185

36 809

  • 3 620

33 189

64 035

64 159

- 54

64 105

3 550

3 482

0

3 482

60 485

60 677

  • 54

60 623

4 531

15 980

0

15 980

4 531

15 980

0

15 980

66 180

66 164

- 520

65 644

66 180

66 164

- 520

65 644

22 468

22 778

2 902

25 680

22 468

22 778

2 902

25 680

4 723

4 889

6 370

11 259

Ontvangsten

62 144

63 760

4 269

59 491

Toelichting mutaties

Voor artikel 3 (Voortgezet onderwijs) is sprake van een daling van de uitgaven met € 10,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor – € 6,3 miljoen betreft het technische mutaties. Het gaat om desalderingen van FES-middelen (– € 8,3 miljoen) en in- en externe overboekingen (€ 2,0 miljoen). Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 3,8 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn met € 4,3 miljoen gedaald. Voor – € 8,3 miljoen betreft het technische mutaties in verband met desalderingen van FES-middelen. Als gevolg van autonome mutaties zijn de ontvangsten met € 4,0 miljoen gestegen.

Toelichting per operationele doelstelling van de belangrijkste mutaties

Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs

Een bijstelling van – € 3,0 miljoen in verband met minder uitgaven voor projecten in het voortgezet onderwijs.

Desalderingen van FES-middelen voor een bedrag van – € 8,3 miljoen. Daarnaast is er sprake van een overheveling van middelen ad. € 6,2 miljoen van deze operationele doelstelling naar de «apparaatsuitgaven voortgezet onderwijs» in verband met de overheveling van de middelen voor het College van Examens.

Toelichting ontvangsten mutaties

Dit betreft extra ontvangsten als gevolg van terugvorderingen naar aanleiding van het jaarverslag 2009 van de Stichting Kennisnet en naar aanleiding van de controle op aanvragen in het kader van de regeling praktijkgerichte leeromgeving vmbo/pro.

Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

vastgestelde

2010

2010

 

begroting

     

2010

     

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

3 435 522

3 515 330

  • 75 017

3 440 313

Totale uitgaven

Programma-uitgaven

Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen

Bekostiging roc’s/overige regelingen

Korting 2e teldatum (coalitieakkoord)

Bekostiging kbb’s

School-ex programma

Competentiegerichte kwalificatiestructuur

Overig

Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken

Taal en rekenen

Innovatiearrangement

Innovatiebox

Regeling stagebox

Stage en leerbaanoffensief Kenniscentra

Netwerkscholen (FES)

Overig

Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften

Leerlinggebonden financiering (LGF)

Educatie

Aanvalsplan Laaggeletterdheid

Leven Lang Leren en EVC

Schoolmaatschappelijk werk

Overig

Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs

RMC’s/GSB

Convenanten met RMC-regio’s

Programmagelden regio’s

Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo

Verbetering melding verzuim

Plusvoorziening «overbelaste jongeren"

Overig

Programmakosten-overig

Uitvoeringsorganisatie DUO

Apparaatsuitgaven

 

3 598 050

3 591 929

  • 78 097

3 513 832

3 594 220

3 587 897

  • 78 008

3 509 889

3 016 313

2 984 672

- 35 670

2 949 002

2 896 595

2 864 011

- 10 579

2 853 432

-36 090

-36 090

0

  • 36 090

105 521

105 521

50

105 571

7 000

7 515

  • 1 400

6 115

21 626

21 626

  • 18 026

3 600

21 661

22 089

  • 5 715

16 374

180 123

173 879

- 9 005

164 874

62 099

62 099

- 2 363

59 736

20 000

10 000

0

10 000

43 138

43 138

0

43 138

35 000

35 000

0

35 000

13 000

13 000

0

13 000

4 404

4 500

  • 4 500

0

2 482

6 142

  • 2 142

4 000

237 178

251 492

- 17 459

234 033

31 114

38 714

- 6 749

31 965

150 433

150 433

0

150 433

4 000

4 101

134

4 235

23 918

29 905

  • 4 000

25 905

15 000

15 000

0

15 000

12 713

13 339

  • 6 844

6 495

149 931

166 941

- 19 966

146 975

53 377

31 471

0

31 471

34 080

39 760

  • 2 095

37 665

22 870

22 870

  • 5

22 865

7 200

7 400

  • 2 316

5 084

2 000

2 000

  • 2 000

0

15 000

47 918

  • 194

47 724

15 404

15 522

  • 13 356

2 166

10 675

10 913

4 092

15 005

10 675

10 913

4 092

15 005

3 830

4 032

  • 89

3 943

Ontvangsten

7 404

12 003

4 200

16 203

Toelichting mutaties

Voor artikel 4 (Beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie) is sprake van een daling van de uitgaven met € 78,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.

Voor de daling van € 0,6 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 77,5 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn met € 4,2 miljoen gestegen. Deze stijging wordt veroorzaakt door technische mutaties.

Toelichting per operationele doelstelling

Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen

De verlaging van € 35,7 miljoen van deze operationele doelstelling betreft met name:

Van de gastouders die in 2010 gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om met een subsidie van de overheid aan de kwalificatieeis te voldoen, heeft een deel dit gedaan via het behalen van één van de daarvoor benoemde diploma’s in het beroepsonderwijs. De subsidie komt wegens de t-2 bekostiging niet in 2010 tot betaling aan het desbetreffende ROC. In de begroting 2011 is hiervoor € 6,5 miljoen van 2010 naar 2012 doorgeschoven. Daarnaast wordt hiervoor € 6,5 miljoen gereserveerd via de eindejaarsmarge.

de einddeclaraties van de subsidies voor versterking van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en de bestrijding van vroegtijdig schoolverlaters (vsv) verstrekt door het Europees Structuur Fonds zijn in 2010 niet op tijd ontvangen. De behandeling van de einddeclaraties en betaling hiervan vindt in 2011 plaats. Hiervoor wordt een bedrag van € 12,9 miljoen via de eindejaarmarge gereserveerd. Een verlaging van het budget met € 3,7 miljoen in 2010. Bij onderwijsinstellingen is vanwege het niet naleven van de 850 urennorm voor gegeven onderwijstijd geld ingehouden. Omdat de instellingen een mogelijkheid tot bezwaar en beroep hebben, zullen deze gelden mogelijkerwijs terugbetaald moeten worden. Daarom worden deze middelen in de eindejaarsmarge meegenomen. een overboeking van € 6,4 miljoen naar het artikel 11 (studiefinanciering) vanwege het school exit en extension programma. Het betreft het SF-effect van de extra instroom in het mbo veroorzaakt door het school-ex programma over de eerste 5 maanden van het schooljaar 2010-2011.

een overboeking naar LNV voor de opvang van conjunctuureffecten op de deelnemersaantallen in het mbo (€ 3,6 miljoen). een vrijval van € 1,4 miljoen op de regeling van het school Ex programma. Dit ter dekking van de ocw-problematiek in verband met de leerlingenramingen.

een overboeking van € 3 miljoen naar het artikel 3 (voortgezet onderwijs) voor het budget van Sport en Bewegen.

Tot slot is € 18 miljoen voor de competentiegerichte kwalificatiestructuur structureel aan de bekostiging van de mbo-instellingen toegevoegd.

Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken

Deze operationele doelstelling wordt verlaagd met € 9 miljoen.

de verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door de kasschuif in de FES-middelen voor beroepsonderwijs in bedrijf (€ 4,5 miljoen). Het project voor de netwerkschool start niet in 2010 maar 2011. daarnaast wordt er € 1,4 miljoen overgeboekt naar het artikel 3 (voorgezet onderwijs) voor onder andere de ontwikkeling van software voor digitale examens en de implementatie van examens taal en rekenen.

Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften

De verlaging van deze operationele doelstelling met € 17,5 miljoen wordt vooral veroorzaakt door:

Een neerwaartse bijstelling van het budget voor leerlinggebonden financiering met € 6,7 miljoen.

Een overboeking van € 4,0 miljoen naar het artikel 8 (internationaal beleid) ten behoeve van de onderwijshuisvesting op de BES. Een verlaging van het budget voor 2010 voor diverse projecten van in totaal € 4,9 miljoen, wegens uitstel van en vertraging bij diverse projecten, waaronder het communicatietraject Competentiegerichte kwalificatiestructuur (CKS) en het onderzoek naar de tevredenheid bij het bedrijfsleven. Deze middelen worden meegenomen in de eindejaarsmarge.

Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs

De verlaging van deze operationele doelstelling van € 20 miljoen is onder andere het saldo van:

Een overboeking van de middelen voor digitaal verzuimloket van € 1,7 miljoen naar het budget van DUO voor de uitvoering van de activiteiten.

Een verlaging van het budget met € 14,2 miljoen voor verplichtingen voortkomend uit de vsv-convenanten die niet in 2010 tot betaling zijn gekomen. Deze middelen worden in de eindejaarsmarge meegenomen.

Een verlaging van het budget met € 10,1 miljoen door het niet herinvesteren van terugbetaalde prestatiesubsudies voor het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. Deze terugbetaling vindt plaats als instellingen de beoogde reductie in het aantal voortijdig schoolverlaters niet realiseren (€ 6,2 miljoen). Deze middelen zijn ingezet ter dekking van de problematiek kinderopvang.

Programmakosten-overig

De verhoging van het budget voor de uitvoeringsorganisatie DUO van € 4,1 miljoen wordt onder andere veroorzaakt door de toevoeging van middelen voor diverse projecten, waaronder het digitaal verzuimloket (€ 1,7 miljoen) en het programma «invoering GBA en BSN» (€ 1,5 miljoen). Het programma «invoering GBA en BSN» beoogt voor de uitvoeringsorganisatie DUO om voor alle onderwijssectoren aan twee wetten de verplichtingen in te lossen: de invoering van het burgerservicenummer en het verplicht gebruik van GBA als basisregistratie.

Toelichting ontvangsten mutaties

De ontvangsten betreffen voornamelijk de FES-middelen en verschillende afrekeningen (vsv-terugontvangsten, project leren en werken, afrekeningen jaarrekeningen en subsidies). Dit gehele palet aan verschillende afrekeningen cumuleert tot € 4,2 miljoen meeropbrengsten.

Artikel 5 Technocentra

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

9 998

9 991

9 991

Totale uitgaven

Programma-uitgaven

Basissubsidie

Speerpuntsubsidie

Overig

9 998

9 991

9 991

 

9 998

9 991

0

9 991

7 000

7 000

0

7 000

2 698

2 691

0

2 691

300

300

0

300

Ontvangsten

9 632

9 592

9 592

Toelichting mutaties

Voor artikel 5 (Technocentra) zijn er geen wijzigingen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.

Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

2 426 775

2 705 530

42 494

2 748 024

Totale uitgaven

Programma-uitgaven

Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs Reguliere bekostiging (lumpsum)

Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit Kwaliteitsverbetering docenten (lumpsum) Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlandse studenten

Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden

Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum)

 

2 397 538

2 506 198

  • 12 151

2 494 047

2 391 712

2 500 187

  • 12 116

2 488 071

2 219 638

2 329 893

532

2 330 425

2 219 638

2 329 893

532

2 330 425

5 474

5 474

0

5 474

5 474

0

5 474

0

0 0

5 474

0

50 164

34 867

50 164

34 867

50 164

34 867

0

0

0

0

0

Verhogen studierendement Nederlandse studenten met niet westerse allochtone studenten (lumpsum)

Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs

Erkenning van verworven competenties

Emancipatie

De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en onderzoek en vice versa

Praktijkgericht onderzoek (Raak)

Praktijkgericht onderzoek (lectoren en kenniskringen)

Ondernemerschap

Nieuwe hbo-masteropleidingen

Deltaplan bèta/techniek

FES: Investeringsagenda bèta en techniek hoger onderwijs

Programmakosten-overig

Uitvoeringsorganisatie DUO

 

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

vastgestelde

2010

2010

 

begroting

     

2010

     

12 797

12 797

0

12 797

2 400

2 400

0

2 400

0

0

0

0

100

100

0

100

102 050

100 050

-14 290

85 760

16 300

16 300

2 583

18 883

7 823

7 823

 

7 823

7 500

7 500

  • 7 500

0

10 452

10 452

  • 9 373

1 079

55 500

55 500

0

55 500

4 475

2 475

0

2 475

14 386

14 606

1 642

16 248

14 386

14 606

1 642

16 248

Apparaatsuitgaven

5 826

6 011

  • 35

5 976

Ontvangsten

4 492

2 492

0

2 492

Toelichting mutaties

Voor artikel 6 (Hoger beroepsonderwijs) is sprake van een daling van de uitgaven met € 12,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor + € 2,8 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 14,9 miljoen verlaagd.

De ontvangsten zijn niet gewijzigd.

Toelichting per operationele doelstelling

De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en onderzoek en vice versa

De verlaging van € 14,3 miljoen op deze operationele doelstelling is met name het gevolg van:

De middelen voor nieuwe hbo-masteropleidingen zijn niet besteed (-€ 8,4 miljoen). Deze middelen zijn ingezet ter dekking van de leerlingenontwikkeling;

De toevoeging van de middelen voor het programma RAAK-internationaal (+ € 2,6 miljoen); deze waren geraamd op artikel 7, en De verlaging in 2010 van de middelen voor onderwijs en ondernemerschap (- € 7,0 miljoen). De middelen worden in een gewijzigd kasritme beschikbaar gesteld.

Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

3 890 901

3 954 246

  • 21 149

3 933 097

Totale uitgaven

Programma-uitgaven

Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs

Reguliere bekostiging (lumpsum)

Geesteswetenschappen

Alfa/Gamma-onderzoek

Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit

Kwaliteitsverbetering docenten (lumpsum)

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (HSP)

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent: FES (Sirius

Programma)

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (Sirius

Programma)

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (kwaliteit en bekostiging)

Nederlandse Instituten in het Buitenland (NIB’s), Netherlands

Education Support Offices (NESO’s), Beeldmerk

Internationaliseringsagenda

Noodfonds voor internationale hulpacties

Internationale samenwerking en beurzenprogramma’s

Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden

Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum)

Verhogen studierendement Nederlandse studenten met niet westerse allochtone studenten

Verhoging deelname studenten met een handicap

De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en vice versa

3 TU’s samenwerking: FES

3 TU’s samenwerking

Sectorplan Natuur- en scheikunde

 

3 809 083

3 837 533

  • 14 400

3 823 133

3 809 083

3 837 533

  • 14 400

3 823 133

3 740 412

3 767 592

- 5 663

3 761 929

3 714 826 10 660 14 926

3 742 006 10 660 14 926

  • 1 663
  • 4 000

0

3 740 343

6 660

14 926

47 268

48 538

- 8 737

39 801

5 414 10 331 10 320

5 414

10 331

11 590

0

0

  • 4 154

5 414

10 331

7 436

4 000

4 000

0

4 000

2 000

2 000

  • 2 000

0

6 816

6 816

0

6 816

5 500 1 000 1 887

5 500 1 000 1 887

  • 2 583

0 0

2 917 1 000 1 887

15 337

15 337

15 337

 

15 337

0

15 337

0

0 0

15 337

0

0

0

0

0

6 066

6 066

0

6 066

6 066

0 0

6 066

0 0

0 0 0

6 066

0 0

Ontvangsten

16 402

17 672

4 154

13 518

Toelichting mutaties

Voor artikel 7 (wetenschappelijk onderwijs) is sprake van een daling van de uitgaven met € 14,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet

2010.

Voor – € 10,8 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 3,6 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn met € 4,2 miljoen gedaald. Het betreft hier technische mutaties.

0

Toelichting per operationele doelstelling

Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs

De mutatie van – € 4,0 miljoen betreft een overboeking naar artikel 16 «Onderzoek en wetenschapsbeleid» en heeft betrekking op een via NWO beschikbaar te stellen bijdrage voor het programma «Promoties in de Geesteswetenschappen» waarmee uitvoering wordt gegeven aan een van de aanbevelingen uit het rapport «Duurzame Geesteswetenschappen».

Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit

Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent: FES (Sirius Programma): Gelet op de startdatum en looptijd van de nog in 2010 goed te keuren projecten is de raming met – € 4 154 000,– aangepast. Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (kwaliteit en bekostiging): De middelen ad € 2,0 miljoen die waren geraamd in het kader van de koppeling van kwaliteit en bekostiging worden niet toegevoegd aan de rijksbijdrage van de universiteiten maar ingezet voor de dekking van de stijging van het aantal studenten. Internationaliseringsagenda: De mutatie van – € 2,6 miljoen betreft een overboeking naar artikel 6 «Hoger beroepsonderwijs», heeft betrekking op de uitvoering van de Internationaliseringsagenda «Het Grenzeloze Goed (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 288, nr. 44) en wordt aangewend voor het programma RAAK (Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie) internationaal.

Toelichting ontvangsten mutaties

Voor een toelichting op deze mutatie wordt verwezen naar die bij «Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent: FES (Sirius Programma)».

Artikel 8. Internationaal Beleid

Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 (bedragen x € 1 000)

van beleid

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

22 734

21 938

  • 5 429

16 509

Totale uitgaven

Programma-uitgaven

Stimuleren van internationalisering, grensoverschrijdende mobiliteit en institutionele samenwerking teneinde de internationale competenties van lerenden, docenten, kunstenaars en wetenschappers te vergroten

Mobiliteitsprogramma’s

Bilaterale samenwerking met andere landen

In internationaal verband waarbogen van de OCW-belangen en benutten van internationale kennis voor de kwaliteit van nationaal beleid

 

26 317

29 395

  • 5 429

23 966

23 434

26 534

  • 5 400

21 134

10 596

10 594

0

10 594

7 767

7 757

0

7 757

2 829

2 837

0

2 837

6 208

6 310

6 310

0

 

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

vastgestelde

2010

2010

 

begroting

     

2010

     

2 100

2 100

0

2 100

3 455

3 428

0

3 428

653

782

0

782

OCW-vertegenwoordiging in het buitenland

Participeren in multilaterale organisaties

Stimuleren van internationale uitwisseling van kennis en cultuur,

beleidsonderzoek en benchmarking

Het integreren van de BES-eilanden in Nederland voor wat betreft de OCW -beleidsterreinen en het onderhouden van de relaties met de andere landen in het Koninkrijk

Verbetering van het onderwijs op de BES-eilanden

Studiefinanciering Nederlandse Antillen en Aruba

6 630

5 680 950

9 630

8 680 950

5 400

5 400

0

4 230

3 280 950

 

Apparaatsuitgaven

2 883

2 861

  • 29

2 832

Ontvangsten

99

99

0

99

Toelichting mutaties

Voor artikel 8 (Internationaal beleid) is sprake van een daling van de uitgaven met € 5,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor + € 7,5 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 12,9 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn niet gewijzigd.

Toelichting per operationele doelstelling

Bij de mutaties gaat het om en verlaging van dit artikel met totaal € 5,4 miljoen. Het betreft hier voornamelijk de operationele doelstelling voor de BES-eilanden.

De mutaties die hieraan ten grondslag ligt is:

Een verhoging met een bedrag van € 7,5 miljoen. Het betreft hier een drietal overboekingen vanuit artikel 1 «Primair onderwijs» (€ 2 miljoen), van artikel 3 «Voortgezet onderwijs» (€ 1,5 miljoen) en van artikel 4 «Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (€ 4 miljoen) naar dit artikel, ter dekking van de verbetering van de onderwijshuisvesting op de BES-eilanden (€ 6 miljoen) en € 1,5 miljoen voor het dossier Leerwerktrajecten Nederlandse Antillen.

Een beleidsmatige verlaging met een bedrag van € 12,9 miljoen. Deze mutatie heeft eveneens betrekking op de BES-eilanden. In 2010 zijn met de drie bestuurscolleges op hoofdlijnen afspraken gemaakt over de bestemmingen van de bij BES beschikbare budgetten voor de verbetering van het onderwijs. De bedragen zijn in juni vastgelegd door middel van een transitieprotocol per eiland, ondertekend namens de gedeputeerde van het betreffende eiland en de SG OCW. Voor de daadwerkelijke aanwending dient overeenstemming te bestaan tussen OCW en het bestuur van het eiland. Daarbij dienen ook de scholen betrokken te worden, aangezien daar de aanwending over het algemeen dient neer te slaan. Hoewel op alle drie de eilanden voortgang wordt geboekt, zal het niet lukken om de beschikbare budgetten nog dit jaar in te zetten en lopen deze middelen mee in de eindejaarmarge

Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 (bedragen x € 1 000)

van beleid

 
 

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

 

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

 

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

 

vastgestelde

2010

2010

 
 

begroting

     
 

2010

     

Verplichtingen

291 353

293 949

  • 13 616

280 333

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

291 353

294 524

  • 13 616

280 908

Programma-uitgaven

289 185

292 285

  • 13 600

278 685

Zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende personeel

116 057

116 057

- 4 200

111 857

Een betere beloning

86 836

86 836

0

86 836

Arbeidsmarkt

11 000

11 000

  • 3 600

7 400

Overig

18 221

18 221

  • 600

17 621

Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van

170 329

173 429

- 9 678

163 751

voldoende kwaliteit

       

Een sterker beroep

119 513

127 113

0

127 113

Een professionelere school

36 300

40 300

  • 9 400

30 900

Overig

14 516

6 016

  • 278

5 738

Programmakosten-overig

2 799

2 799

278

3 077

Uitvoeringsorganisatie DUO

2 799

2 799

278

3 077

Apparaatsuitgaven

2 168

2 239

  • 16

2 223

Ontvangsten

0

4 000

  • 2 000

2 000

Toelichting mutaties

Voor artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid) is sprake van een daling van de uitgaven met € 13,6 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.

Voor - € 2,0 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome mutaties is de begroting met € 11,6 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn met € 2 miljoen gedaald. Het betreft een technische mutatie.

Toelichting per operationele doelstelling

Zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende personeel

Op het project experiment teambeloning is enige vertraging ontstaan. De eerste kosten treden vanaf 2011 op waardoor in 2010 € 2,5 miljoen niet besteed wordt.

De raming is met € 1,7 miljoen neerwaarts bijgesteld doordat projectsubsidies en overige uitgaven achterblijven bij de daarvoor geraamde bedragen.

Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van voldoende kwaliteit

De loonkostensubsidie onderwijs ondersteunend personeel (conciërges) is vanaf 2009 aan circa 2000 scholen voor primair onderwijs structureel toegekend (uitgaven € 23,3 miljoen per jaar). Ten opzichte van het in de begroting 2010 beschikbare bedrag resteert een bedrag

van € 7,4 miljoen, dat niet besteed wordt doordat circa 500 scholen niet aan de voorwaarden voor het aanstellen van een ondersteuner voldeden, op grond waarvan de subsidie is ingetrokken. Om de FES-middelen voor de Innovatie-Impuls Onderwijs meerjarig te laten aansluiten op de begrote bedragen is een kasschuif van 2010 naar volgende jaren gepleegd van € 2,0 miljoen.

Toelichting ontvangsten mutaties

In verband met de desaldering van de FES-middelen voor de Innovati-eImpuls Onderwijs (zie uitgaven hiervoor) is op de ontvangsten dezelfde mutatie geboekt als op de uitgaven.

Artikel 11. Studiefinanciering

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

3 934 192

3 745 500

64 264

3 809 764

Totale uitgaven

Programma-uitgaven

Waarborgen van de algemene financiële toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten

Basisbeurs

Reisvoorziening

Waarborgen toegankelijkheid van het onderwijs voor studerenden met minder draagkrachtige ouders Aanvullende beurs

Waarborgen flexibiliteit in de wijze van financiering door de studerende Bijverdiengrens Leenfaciliteit

Stimuleren internationale studentenmobiliteit

Overige uitgaven Studiefinanciering

Programmakosten-overig

Uitvoeringsorganisatie DUO

Totaal ontvangsten

Waarborgen adequate terugbetaling leningen

Terugbetalingssysteem van lening naar draagkracht Overige ontvangsten uit kortlopende schulden

 

3 934 192

3 745 500

64 264

3 809 764

3 934 192

3 745 500

64 264

3 809 764

1 701 958

1 499 595

233 257

1 732 852

1 024 287 677 671

999 021 500 574

40 778 192 478

1 039 799 693 052

689 726

683 158

- 78 482

604 676

689 726

683 158

  • 78 482

604 676

1 394 400

0

1 394 400

1 409 736

0

1 409 736

- 92 020

  • 92 020

1 317 716

0

1 317 716

0

0

0

0

71 000

67 719

- 5 762

61 957

77 108 77 108

85 292 85 292

7 271 7 271

92 563 92 563

Totaal programma-uitgaven

3 934 192

3 745 500

64 264

3 729 764

– Waarvan relevant

2 122 992

1 813 109

104 318

1 837 427

– Waarvan niet-relevant

1 811 200

1 932 391

  • 40 054

1 892 337

Apparaatsuitgaven

0

0

0

0

540 200

553 226

47 310

600 536

252 100

260 837

295 930

556 767

288 100

292 389

  • 248 619

43 770

Totaal ontvangsten

–        Waarvan relevant

–        Waarvan niet-relevant

540 200

252 100 288 100

553 226

260 601 292 625

47 310

3 321 43 989

600 536

263 922 336 614

Toelichting mutaties

Voor artikel 11 (Studiefinanciering) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 64,3 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor - € 40,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 104,3 miljoen gestegen.

De ontvangsten zijn met € 47,3 miljoen gestegen. Voor € 44,0 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome mutaties zijn de ontvangsten met € 3,3 miljoen gestegen.

Toelichting per operationele doelstelling

Bij de relevante uitgaven voor de basisbeurs en aanvullende beurs

is een meevaller van in totaal € 69,9 miljoen geraamd.

Voor de basisbeurs zijn de direct relevante uitgaven (giftregime) € 13,0 miljoen lager dan geraamd.

Voor de aanvullende beurs (giftregime) wordt een meevaller van € 47,0 miljoen verwacht, omdat het aantal studerenden met aanvullende beurs achterblijft bij het geraamde aantal. Daarnaast wordt € 9,9 miljoen minder basisbeurs en aanvullende beurs (prestatiebeurs) omgezet in gift. Het verschil wordt veroorzaakt door minder afstudeerders dan geraamd en een minder groot omzettingsbedrag per persoon. Daarnaast is er € 6,4 miljoen van artikel 4 (BVE) overgeheveld vanwege het school exit en extension programma. Het betreft het SF-effect in 2010 van de extra instroom in het mbo die wordt veroorzaakt door het school-ex programma. Bij 1e suppletoire wet 2010 is reeds het eerste deel van deze middelen overgeheveld.

Bij de relevante uitgaven voor de reisvoorziening is een meevaller geraamd van in totaal € 29,8 miljoen.

De meevaller wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door € 24,1 miljoen minder omzettingen van OV-kaart (prestatiebeurs) in gift. Het verschil wordt veroorzaakt door minder afstudeerders dan geraamd en een minder groot omzettingsbedrag per persoon. De resterende ramingsbijstelling van € 5,7 miljoen wordt vooral veroorzaakt door het verschil tussen de voorlopige en definitieve vergoeding aan de vervoerbedrijven voor het jaar 2009.

Daarnaast wordt een extra deel van de verplichtingen voor de

OV-studentenkaart 2011 al in 2010 voldaan: € 205,9 miljoen.

De meevaller op de overige relevante uitgaven is geraamd op in totaal

€ 15,5 miljoen.

Hiervan wordt € 7,1 miljoen veroorzaakt door controles die DUO uitvoert. Indien uit de controle blijkt dat studerenden over een voorgaande periode onterecht een bedrag hebben ontvangen, ontstaat een kortlopende vordering. Dit is achterstallig lager recht. Er is een groter bedrag aan achterstallig lager recht dan geraamd, waardoor een bijstelling van de relevante uitgaven kan plaatsvinden. De resterende ramingsbijstelling van € 8,4 miljoen wordt veroorzaakt door correctieboekingen. Die worden onder andere veroorzaakt door afschrijving van studieschulden (ten gevolge van overlijden, ernstige ziekte of handicap).

De relevante programma-uitgaven voor de uitvoering door DUO (voorheen: IB-Groep) stijgen in 2010 met € 7,3 miljoen. Het is noodzakelijk dat de systemen studiefinanciering toekomstbestendig en klantvriende- lijker worden gemaakt. Daarnaast zijn deze aanpassingen benodigd om de maatregelen uit het regeerakkoord in de systemen te accommoderen.

Bij de niet-relevante uitgaven aan prestatiebeurs (basisbeurs, aanvullende beurs, reisvoorziening) is een tegenvaller van per saldo € 52,0 miljoen geraamd. De tegenvaller wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door minder omzettingen van prestatiebeurs in gift dan geraamd (€ 57,9 miljoen). Daarnaast wordt er naar verwachting minder uitgegeven aan aanvullende beurs voor het hoger onderwijs (- € 5,9 miljoen).

Bij de niet-relevante uitgaven voor studieleningen wordt een meevaller van in totaal € 92,0 miljoen verwacht.

De meevaller wordt voor het grootste deel veroorzaakt door een minder groot beroep op de leenfaciliteiten dan geraamd: € 72,2

miljoen.

Het resterende bedrag van € 19,8 miljoen betreft minder bijboeking van langlopende studieschuld vanwege achterstallig lager recht en een in totaal minder groot bedrag aan correctieboekingen.

De relevante ontvangsten (ontvangen rente) zullen in 2010 naar verwachting € 3,3 miljoen hoger uitvallen dan eerder geraamd.

De meevaller wordt enerzijds veroorzaakt door meer spontane/extra aflossingen. Aan rente wordt er € 16,3 miljoen meer ontvangen dan geraamd. Uit de realisatiecijfers blijkt dat er meer vervroegd wordt afgelost op studieschulden (aantal aflossingen én gemiddeld bedrag). Anderzijds is er een tegenvaller van € 13,0 miljoen doordat er meer kortlopende vorderingen openstaan ten gevolge van achterstallig lager recht.

De niet-relevante ontvangsten (terugontvangen hoofdsom) zullen in 2010 vermoedelijke 44,0 miljoen hoger uitvallen dan eerder geraamd. De meevaller wordt veroorzaakt door meer spontane/extra aflossingen. Uit de realisatiecijfers blijkt dat er meer vervroegd wordt afgelost op studieschulden (groter aantal aflossingen en hoger gemiddeld bedrag).

Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 (bedragen x € 1 000)

 
 

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

 

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

 

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

 

vastgestelde

2010

2010

 
 

begroting

     
 

2010

     

Verplichtingen

126 298

133 462

  • 12 044

121 418

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

126 298

133 462

  • 12 044

121 418

Financiële toegankelijkheid onderwijs voor leerlingen vo en deelnemers bol

96 700

104 205

- 12 194

92 011

TS 17-

34 200

35 420

  • 7 040

28 380

VO 18+

61 500

67 348

  • 5 154

62 194

waarvan niet-relevante uitgaven

2 500

1 791

0

1 791

TS 18+ vavo

1 000

1 437

0

1 437

Financiële toegankelijkheid onderwijs voor studenten aan de lerarenoplei-

11 400

9 799

150

9 949

ding

       

TS 18+ tlo

11 400

9 799

150

9 949

Programma-uitgaven overig

18 198

19 458

0

19 458

Uitvoeringsorganisatie DUO

18 198

19 458

0

19 458

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

 

Totaal ontvangsten

9 400

9 400

0

9 400

TS 17-

2 200

2 200

0

2 200

VO 18+

6 600

6 600

0

6 600

TS 18+

600

600

0

600

Toelichting mutaties

Voor artikel 12 (Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) is sprake van een daling van de uitgaven met € 12,0 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Dit betreft autonome en beleidsmatige mutaties.

De ontvangsten zijn niet gewijzigd.

Toelichting per operationele doelstelling

Bij de WTOS TS 17- (voor minderjarige mbo-ers) wordt een onderuitputting van per saldo € 7,0 miljoen verwacht. Het betreft een extra uitgave van € 3,0 miljoen voor het schooljaar 2009/2010. Voor het nieuwe schooljaar (2010/2011) zijn er veel minder aanvragen WTOS dan geraamd. Het beleid is om niet-gebruik van de regeling tegen te gaan. Daarom wordt de doelgroep nogmaals geattendeerd op het bestaan van de regeling. Minderjarige mbo-ers kunnen immers tot het eind van het schooljaar met terugwerkende kracht een WTOS-vergoeding aanvragen. Verwachting is dat een deel van deze aanvragen (€ 10,0 miljoen) niet meer in 2010 tot betaling komt maar pas in 2011.

Voor de WTOS vo 18+ wordt in 2010 een meevaller van € 5,2 miljoen verwacht. Op basis van realisatiegegevens is de raming van de uitgaven voor de tegemoetkoming voor leerlingen in het voortgezet onderwijs van 18 jaar en ouder naar beneden bijgesteld.

Voor de WTOS TS18+ tlo wordt een tegenvaller van € 0,15 miljoen veroorzaakt door groter dan geraamd gebruik van de regeling voor het schooljaar 2009/2010.

Artikel 13. Lesgeld

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

 

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

5 951

6 630

0

6 630

Totale uitgaven

Uitvoeringsorganisatie DUO

5 951

5 951

6 630

6 630

0

0

6 630

6 630

Totaal ontvangsten lesgeld

192 600

199 834

  • 6 018

193 816

Toelichting mutaties

Voor artikel 13 (Lesgeld) is sprake van een daling van de ontvangsten met € 6,0 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Dit betreft een autonome mutatie.

Toelichting per operationele doelstelling

De ontvangsten aan lesgeld zullen in 2010 vermoedelijk € 6,0 miljoen lager uitvallen dan eerder geraamd. Lesgeld is verschuldigd door leerlingen van 18 jaar en ouder in het middelbaar beroepsonderwijs en het voortgezet volwassenenonderwijs. Vooral voor het lopende schooljaar 2010/2011 zal er in 2010 minder worden ontvangen.

Artikel 14. Cultuur

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

vastgestelde

2010

2010

 

begroting

     

2010

     

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

611 712

625 942

5 347

631 289

Totale uitgaven

Programma-uitgaven

Bevorderen van de deelname van de burgers aan kunsten Cultuursubsidies 2009-2012 4-jarig

  • • 
    producerend
  • • 
    niet producerend Langjarig
  • • 
    producerend waarvan Musea
  • • 
    niet producerend Fondsen

Verbreden inzet Cultuur Internationaal Cultuurbeleid (HGIS)

Behoud en Beheer Cultureel Erfgoed Archieven

Beelden voor de toekomst waarvan FES Musea: huisvesting

Musea: buiten de Cultuursubsidies 2009-2012 Mooier Nederland Monumenten Archeologie waarvan FES Overige instrumenten

Bibliotheken

Subsidies

Bibliotheekvernieuwing Leesvoorziening leesgehandicapten Programma leesbevordering

Programmakosten overig

Nationaal Archief

 

951 738

970 821

5 835

976 656

903 249

920 669

3 113

923 782

584 580

591 767

- 5 068

586 699

552 678

559 124

125

559 249

97 311

96 672

0

96 672

69 949

70 103

0

70 103

27 362

26 569

0

26 569

293 867

294 501

0

294 501

264 910

265 517

0

265 517

150 802

150 802

0

150 802

28 957

28 984

0

28 984

161 500

167 951

125

168 076

26 262

25 353

  • 5 193

20 160

5 640

7 290

 

7 290

222 105

225 949

16 798

242 747

26 222

26 122

0

26 122

23 468

23 332

25 000

48 332

22 032

22 032

0

22 032

27 202

27 870

0

27 870

19 143

19 143

  • 1 280

17 863

6 743

5 141

  • 1 575

3 566

110 397

114 797

  • 512

114 285

2 725

3 452

  • 2 465

987

1 750

2 477

  • 1 876

601

6 205

6 092

  • 2 370

3 722

31 179

33 835

- 1 512

32 323

0

0

0

0

18 500

20 917

  • 1 512

19 405

9 679

9 918

0

9 918

3 000

3 000

0

3 000

47 581

50 839

- 8 421

42 418

17 804

18 279

1 316

19 595

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

vastgestelde

2010

2010

 

begroting

     

2010

     

500

500

0

500

48 489

50 152

2 722

52 874

9 131

9 000

  • 7

8 993

39 358

41 152

2 729

43 881

waarvan informatie op Orde (Archiefachterstanden)

Apparaatsuitgaven

Bestuursdepartement Uitvoeringsdiensten

Ontvangsten

24 276

25 540

860

26 400

Toelichting mutaties

Voor artikel 14 (Cultuur) is sprake van een verhoging van de uitgaven met € 5,8 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor – € 0,8 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 6,6 miljoen verhoogd.

De ontvangsten zijn met € 0,9 miljoen gestegen. Het betreft technische mutaties.

Toelichting per operationele doelstelling

Behoud en beheer Cultureel Erfgoed

Het budget Beelden voor de Toekomst wordt verhoogd met € 25 miljoen als gevolg van een bijdrage van OCW aan de afwikkeling van het project Beelden voor de Toekomst.

Het project Beelden voor de Toekomst is net geëvalueerd. De evaluatie wijst uit dat de terugverdienverplichting niet haalbaar is. Om het project te kunnen afbouwen op een manier die aan reeds aangegane verplichtingen voldoet wordt incidenteel een bedrag van € 25,0 miljoen beschikbaar gesteld.

Overige uitgaven

Het budget is verlaagd als gevolg van een korting op incidentele subsidies 2010 van € 3 miljoen. Deze middelen worden meegenomen in de eindejaarsmarge. Voorts wordt het budget verlaagd met € 7,8 miljoen door beperking van de innovatieregeling Cultuuruitingen met € 1,8 miljoen en door taakstelling op de cultuurbegroting van € 6 miljoen ter dekking van het project «Beelden voor de Toekomst».

Artikel 15 Media

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

904 583

903 094

2 190

900 904

Programma-uitgaven

905 329

903 969

2 190

901 779

Bevorderen dat alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media-aanbod

Financiering publieke omroep

Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties

Programmakosten-overig

Overige uitgaven (geen Mediawet)

 

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

vastgestelde

2010

2010

 

begroting

     

2010

     

897 486

896 438

- 2 190

894 248

880 004

878 956

  • 2 190

876 766

17 482

17 482

 

17 482

7 843

7 531

0

7 531

7 843

7 531

 

7 531

Ontvangsten

246 252

247 520

247 520

Toelichting mutaties

Voor artikel 15 (Media) is sprake van een daling van de uitgaven met € 2,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Het betreft technische mutaties.

De ontvangsten zijn niet gewijzigd.

Toelichting per operationele doelstelling

Bevorderen dat alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media-aanbod.

De daling betreft een correctie op de bij voorjaarsnota berekende wettelijke indexering van de rijksomroepbijdrage.

Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 (bedragen x € 1 000)

 
 

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

 

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

 

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

 

vastgestelde

2010

2010

 
 

begroting

     
 

2010

     

Verplichtingen

1 197 221

1 191 220

9 888

1 201 108

Waarvan garantieverplichtingen

       

Totale uitgaven

1 239 302

1 272 125

  • 56 345

1 215 780

Programma-uitgaven

1 236 048

1 268 991

  • 56 465

1 212 526

Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel

784 591

790 554

1 223

791 777

NWO

313 343

313 464

4 025

317 489

KNAW

90 774

90 774

30

90 804

Koninklijke Bibliotheek (KB)

46 429

46 429

0

46 429

KNAW bibliotheek

2 429

2 429

0

2 429

LF TUD bibliotheek

7 626

7 626

0

7 626

IISG

284

284

0

284

SURF

7 517

7 517

0

7 517

CPG

515

515

0

515

Montesquieu Instituut

1 067

1 067

0

1 067

NCB

5 170

5 170

100

5 270

TNO

191 444

195 614

-2 800

192 814

BPRC/ Stichting AAP

9 597

9 597

0

9 597

Nationaal Herbarium

1 225

1 225

-100

1 125

NLR

916

916

0

916

Deltaris

2 265

2 265

590

2 855

MARIN

957

957

0

957

0

 
 

Stand

Stand 1e

Mutaties 2e

Stand 2e

 

oorspron-

suppletoire

suppletoire

suppletoire

 

kelijk

begroting

begroting

begroting 2010

 

vastgestelde

2010

2010

 
 

begroting

     
 

2010

     

STT

233

233

0

233

EMBC

724

724

0

724

EMBL

4 100

4 100

35

4 135

ESA

33 832

33 832

2 457

36 289

CERN

35 444

35 444

-914

34 530

ESO

7 100

7 100

-500

6 600

NEMO

3 368

3 368

0

3 368

EG-Liaison

405

405

8

413

NTU/INL

3 241

3 241

0

3 241

EIB

1 297

1 297

0

1 297

Nationale coördinatie

7 105

7 625

-523

7 102

Bilaterale samenwerking

3 258

3 258

0

3 258

Weerstandsverhoging onderzoekinstellingen (CBRN)

2 470

2 622

178

2 800

Nader te verdelen

456

1 456

-1 363

93

Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de

255 296

272 276

-60 188

212 088

ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke

       

maatschappelijke vraagstukken

       

FES- BSIK

22 370

52 960

-33 405

19 555

FES- ITER

0

0

0

0

FES- GATE

2 000

2 000

0

2 000

FES- grootschalige researchfaciliteiten

3 902

3 902

0

3 902

FES- Parelsnoer

7 750

7 750

0

7 750

FES- SURF-net

11 700

11 700

0

11 700

FES- NCB

10 000

10 000

0

10 000

FES- ITER-2

4 000

4 000

0

4 000

FES- hersenen en Cognitie

4 000

4 000

0

4 000

Genomics

40 000

40 000

0

40 000

Kenniswerkers

120 000

106 390

  • 24 283

82 107

Smart-mix

0

0

0

0

EET

0

0

0

0

Valorisatie

2 500

2 500

  • 2 500

0

Talentenkracht

500

500

0

500

Kust- en zeeonderzoek

2 000

2 000

0

2 000

ASTRON/LOFAR

2 074

2 074

0

2 074

Grootschalige research infrastructuur

19 000

19 000

0

19 000

Poolonderzoek

2 000

2 000

0

2 000

Gezondheidsonderzoek

1 500

1 500

0

1 500

Ruimte voor excellente onderzoekers en excellente wetenschap

195 873

205 873

2 500

208 373

Vernieuwingsimpuls

168 873

178 873

2 500

181 373

VI-vrouwencomponent

2 000

2 000

0

2 000

Talent Mozaik

2 000

2 000

0

2 000

Talent Rubicon

4 000

4 000

0

4 000

Aspasia

4 000

4 000

0

4 000

Toptalent

4 000

4 000

0

4 000

Graduate schools

11 000

11 000

0

11 000

Programmakosten-overig

288

288

0

288

Uitvoeringsorganisatie DUO

288

288

0

288

Apparaatsuitgaven

3 254

3 134

120

3 254

Ontvangsten

179 797

210 107

  • 33 860

176 247

Toelichting mutaties

Voor artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid) is sprake van een daling van de uitgaven met € 56,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010.

Voor – € 31,6 miljoen betreft het technische mutaties: desalderingen (FES en TNO) voor – € 33,9 miljoen en interne en externe overboekingen voor € 2,3 miljoen. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 24,8 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn als gevolg van technische mutaties (desalderingen) met € 33,9 miljoen gedaald.

Toelichting per operationele doelstelling van de belangrijkste mutaties

Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel

Een overboeking van 4 miljoen van de directie Hoger Onderwijs in verband met het sectorplan geesteswetenschappen. Een overboeking van 1,8 miljoen naar het ministerie van Verkeer en Waterstaat in verband met het instituut Deltaris.

Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken

Een desaldering van FES-middelen van - € 33,4 miljoen. Een kasschuif naar 2011 van € 24,3 miljoen in verband met niet opgevraagde middelen met betrekking tot de regeling «Kenniswerkers» (ministerie van EZ, Stscrt. Van 17 juni 2009, nr. 109).

Artikel 24. Kinderopvang

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 24 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

2 707 939

3 025 286

64 703

3 089 989

Programma-uitgaven

Kinderen kunnen gebruik maken van kinderopvang zonder financiële drempels voor de ouders Kinderopvangtoeslag

Kinderopvang is van goede kwaliteit, passend bij de leeftijd, mogelijkheden en behoeften van kinderen

Subsidies

Kwaliteit en opleidingen

Taskforce wachtlijsten

Harmonisatie regelgeving kinderopvang en peuterspeelzalen om alle kinderen te bereiken die VVE nodig hebben

Harmonisering kinderopvang, peuterspeelzalen en VVE

Programmakosten-overig Agentschap SZW Uitvoeringsorganisatie DUO

 

2 707 939

3 025 286

64 703

3 089 989

2 612 385

2 932 385

115 000

3 047 385

2 612 385

2 932 385

115 000

3 047 385

51 439

79 620

- 50 222

29 398

9 712

3 712

  • 500

3 212

33 663

67 844

  • 46 822

21 022

8 064

8 064

  • 2 900

5 164

44 097

13 263

- 75

13 188

44 097

13 263

  • 75

13 188

18

18

0

18

0

0

0

0

18

18

0

18

Ontvangsten

747 736

842 736

21 000

821 736

Toelichting mutaties

Voor artikel 24 (Kinderopvang) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 64,7 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor – € 11,0 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 75,7 miljoen gestegen.

De ontvangsten zijn als gevolg van een technische mutatie met € 21,0 miljoen gedaald.

Toelichting per operationele doelstelling

Kinderopvang is van goede kwaliteit, passend bij de leeftijd, mogelijkheden en behoeften van kinderen

Op grond van het uitgavenbeeld tot en met september wordt de prognose voor kinderopvangtoeslag in 2010 verhoogd met € 115,0 miljoen. De extra uitgaven zijn grotendeels op het conto te schrijven van grotere aantallen kinderen in de opvang dan geraamd, zowel in de buitenschoolse opvang als in de dagopvang. Daarnaast zijn er hogere uitgaven dan geraamd bij de afrekening door de belastingdienst van in eerdere jaren als voorschot verstrekte toeslagen.

Kinderen kunnen gebruik maken van kinderopvang zonder financiële drempels voor de ouders

Van het budget voor subsidies kinderopvang en het bestrijden van knelpunten bij de uitbreiding van de kinderopvangcapaciteit komt € 13,9 miljoen in 2010 niet tot besteding. Dit bedrag wordt ingezet als onderdeel van de dekking van de hogere uitgavenprognose voor kinderopvang-toeslag.

Van de verplichtingen voor de subsidieregelingen scholing overblijfmede-werkers, de uitbreiding van de capaciteit voor buitenschoolse opvang en de verdere ontwikkeling van het Landelijk Register Kinderopvang en de gemeenschappelijke Inspectieruimte (GIR) komt € 5,8 miljoen niet in 2010 tot besteding. Deze middelen worden meegenomen in de eindejaarsmarge.

Er hebben overboekingen plaatsgevonden van € 25,3 miljoen naar het beleidsterrein van beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in verband met kosten voor opleiding van gastouders, € 2,5 miljoen naar de Belastingdienst in verband met extra uitvoeringskosten en € 2,7 miljoen naar het Gemeentefonds in verband met de bestrijding door de gemeenten van de wachtlijsten in de kinderopvang.

Artikel 25. Emancipatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

16 213

14 809

3 327

18 136

Totale uitgaven Programma-uitgaven

Emancipatie

  • • 
    Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen
  • • 
    Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving
 

20 198

18 794

  • 1 876

16 918

18 296

16 794

  • 1 844

14 950

14 799

13 387

- 1 747

11 640

762

637

  • 100

537

14 037

12 750

1 647

11 103

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

3 497

3 407

200

200

3 297

3 207

1 902

2 000

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

Homo-emancipatie

  • • 
    Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen
  • • 
    Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving

Apparaatsuitgaven

97

0

  • 97

32

3 310 200

3 110

1 968

Ontvangsten

0

Toelichting mutaties

Voor artikel 25 (Emancipatie) is sprake van een daling van de uitgaven met € 1,9 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor - € 0,5 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 1,4 miljoen gedaald.

De ontvangsten zijn niet gewijzigd.

Toelichting per operationele doelstelling

  • • 
    Op operationele doelstelling emancipatiebeleid: «Het versterken van het emancipatieproces in de samenleving» is naar het gemeentefonds (ministerie BZK) € 0,5 miljoen overgeboekt voor een bijdrage aan 9 gemeenten voor het koploperstijdenbeleid en naar het provinciefonds € 0,2 miljoen voor een bijdrage van 3 provincies voor hetzelfde doel.

2.4 De niet-beleidsartikelen

Artikel 17. Nominaal en Onvoorzien

Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

 

Verplichtingen

Waarvan garantieverplichtingen

  • 4 307
  • 7 194

7 194

0

Uitgaven

Loonbijstelling Prijsbijstelling Nader te verdelen

  • 4 307

0

0

  • 4 307
  • 7 194

0

  • 5 567
  • 1 627

7 194

0 5 567 1 627

0

0 0 0

Ontvangsten

957

957

0

957

Toelichting mutaties

Voor artikel 17 (Nominaal en Onvoorzien) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 7,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor € 2,2 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 5,0 miljoen gestegen.

De ontvangsten zijn gelijk gebleven.

0

0

0

Toelichting prijsbijstelling

Bij voorjaarsnota 2010 is het wettelijk verplichte deel van de prijsbijstelling tranche 2010 voor het jaar 2010 aan de artikelen toebedeeld. Op artikel 17 is hierdoor een tekort ontstaan van € 5,6 miljoen. Bij het opstellen van de begroting 2011 is dit incidentele tekort in 2010 meegenomen bij de OCW-brede problematiek en opgelost binnen de OCW-begroting.

Artikel 18. Ministerie Algemeen

Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 18 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

 

Verplichtingen

123 992

134 033

3 240

137 273

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

123 992

134 033

3 240

137 273

Bestuursdepartement (niet toe te rekenen uitgaven)

113 306

118 846

137

118 983

Uitvoeringsorganisaties onverdeeld

10 686

15 187

3 103

18 290

Ontvangsten

567

567

0

567

Toelichting mutaties

Voor artikel 18 (Ministerie Algemeen) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 3,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor € 0,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 3,1 miljoen gestegen.

De ontvangsten zijn gelijk gebleven.

Ten behoeve van projecten in het kader van de vernieuwing rijksdienst is in 2010 door herprioritering € 3,1 miljoen binnen de OCW-begroting vrijgespeeld.

Artikel 19. Inspecties

Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

 

Verplichtingen

61 925

63 720

796

64 516

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

61 925

63 720

796

64 516

Erfgoedinspectie

2 704

3 086

122

3 208

Inspectie van het onderwijs

59 221

60 634

674

61 308

Ontvangsten

0

0

0

0

Toelichting mutaties

Voor artikel 19 (Inspecties) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 0,8 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010. Voor € 1,4 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 0,6 miljoen gedaald. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door vertraging bij de afkoop van 2 panden van de Inspectie van het Onderwijs waardoor de middelen hiervoor niet in 2010 tot besteding komen. Deze middelen worden meegenomen in de eindejaarsmarge.

De ontvangsten zijn gelijk gebleven.

Artikel 20. Adviesraden

Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 (bedragen x € 1 000)

 

Stand

Stand 1e

oorspron-

suppletoire

kelijk

begroting

vastgestelde

2010

begroting

 

2010

 

Mutaties 2e                  Stand 2e

suppletoire             suppletoire begroting       begroting 2010 2010

 

Verplichtingen

7 250

7 742

  • 440

7 302

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

7 250

7 742

  • 440

7 302

Onderwijsraad

2 601

2 601

0

2 601

Raad voor Cultuur

3 022

3 507

  • 440

3 067

Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid

1 627

1 634

0

1 634

Ontvangsten

0

0

0

0

Toelichting mutaties

Voor artikel 20 (Adviesraden) is sprake van een daling van de uitgaven met € 0,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2010 vanwege een vertraging in een renovatieproject. Deze middelen worden meegenomen in de eindejaarsmarge.

De ontvangsten zijn gelijk gebleven.

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.