Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 32565 IV - Wijziging begroting Koninkrijksrelaties 2010 (Najaarsnota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 02-12-2010 |
Publicatiedatum | 02-12-2010 |
Nummer | KST32565IV2 |
Kenmerk | 32565 IV, nr. 2 |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2010–2011
32 565 IV
Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
INHOUDSOPGAVE
A. Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel
B. Begrotingstoelichting
-
1.Leeswijzer
-
2.Het beleid
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
2.2 De beleidsartikelen
2.3 De niet-beleidsartikelen
Blz.
A. Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties;
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. P. H. Donner
1
2
B. Begrotingstoelichting
-
1.Leeswijzer
Deze 2e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de uitvoering van de begroting 2010. De suppletoire begroting 2010 hangt samen met de Najaarsnota 2010.
In de begrotingstoelichting worden de majeure beleidsmatig relevante mutaties in de overzichtstabel gepresenteerd en toegelicht. In de tabel budgettaire gevolgen van beleid worden alle mutaties opgenomen, zowel beleidsmatige als technische.
De stand van de 2e suppletoire begroting (Najaarsnotastand) wordt opgebouwd door middel van de mutaties vanaf de stand van de eerste suppletoire begroting.
-
2.Het beleid 2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
Art. nr.
Uitgaven 2010
Stand ontwerpbegroting 2010 Stand 1e suppletore begroting 2010
Belangrijkste suppletore mutaties
-
a.BES-uitgaven 2010: kasschuif
-
b.BES-uitgaven 2010
-
c.BES-uitgaven 2010: inzet Solidariteitsfonds
-
d.BES-uitgaven 2010: dekking inclusief kasschuif
-
e.BES-uitgaven 2010: middelen statuswijziging J&G
-
f.Pensioenfonds BES: aanvulling vermogen APNA
-
g.Pensioenfonds BES: kasschuif boedel BNA h. Pensioenfonds BES: dekking uit boedel BNA i. Pensioenfonds BES: betalingsachterstanden j. Schuldsanering k. Lopende inschrijving
Overige mutaties
Stand 2e suppletore begroting 2010
323 382 |
|
852 753 |
|
2.2 |
6 400 |
2.2 |
14 400 |
2.2 |
|
2.2 |
|
2.3 |
|
2.2 |
50 400 |
2.2 |
25 000 |
2.2 |
|
2.4 |
|
2.4 |
203 860 |
2.4 |
782 659 |
|
|
1 869 830 |
Art. nr.
Ontvangsten 2010
Stand ontwerpbegroting 2010 Stand 1e suppletore begroting 2010
Belangrijkste suppletore mutaties
-
l.Schuldsanering / Lopende inschrijving
Overige mutaties
Stand 2e suppletore begroting 2010
16 095 210 316
790 035
0
1 000 351
Toelichtingen
Ad a, b, c, d en e. BES uitgaven 2010
In de periode 10-10-2010 tot 01-01-2011 neemt BZK de generieke kosten van de Rijksdienst Caribisch Nederland (voorheen Regionaal Service Centrum) alsmede de onvermijdelijke departementale kosten op de BES-eilanden, voor haar rekening. De voornaamste uitgaven die hieronder vallen zijn de kosten voor de vrije uitkeringen aan de eilanden, de kosten
2
voor taken die voor rekening van het voormalig Land Nederlandse Antillen kwamen en soortgelijke uitgaven in het kader van eilandstaken die worden overgenomen door Nederlandse departementen, zoals studiefinanciering, zorgkosten en uitkeringen. Dekking wordt geleverd door het inzetten van middelen voor het samenwerkingsbeleid, middelen die in het kader van de statuswijziging bestemd waren voor projecten van Jeugd & Gezin op de BES-eilanden en middelen uit het solidariteitsfonds.
Ad f, g, h en i. Pensioenfonds BES
De pensioenverplichtingen van het Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen (APNA), voor zover deze betrekking hebben op overheidspersoneel op de BES-eilanden, zijn per 10 oktober 2010 overgenomen door Nederland. Deze verplichtingen en het bijbehorende vermogen worden ondergebracht in de privaatrechtelijke Stichting BES-Pensioenfonds. Dekking wordt geleverd middels een ontvangst (op de begroting van Financiën IXB) samenhangend met de boedelscheiding van de Bank Nederlandse Antillen (BNA), alsmede middels het nog resterende budget voor betalingsachterstanden 2010. In totaal wordt € 50,4 mln. ingezet ter dekking van alle «oude» opgebouwde rechten en verplichtingen.
Ad j. Schuldsanering
Per 10 oktober is de nieuwe staatkundige verhouding met de Nederlandse Antillen afgerond. Hiermee is de schuldsanering voltooid. De restant-schuld bedraagt € 1,3 mld en de rente € 0,6 mld (cumulatief over 20 jaar), tezamen € 1,9 mld. In de Najaarsnota is hiervoor een totale verplichting van € 1,9 mld opgenomen. Dit bedrag wordt als verplichting verwerkt en wordt de komende 20 jaar (tot 2030) afgehandeld via de begroting van Koninkrijksrelaties. De minister van BZK is verantwoordelijk voor de schuldsanering van de Nederlandse Antillen en uit dien hoofde ook verantwoordelijk voor de rente- en aflossingsverplichting van Curaçao en Sint Maarten. De rentebetalingen en aflossingen worden via een bijdrageconstructie jaarlijks overgeboekt van dit begrotingshoofdstuk (Koninkrijksrelaties) naar het hoofdstuk van de Nationale Schuld (IX A). Er blijft dus geen restschuld achter op begrotingshoofdstuk IV. De overheveling van rente en aflossing naar de Nationale Schuld heeft voor de BZK begroting geen (toekomstige) budgettaire risico’s. Voor 2010 is de overboeking € 43,8 mln. aan rente en € 2 mln. aan aflossing. De staatsschuld zelf wordt verantwoord op de saldibalans van de Nationale Schuld, omdat de schuldtitels integraal onderdeel uitmaken van de staatsschuld.
Nederland heeft in het kader van de nieuwe staatkundige verhouding afgesproken om van het restantschuldbedrag (€ 1,3 mld) € 0,5 mld kwijt te schelden waardoor per saldo een vordering van € 0,8 mld op Curacao en St Maarten resteert. Op begrotingshoofdstuk IV is de kwijtschelding zichtbaar als de saldering van de verplichting (€ 1,3 mld) en de vordering (0,8 mld).
Conform de afspraken in het kader van de schuldsanering is een aantal leningen nog voor de transitiedatum 10 oktober 2010 afgelost (€ 158 mln).
Ad k en l. Lopende inschrijving
Afgesproken was om 70% van de schuld van de Nederlandse Antillen en Curaçao te saneren. Overname van slechts 70% van de schuld zou ertoe leiden dat er onderscheid gemaakt zou moeten worden tussen de verschillende crediteuren. Daarom is afgesproken dat Nederland de volledige schuld van rechtswege overneemt, maar voor het restant (100%
– 70%) een vordering op St. Maarten en Curaçao zou krijgen. De hoogte van de vordering in euro’s is afhankelijk van rentestand en valutastand en bedroeg op 10 oktober 2010 € 790 miljoen. Aan de vordering is door de eilanden reeds voldaan. De eilanden hebben dit kunnen financieren door op de geld/kapitaalmarkt geld te lenen. Nederland heeft zich verplicht om bij voorrang op deze nieuwe schuldtitels in te schrijven (lopende inschrijving). Het grootste deel van de veiling is aan Nederland toegewezen. Deze lopende inschrijving wordt verantwoord op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (€ 782,7 miljoen).
2.2 De beleidsartikelen
-
1.Waarborgfunctie
-
1.Waarborgfunctie
Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
Stand Stand 1e Mutaties 2e Stand 2e
ontwerpbe- suppletoire suppletoire suppletoire groting begroting begroting begroting 2010
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
Verplichtingen
Programma-uitgaven
waarvan juridisch verplicht
1.1 Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen
-
a.Maatregelen bedrijfsvoering
-
b.Apparaat (naar art. 2.1)
60 097 |
60 097 |
|
58 594 |
60 097 |
60 097 |
|
58 594 |
60 097 |
60 097 |
|
58 594 |
Ontvangsten
4 857
4 857
4 857
Toelichtingen
Ad b. Apparaat
Herschikking in verband met een tekort op het apparaatbudget als gevolg van het niet uitkeren van de loonbijstelling.
-
2.Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners
-
2.Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners
Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
Stand Stand 1e Mutaties 2e Stand 2e
ontwerpbe- suppletore suppletore suppletore groting begroting begroting begroting 2010
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
Verplichtingen
Waarvan garantieverplichtingen
Uitgaven:
2.1 Apparaat
-
a.Maatregelen Bedrijfsvoering
-
b.Rijksdienst Caribisch Nederland
-
c.Apparaat
Programma-uitgaven
waarvan juridisch verplicht
2.2 Bevorderen autonomie koninkrijkspartners
-
d.Rijksdienst Caribisch Nederland
-
e.BES-uitgaven 2010: kasschuif
-
f.BES-uitgaven 2010
-
g.BES-uitgaven 2010: onderuitputting + J&G
-
h.BES-uitgaven 2010: dekking inclusief kasschuif
252 100 |
782 340 |
2 910 451 |
3 692 791 |
261 941 |
792 181 |
1 019 055 |
1 811 236 |
12 555 |
15 570 |
2 848
1 587 1 307 |
18 418 |
249 386 |
776 611 |
1 016 207 |
1 792 818 |
103 875 |
119 229 |
56 688
14 400
|
175 917 |
0
Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
Stand Stand 1e Mutaties 2e Stand 2e
ontwerpbe- suppletore suppletore suppletore groting begroting begroting begroting 2010
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
-
i.Pensioenfonds BES: aanvulling vermogen APNA
-
j.Pensioenfonds BES: kasschuif boedel BNA
-
k.Pensioenfonds BES: dekking uit boedel BNA
-
l.Ondersteuning kabinetten
-
m.Uitgaven Sint-Maarten (Kabinet en kwartiermaker)
2.3 Bevorderen staatkunige relaties n. BES-uitgaven 2010: onderuitputting + J&G o. Ondersteuning kabinetten
2.4 Schuldsanering p. Schuldsanering
-
q.Pensioenfonds BES: betalingsachterstanden
-
r.Lopende inschrijving
Ontvangsten
2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners
-
s.Schuldsanering / Lopende inschrijving
8 711
136 800
11 238
3 661
653 721
205 459
50 400 25 000
-
-25 000
-
-1 400 - 600
-
-1 600
-
-3 000 1 400
961 119 203 860
-
-25 400 782 659
790 035
790 035 790 035
2 061
1 614 840
995 494
Toelichtingen
Ad b. Rijksdienst Caribisch Nederland
Betreft kosten Rijksdienst Caribisch Nederland voor incidentele uitgaven ten behoeve van onder andere ICT-voorzieningen.
Ad e, f, g, h en n. BES uitgaven 2010
In de periode 10-10-2010 tot 01-01-2011 neemt BZK de generieke kosten van de Rijksdienst Caribisch Nederland, alsmede de onvermijdelijke departementale kosten op de BES-eilanden voor haar rekening. De voornaamste uitgaven die hieronder vallen zijn de kosten voor de vrije uitkeringen aan de eilanden, de kosten voor taken die voor rekening van het voormalig Land Nederlandse Antillen kwamen en soortgelijke uitgaven in het kader van eilandstaken die worden overgenomen door Nederlandse departementen, zoals studiefinanciering, zorgkosten en uitkeringen. Dekking wordt geleverd door het inzetten van middelen voor het samenwerkingsbeleid, middelen die in het kader van de statuswijziging bestemd waren voor projecten van Jeugd & Gezin op de BES-eilanden en middelen uit het solidariteitsfonds.
Ad i, j, k, en q. Pensioenfonds BES
De pensioenverplichtingen van het Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen (APNA), voor zover deze betrekking hebben op overheidspersoneel op de BES-eilanden, zijn per 10 oktober 2010 overgenomen door Nederland. Deze verplichtingen en het bijbehorende vermogen worden ondergebracht in de privaatrechtelijke Stichting BES-Pensioenfonds. Dekking wordt geleverd middels een ontvangst (op de begroting van Financiën IXB) samenhangend met de boedelscheiding van de Bank Nederlandse Antillen (BNA), alsmede middels het nog resterende budget voor betalingsachterstanden 2010. In totaal wordt € 50,4 mln. ingezet ter dekking van alle «oude» opgebouwde rechten en verplichtingen.
Ad. l en o. Ondersteuning kabinetten
Kosten voor de ondersteuning van de kabinetten van de gezaghebbers.
Ad p. Schuldsanering
Per 10 oktober is de nieuwe staatkundige verhouding met de Nederlandse Antillen afgerond. Hiermee is de schuldsanering voltooid. De restant-schuld bedraagt € 1,3 mld en de rente € 0,6 mld (cumulatief over 20 jaar), tezamen € 1,9 mld. In de Najaarsnota is hiervoor een totale verplichting van € 1,9 mld opgenomen. Dit bedrag wordt als verplichting verwerkt en wordt de komende 20 jaar (tot 2030) afgehandeld via de begroting van Koninkrijksrelaties. De minister van BZK is verantwoordelijk voor de schuldsanering van de Nederlandse Antillen en uit dien hoofde ook verantwoordelijk voor de rente- en aflossingsverplichting van Curaçao en Sint Maarten. De rentebetalingen en aflossingen worden via een bijdrageconstructie jaarlijks overgeboekt van dit begrotingshoofdstuk (Koninkrijksrelaties) naar het hoofdstuk van de Nationale Schuld (IX A). Er blijft dus geen restschuld achter op begrotingshoofdstuk IV. De overheveling van rente en aflossing naar de Nationale Schuld heeft voor de BZK begroting geen (toekomstige) budgettaire risico’s. Voor 2010 is de overboeking € 43,8 mln. aan rente en € 2 mln. aan aflossing. De staatsschuld zelf wordt verantwoord op de saldibalans van de Nationale Schuld, omdat de schuldtitels integraal onderdeel uitmaken van de staatsschuld.
Nederland heeft in het kader van de nieuwe staatkundige verhouding afgesproken om van het restantschuldbedrag (€ 1,3 mld) € 0,5 mld kwijt te schelden waardoor per saldo een vordering van € 0,8 mld op Curacao en St Maarten resteert. Op begrotingshoofdstuk IV is de kwijtschelding zichtbaar als de saldering van de verplichting (€ 1,3 mld) en de vordering (0,8 mld).
Conform de afspraken in het kader van de schuldsanering is een aantal leningen nog voor de transitiedatum 10 oktober 2010 afgelost (€ 158 mln).
Ad r en s. Lopende inschrijving
Afgesproken was om 70% van de schuld van de Nederlandse Antillen en Curaçao te saneren. Overname van slechts 70% van de schuld zou ertoe leiden dat er onderscheid gemaakt zou moeten worden tussen de verschillende crediteuren. Daarom is afgesproken dat Nederland de volledige schuld van rechtswege overneemt, maar voor het restant (100% – 70%) een vordering op St. Maarten en Curaçao zou krijgen. De hoogte van de vordering in euro’s is afhankelijk van rentestand en valutastand en bedroeg op 10 oktober 2010 € 790 miljoen. Aan de vordering is door de eilanden reeds voldaan. De eilanden hebben dit kunnen financieren door op de geld/kapitaalmarkt geld te lenen. Nederland heeft zich verplicht om bij voorrang op deze nieuwe schuldtitels in te schrijven (lopende inschrijving). Het grootste deel van de veiling is aan Nederland toegewezen. Deze lopende inschrijving wordt verantwoord op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (€ 782,7 miljoen).
-
3.Niet-beleidsartikelen
-
3.Nominaal en onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)
Stand Stand 1e Mutaties 2e Stand 2e
ontwerpbe- suppletoire suppletoire suppletoire groting begroting begroting begroting 2010
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
Verplichtingen
1 344
475
475
Uitgaven:
3.1 Loonbijstelling
3.2 Prijsbijstelling
3.3 Onvoorzien
-
a.Rijksdienst Caribisch Nederland (naar art. 2.1)
1 344 |
475 |
|
0 |
234 |
0 |
0 |
0 |
502 |
0 |
0 |
0 |
608 |
475 |
|
0 |
0