COM(2000)890 - Informatiemaatschappij veiliger maken door de informatie-infrastructuur beter te beveiligen en computercriminaliteit te bestrijden - eEurope 2002
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de Parlementaire Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - De informatiemaatschappij veiliger maken door de informatie-infrastructuur beter te beveiligen en computercriminaliteit te bestrijden - eEurope 2002officiële Engelstalige titel
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE COUNCIL, THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS: Creating a Safer Information Society by Improving the Security of Information Infrastructures and Combating Computer-related CrimeRechtsinstrument | Mededeling |
---|---|
COM-nummer143 | COM(2000)890 ![]() ![]() |
Extra COM-nummers | COM(2000)890 |
Celex-nummer146 | 52000DC0890 |
Document | 26-01-2001 |
---|---|
Online publicatie | 26-01-2001 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de stand van zaken van het dossier, de samenvatting van de European Parliament Legislative Observatory, de juridische context, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken Europese organisaties (denk aan directoraten-generaal van de Europese Commissie, EP-commissies en Raadsformaties) en personen (denk aan eurocommissarissen en Europarlementariërs) en tot slot documenten van het Europees Parlement, de Raad van Ministers en de Europese Commissie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.
- 1.Conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, te vinden op ue.eu.int/en/Info/eurocouncil/index.
- 3.Informatiestromen worden op alle niveaus gefilterd en gecontroleerd; van de firewall die kijkt naar datapakketjes, via het filter dat verraderlijke sofware opspoort en het e-mailfilter dat discreet spam verwijdert, tot het browserfilter dat de toegang tot schadelijk materiaal verspert.
- 4.Zie b.v. het e-Europe-actieplan op europa.eu.int/comm/informaion_society/eeurope, en verklaringen van Commissielid Antõnio Vitorino (op europa.eu.int/comm/commissioners/vitorino) en van de Franse premier Lionel Jospin (op www.france.diplomatie.fr/actual/evenements).
- 5.Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt ("Richtlijn inzake elektronische handel").
- 6.De JBZ-Raad van 19 maart 1998 heeft zich aangesloten bij de 10 door de G8 opgestelde beginselen ter bestrijding van met spitstechnologie verband houdende criminaliteit en heeft de niet-G8-lidstaten van de EU verzocht voorbereidingen te treffen om toe te treden tot het netwerk. Beschikbaar op de website van het Europees justitieel netwerk: ue.eu.int/ejn/index.
- 7.De ontwerptekst is in twee talen beschikbaar op internet; in het Frans: conventions.coe.int/treaty/fr/projets/cybercrime.
- 8.Onder supervisie van de gemeenschappelijke adviesgroep van de overeenkomst tussen de EG en de VS inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking.
- 9.De Verenigde Naties hebben een handboek over de preventie en bestrijding van computercriminaliteit uitgegeven (Manual on the prevention and control of computer-related crime), dat onlangs is bijgewerkt. In 1983 heeft de OESO een studie verricht naar de mogelijkheid van internationale toepassing en harmonisatie van strafwetgeving om computercriminaliteit of -misbruik aan te pakken. In 1986 werd 'Computer-Related Crime: Analysis of Legal Policy' gepubliceerd, een verslag waarin een overzicht werd gegeven van de bestaande wetgeving en van voorstellen voor hervorming in een aantal lidstaten, en waarin werd aanbevolen een minimumlijst op te stellen van misbruiken die strafbaar zouden moeten worden gesteld. Tenslotte ontwikkelde de OESO in 1992 richtsnoeren voor de beveiliging van informatiesystemen, die bedoeld zijn als basis waarop staten en de particuliere sector een kader voor de beveiliging van informatiesystemen kunnen bouwen.
- 10.Aanbeveling 98/560/EG van de Raad van 24 september 1998 betreffende de ontwikkeling van de concurrentiepositie van de Europese industrie van audiovisuele en informatiediensten door de bevordering van nationale kaders, teneinde een vergelijkbaar en doeltreffend niveau van bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid te bereiken;
- 12.'Legal Aspects of Computer-related Crime in the Information Society - COMCRIME.' De studie werd uitgevoerd door Prof. U. Sieber van de universiteit van Würzburg, in opdracht van de Europese Commissie. Het eindverslag is beschikbaar op: www2.echo.lu/legal/en/crime/sieber.
- 13.Op EU-niveau is de Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens de instantie die toezicht houdt op de gegevensbescherming. Deze Groep is het onafhankelijke adviesorgaan van de EU inzake privacy en gegevensbescherming; zie de artikelen 29 en 30 van Richtlijn 95/46/EG.
- 14.Er werden twee vergaderingen gehouden met rechtshandhavers, op 10.12.1999 en op 1.3.2000. Op 13.3.2000 vond een vergadering plaats met vertegenwoordigers van de Internet-industrie, op 31.3.2000 met een klein aantal deskundigen op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens. De slotvergadering met alle hierboven genoemde betrokkenen vond plaats op 17.4.2000. Notulen van de vergaderingen kunnen schriftelijk worden aangevraagd bij: Europese Commissie, Eenheid INFSO/A5, of bij: Europese Commissie, Eenheid JAI/B2, Wetstraat 200, 1049 Brussel, België.
- 15.EU-handvest van de grondrechten (europa.eu.int/comm/justice_home/unit/charte_en), artikel 6 van het VEU en jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie.
- 16.De opmerking uit 1965 van Gordon Moore, mede-oprichter van Intel, over het tempo waarin de dichtheid van transistoren in geïntegreerde circuits toenam. Deze dichtheid verdubbelt nu ongeveer elke 18 maanden, en dit heeft rechtstreeks gevolgen voor de prijs en de capaciteit van computerchips. Veel deskundigen denken dat dit nog zeker tien jaar door zal gaan.
- 17.Dankzij de nieuwste technologie kan een enkele glasvezelkabel het equivalent van 100 miljoen telefoongesprekken tegelijk verwerken.
- 18.Het IST-programma wordt beheerd door de Europese Commissie. Het maakt deel uit van het 5de Kaderprogramma, dat van 1998 tot 2002 loopt. Verdere informatie is te vinden op: www.cordis.lu/ist.
- 19.In Kernactiviteit 2 - Nieuwe werkmethoden en elektronische handel.
- 20.Onder supervisie van de gemeenschappelijke adviesgroep van de overeenkomst tussen de EG en de VS inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking
- 21.Zie artikel 4 van Richtlijn 97/66/EG (die ook de verplichting behelst om nog bestaande veiligheidsrisico's te melden) en artikel 17 van Richtlijn 95/46/EG.
- 22.Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en Richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector. Artikel 24 van Richtlijn 95/46/EG verplicht de lidstaten ertoe sancties vast te stellen voor inbreuken op de ter uitvoering van de richtlijn vastgestelde bepalingen.
- 23.De contentprovider moet niet worden verward met de service provider.
- 25.In de media is veel aandacht besteed aan de recente gevallen van opzettelijke versperring van de toegang tot de server en aan de verspreiding van het zogenoemde LoveBug-virus. Dit moet echter wel in het juiste perspectief worden gezien. Aanvallen waarbij de toegang tot de server opzettelijk of per ongeluk wordt geblokkeerd, en per e-mail verspreide virussen zijn verschijnselen die al jaren bestaan. De Morrisworm en de IBM-Kerstboom e-mail waren daar vroege voorbeelden van. Er bestaan producten en procedures die kunnen helpen bij het oplossen van dit soort problemen. Binnen de internetgemeenschap wordt ook goed samengewerkt om de schade bij dergelijke voorvallen zoveel mogelijk te beperken. Er is ook sprake van samenwerking om de spamming-overlast te beperken.
- 26.Richtlijn 91/250/EEG van de Raad van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 122 van 17-5-1991, pagina 42-46). Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken ( Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 77 van 27-3-1996, pagina 20-28).
- 27.Gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de goedkeuring van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (CS/2000/9512).
- 28.Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Organisatie en beheer van het Internet; Internationale en Europese beleidskwesties 1998-2000, april 2000, COM(2000) 202.
- 29.De Commissie heeft een reeks wijzigingen voorgesteld van het BTW-stelsel in de EU ter verduidelijking van het rechtsgebied van de BTW-plichtigheid (COM(2000)349 - Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde die van toepassing is op bepaalde diensten die met elektronische middelen worden verricht), die momenteel worden besproken in de Raad en het Parlement. In sommige gevallen is de leverancier BTW-plichtig, ook als hij niet fysiek aanwezig is in het betrokken rechtsgebied.
- 31.Voorkoming en bestrijding van de georganiseerde criminaliteit: een strategie van de Europese Unie voor het begin van het nieuwe millennium (Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 124 van 3-5-2000 Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 124 van 3-5-2000).
- 33.Het verdrag van de Raad van Europa treedt pas in werking nadat het is geratificeerd.
- 34.Dit initiatief maakt deel uit van een pakket voorstellen waarin ook andere vraagstukken met betrekking tot de seksuele uitbuiting van kinderen en mensenhandel worden behandeld, zoals werd aangekondigd in de mededeling van de Commissie van december 1998 over mensenhandel. De tekst van het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad is gehecht aan de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de bestrijding van mensenhandel en de seksuele uitbuiting van kinderen: twee voorstellen voor kaderbesluiten van de Raad, die tegelijk met dit voorstel worden ingediend.
- 35.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 85 van 24-7-1996, pagina 5-7. Ook te vinden op de website van het Europees justitieel netwerk: ue.eu.int/ejn/index
- 36.Tribunal de grande instance de Paris, Ordonnance de Référé van 20 november 2000, nr. RG 00/05308.
- 37.Actieplan van de Europese Unie inzake drugsbestrijding (2000-2004). COM(1999)239 def. europa.eu.int/comm/justice_home/unit/drogue_en.
- 38.zaak C-274/96 Bichel
- 39.In twee lidstaten zijn onderschepte berichten niet toegelaten als bewijs in strafprocedures.
- 40.Resolutie van de Raad van 17 januari 1995 inzake de legale interceptie van telecommunicatieverkeer (Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 329 van 4-11-1996, pagina 1- 6). In de bijlage is een lijst opgenomen van de interceptie-eisen vanuit het oogpunt van rechtshandhaving waarmee de lidstaten rekening dienden te houden bij het opstellen en uitvoeren van nationaal beleid en nationale maatregelen op dit gebied. In 1998 diende het Oostenrijkse voorzitterschap een voorstel in voor een resolutie van de Raad ter uitbreiding van de werkingssfeer van de resolutie van 1995, zodat deze ook betrekking zou hebben op nieuwe technologische ontwikkelingen, met inbegrip van internet en communicatie per satelliet. Dit voorstel is besproken in twee commissies van het Europees Parlement, de Commissie openbare vrijheden en binnenlandse zaken en de Commissie juridische zaken en rechten van de burger, die tot verschillende conclusies kwamen. De Commissie openbare vrijheden en binnenlandse beschouwde dit voorstel als een verduidelijking en een bijwerking van de oude resolutie en vond de nieuwe resolutie aanvaardbaar. De Commissie juridische zaken en rechten van de burger had veel kritiek op de resolutie, zowel uit het oogpunt van potentiële inbreuken op de mensenrechten als wat de kosten voor de exploitanten betreft, verwierp daarom het voorstel en riep de Commissie op een nieuw voorstel in te dienen na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam. De Raad of de werkgroepen daarvan hebben zich de afgelopen maanden niet actief beziggehouden met de ontwerpwetsolutie.
- 41.Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 197 van 12-7-2000 Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 197 van 12-7-2000Deze overeenkomst werd goedgekeurd op 29 mei 2000. De bepalingen inzake het aftappen van telecommunicatie van deze overeenkomst gelden alleen voor de lidstaten van de Europese Unie, niet voor derde landen.
- 42.In de Overeenkomst zijn minimumwaarborgen opgenomen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van persoonsgegevens.
- 43.Oorspronkelijk waren de onderhandelingen bedoeld om de mogelijkheid te scheppen telefoonverkeer af te tappen van personen die via de satelliet vanuit de aftappende lidstaat communiceren. Technisch gezien is het grondstation van de satelliet echter het punt waar dit verkeer moet worden afgetapt. Daarom zou technische bijstand moeten worden gevraagd van de lidstaat waar het grondstation is gevestigd. De overeenkomst biedt daartoe twee mogelijkheden: een versnelde procedure voor wederzijdse rechtshulp waarin de lidstaat van het grondstation voor elk geval afzonderlijk om bijstand moet worden verzocht, en een technische oplossing op basis van toegang op afstand van de aftappende lidstaat tot het grondstation, waarvoor geen afzonderlijke verzoeken nodig zijn.
- 44.De overeenkomst vormt tevens een wettelijk kader voor verzoeken om telecommunicatieverkeer van iemand op het grondgebied van een andere lidstaat (de aangezochte lidstaat) af te tappen. In dat geval moet zowel de aftappende als de aangezochte lidstaat een aftapbevel volgens de nationale wetgeving aanvragen. Tenslotte bevat de overeenkomst regels voor situaties waarin de aftappende lidstaat de mogelijkheid heeft het telecommunicatieverkeer van een persoon op het grondgebied van een andere lidstaat af te tappen zonder technische bijstand te hoeven vragen van die lidstaat.
- 45.In het Europees Parlement is een openbare hoorzitting gehouden over een lang en uitvoerig gedocumenteerd verslag van de heer Campbell over een aftaptienetwerk met de naam ECHELON (www.gn.apc.org/duncan/stoa_cover). In het verslag wordt beweerd dat ECHELON werd ontwikkeld voor nationale veiligheidsdoeleinden, maar ook werd gebruikt voor industriële spionage. Het Europees Parlement heeft een tijdelijke commissie opgericht die zich over dit onderwerp zal buigen en binnen een jaar een verslag zal voorleggen aan de voltallige vergadering .
- 46.Daarbij gaat het ook om strafrechtelijke onderzoeken in gevallen die weliswaar geen verband houden met computers of communicatienetwerken, maar waarbij deze gegevens kunnen bijdragen aan de oplossing van het misdrijf.
- 47.Artikel 14 van Richtlijn 97/66/EG en artikel 13 van Richtlijn 95/46/EG.
- 48.Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het ontwerp van gemeenschappelijk optreden, door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, ter bestrijding van kinderpornografie op Internet, amendement 17 (Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 219 van 30-7-1999, pagina 68
).
- 49."Grootschalig verkennend of algemeen toezicht moet verboden zijn ...de doeltreffendste manier om onaanvaardbare risico's voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te beperken, terwijl wordt erkend dat een doeltreffende wetshandhaving noodzakelijk is, bestaat erin dat verkeersgegevens in beginsel niet uitsluitend voor wetshandhavingsdoeleinden mogen worden bewaard en dat nationale wetten telecommunicatie-exploitanten, telecommunicatiediensten- en Internet service providers er niet toe mogen verplichten om verkeersgegevens langer bij te houden dan voor het opstellen van rekeningen noodzakelijk is". Aanbeveling 3/99 van de werkgroep gegevensbescherming van 7 september 1999; http:/europa.eu.int/comm/internal_market/en/media/dataprot/wpdocs/index.htm.
- 50.Zoals verankerd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (artikel 8, recht op eerbiediging van het privé-leven), het EU-handvest van de grondrechten, het EG-Verdrag en de richtlijnen inzake gegevensbescherming.
- 52.Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens. Aanbeveling 3/97 Anonimiteit op internet. Goedgekeurd door de Groep op 3 december 1997. europa.eu.int/comm/internal_market/en/media
- 54.Naast de G8-leden hebben zich tot nu toe vijf EU-lidstaten aangesloten bij het 24/7-netwerk.
- 55.Op de wereldconferentie tegen de commerciële seksuele uitbuiting van kinderen van 28 augustus 1996 in Stockholm werd voorgesteld INTERPOL bij deze netwerken te betrekken. Het besluit van de Raad van de EU ter bestrijding van kinderpornografie op internet gaat ook uit van samenwerking met Europol op dit gebied.
- 56.Artikel 1, lid 4 van het Gemeenschappelijk standpunt: 'De lidstaten moeten hun steun verlenen aan de vaststelling van bepalingen die de internationale samenwerking vergemakkelijken, waaronder bepalingen betreffende wederzijdse rechtsbijstand op zo groot mogelijke schaal. Het verdrag inzake cybercriminaliteit moet de snelle samenwerking vergemakkelijken waar het gaat om misdrijven op het vlak van of met behulp van computers. Deze vorm van samenwerking kan inhouden dat permanent toegankelijke contactpunten voor wetshandhaving worden opgezet, die de bestaande structuren voor wederzijdse bijstand aanvullen.'
- 58.Communiqué van de ministersconferentie van de G8-landen over de bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit. Moskou, 19-20 oktober 1999 (zie
- 59.PB L 142/2: 'Onder voorbehoud van constitutionele beginselen en specifieke garanties om op passende wijze de soevereiniteit, de veiligheid, de openbare orde en andere wezenlijke belangen van andere staten te eerbiedigen, kan in uitzonderlijke gevallen een grensoverschrijdende computeropsporing voor een onderzoek naar een nader in het verdrag inzake cybercriminaliteit te omschrijven ernstig misdrijf worden overwogen, en in het bijzonder wanneer er spoed vereiste is, bijvoorbeeld wanneer dit nodig is (...) om misdrijven te voorkomen die de dood of ernstig lichamelijk letsel van een persoon tot gevolg kunnen hebben.'
- 60.COM(2000)495, Brussel, 26.7.2000.
- 61.COM (97)503.
- 62.Tot nu toe beschikt slechts een beperkt aantal landen over hotlines. Voorbeelden daarvan zijn Cybertipline in de VS en Internet Watch Foundation (IWF) in het VK, dat sinds dec. 1996 een telefonische- en een e-mailhotline voert, waarop het publiek kan melden dat zij materiaal op internet zijn tegengekomen dat zij illegaal achten. De IWF beoordeelt of dat inderdaad het geval is en licht vervolgens de internet service providers en de politie in. Ook in andere landen bestaan controleorganen, bijvoorbeeld in Noorwegen (Redd Barna), Nederland (Meldpunt), Duitsland (Newswatch, FSM en Jugendschutz), Oostenrijk (ISPAA) en Ierland (ISPAI). In het kader van het EU-Daphneprgrogramma, loopt bij Childnet International momenteel een project dat rechtstreeks verband houdt met deze problematiek ("International Hotline Providers in Europe Forum"). De deskundigen van de UNESCO die in januari 1999 in Parijs bijeenkwamen, toonden zich ook voorstander van nationale hotlines en van de oprichting van netwerken van hotlines of van een internationale 'elektronische wachttoren'.
- 63.Voor de ervaring in de VS op dit gebied, zie Michael A. Sussmann 'The Critical Challenges from International High-Tech and Computer-Related Crime at the Millennium', Duke Journal of Comparative and International Law, Deel 9, voorjaar 1999, blz. 464.
- 64.Het 'Excalibur'-project van de Zweedse nationale criminele inlichtingendienst, dat in het kader van het STOP-programma mede door de Europese Commissie werd gefinancierd, is een succesvol voorbeeld in dit verband. Dit project is opgezet in samenwerking met politiediensten in Duitsland, het VK, Nederland en België, en samen met Europol en Interpol uitgevoerd. Ook andere projecten, zoals die van het Duitse BKA ("Perkeo") en het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken ("Surfimage", ook medegefinancierd in het kader van het STOP-programma) zijn goede voorbeelden.
- 65.In het communiqué van 9/10 december 1997 over de beginselen en het 10-punten actieplan ter bestrijding van hightech-criminaliteit, verklaarden de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken van de G8 dat het bedrijfsleven de wereldwijde netwerken ontwerpt, aanlegt en onderhoudt, en dus ook als eerste verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van technische standaarden. En dus moet het bedrijfsleven volgens de G8 bijdragen aan de ontwikkeling en verspreiding van veiligheidssystemen waarmee het opsporen van computermisbruik, het bewaren van elektronisch bewijsmateriaal en het vaststellen van de verblijfplaats en identiteit van criminelen kunnen worden vergemakkelijkt. In het besluit van de EU ter bestrijding van kinderpornografie op internet wordt onderstreept dat de lidstaten een constructieve dialoog met het bedrijfsleden moeten voeren en moeten samenwerken door hun ervaringen uit te wisselen.
- 66.Zoals beschreven in de EU-richtlijnen over gegevensbescherming, het mensenrechtenverdrag van de Raad van Europa en verdrag nr. 108 van de Raad van Europa voor de bescherming van personen in verband met de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, en nationale wetgeving op dit gebied.
- 67.Het Internet Crime Forum werd opgericht in 1997 en bestaat uit politieambtenaren, ambtenaren van Binnenlandse Zaken, gegevensbeschermingsambtenaren en vertegenwoordigers van de Internetsector; het Forum houdt 3-4 maal per jaar een plenaire vergadering en telt daarnaast een aantal permanente werkgroepen.
- 68.Voor zover het gaat om gedragscodes in de zin van artikel 27 van Richtlijn 95/46/EG (die bijvoorbeeld betrekking zouden kunnen hebben op onderwerpen die onder Richtlijn 97/66/EG vallen, zoals aftappen), zijn de Groep voor gegevensbescherming van artikel 29 en de nationale instanties die toezichthouden op gegevensbescherming, daarbij betrokken.
- 69.Meer informatie over het Internet-actieplan: Actieplan ter bevordering van een veiliger gebruik van Internet, beschikbaar op 158.169.50.95:10080/iap/.
- 70.
- 71.Wanneer bij strafrechtelijke onderzoeken de bijstand van autoriteiten in een ander land is, zijn bepaalde vormen van wederzijdse rechtshulp en uitlevering vaak wettelijk gekoppeld aan de voorwaarde dat het gepleegde feit in beide landen strafbaar is.
- 72.Conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, te vinden op ue.eu.int/en/Info/eurocouncil/index.
- 74.Informatiestromen worden op alle niveaus gefilterd en gecontroleerd; van de firewall die kijkt naar datapakketjes, via het filter dat verraderlijke sofware opspoort en het e-mailfilter dat discreet spam verwijdert, tot het browserfilter dat de toegang tot schadelijk materiaal verspert.
- 75.Zie b.v. het e-Europe-actieplan op europa.eu.int/comm/informaion_society/eeurope, en verklaringen van Commissielid Antõnio Vitorino (op europa.eu.int/comm/commissioners/vitorino) en van de Franse premier Lionel Jospin (op www.france.diplomatie.fr/actual/evenements).
- 76.Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt ("Richtlijn inzake elektronische handel").
- 77.De JBZ-Raad van 19 maart 1998 heeft zich aangesloten bij de 10 door de G8 opgestelde beginselen ter bestrijding van met spitstechnologie verband houdende criminaliteit en heeft de niet-G8-lidstaten van de EU verzocht voorbereidingen te treffen om toe te treden tot het netwerk. Beschikbaar op de website van het Europees justitieel netwerk: ue.eu.int/ejn/index.
- 78.De ontwerptekst is in twee talen beschikbaar op internet; in het Frans: conventions.coe.int/treaty/fr/projets/cybercrime.
- 79.Onder supervisie van de gemeenschappelijke adviesgroep van de overeenkomst tussen de EG en de VS inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking.
- 80.De Verenigde Naties hebben een handboek over de preventie en bestrijding van computercriminaliteit uitgegeven (Manual on the prevention and control of computer-related crime), dat onlangs is bijgewerkt. In 1983 heeft de OESO een studie verricht naar de mogelijkheid van internationale toepassing en harmonisatie van strafwetgeving om computercriminaliteit of -misbruik aan te pakken. In 1986 werd 'Computer-Related Crime: Analysis of Legal Policy' gepubliceerd, een verslag waarin een overzicht werd gegeven van de bestaande wetgeving en van voorstellen voor hervorming in een aantal lidstaten, en waarin werd aanbevolen een minimumlijst op te stellen van misbruiken die strafbaar zouden moeten worden gesteld. Tenslotte ontwikkelde de OESO in 1992 richtsnoeren voor de beveiliging van informatiesystemen, die bedoeld zijn als basis waarop staten en de particuliere sector een kader voor de beveiliging van informatiesystemen kunnen bouwen.
- 81.Aanbeveling 98/560/EG van de Raad van 24 september 1998 betreffende de ontwikkeling van de concurrentiepositie van de Europese industrie van audiovisuele en informatiediensten door de bevordering van nationale kaders, teneinde een vergelijkbaar en doeltreffend niveau van bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid te bereiken;
- 83.'Legal Aspects of Computer-related Crime in the Information Society - COMCRIME.' De studie werd uitgevoerd door Prof. U. Sieber van de universiteit van Würzburg, in opdracht van de Europese Commissie. Het eindverslag is beschikbaar op: www2.echo.lu/legal/en/crime/sieber.
- 84.Op EU-niveau is de Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens de instantie die toezicht houdt op de gegevensbescherming. Deze Groep is het onafhankelijke adviesorgaan van de EU inzake privacy en gegevensbescherming; zie de artikelen 29 en 30 van Richtlijn 95/46/EG.
- 85.Er werden twee vergaderingen gehouden met rechtshandhavers, op 10.12.1999 en op 1.3.2000. Op 13.3.2000 vond een vergadering plaats met vertegenwoordigers van de Internet-industrie, op 31.3.2000 met een klein aantal deskundigen op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens. De slotvergadering met alle hierboven genoemde betrokkenen vond plaats op 17.4.2000. Notulen van de vergaderingen kunnen schriftelijk worden aangevraagd bij: Europese Commissie, Eenheid INFSO/A5, of bij: Europese Commissie, Eenheid JAI/B2, Wetstraat 200, 1049 Brussel, België.
- 86.EU-handvest van de grondrechten (europa.eu.int/comm/justice_home/unit/charte_en), artikel 6 van het VEU en jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie.
- 87.De opmerking uit 1965 van Gordon Moore, mede-oprichter van Intel, over het tempo waarin de dichtheid van transistoren in geïntegreerde circuits toenam. Deze dichtheid verdubbelt nu ongeveer elke 18 maanden, en dit heeft rechtstreeks gevolgen voor de prijs en de capaciteit van computerchips. Veel deskundigen denken dat dit nog zeker tien jaar door zal gaan.
- 88.Dankzij de nieuwste technologie kan een enkele glasvezelkabel het equivalent van 100 miljoen telefoongesprekken tegelijk verwerken.
- 89.Het IST-programma wordt beheerd door de Europese Commissie. Het maakt deel uit van het 5de Kaderprogramma, dat van 1998 tot 2002 loopt. Verdere informatie is te vinden op: www.cordis.lu/ist.
- 90.In Kernactiviteit 2 - Nieuwe werkmethoden en elektronische handel.
- 91.Onder supervisie van de gemeenschappelijke adviesgroep van de overeenkomst tussen de EG en de VS inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking
- 92.Zie artikel 4 van Richtlijn 97/66/EG (die ook de verplichting behelst om nog bestaande veiligheidsrisico's te melden) en artikel 17 van Richtlijn 95/46/EG.
- 93.Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en Richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector. Artikel 24 van Richtlijn 95/46/EG verplicht de lidstaten ertoe sancties vast te stellen voor inbreuken op de ter uitvoering van de richtlijn vastgestelde bepalingen.
- 94.De contentprovider moet niet worden verward met de service provider.
- 96.In de media is veel aandacht besteed aan de recente gevallen van opzettelijke versperring van de toegang tot de server en aan de verspreiding van het zogenoemde LoveBug-virus. Dit moet echter wel in het juiste perspectief worden gezien. Aanvallen waarbij de toegang tot de server opzettelijk of per ongeluk wordt geblokkeerd, en per e-mail verspreide virussen zijn verschijnselen die al jaren bestaan. De Morrisworm en de IBM-Kerstboom e-mail waren daar vroege voorbeelden van. Er bestaan producten en procedures die kunnen helpen bij het oplossen van dit soort problemen. Binnen de internetgemeenschap wordt ook goed samengewerkt om de schade bij dergelijke voorvallen zoveel mogelijk te beperken. Er is ook sprake van samenwerking om de spamming-overlast te beperken.
- 97.Richtlijn 91/250/EEG van de Raad van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 122 van 17-5-1991, pagina 42-46). Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken ( Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 77 van 27-3-1996, pagina 20-28).
- 98.Gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de goedkeuring van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (CS/2000/9512).
- 99.Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Organisatie en beheer van het Internet; Internationale en Europese beleidskwesties 1998-2000, april 2000, COM(2000) 202.
- 100.De Commissie heeft een reeks wijzigingen voorgesteld van het BTW-stelsel in de EU ter verduidelijking van het rechtsgebied van de BTW-plichtigheid (COM(2000)349 - Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde die van toepassing is op bepaalde diensten die met elektronische middelen worden verricht), die momenteel worden besproken in de Raad en het Parlement. In sommige gevallen is de leverancier BTW-plichtig, ook als hij niet fysiek aanwezig is in het betrokken rechtsgebied.
- 102.Voorkoming en bestrijding van de georganiseerde criminaliteit: een strategie van de Europese Unie voor het begin van het nieuwe millennium (Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 124 van 3-5-2000 Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 124 van 3-5-2000).
- 104.Het verdrag van de Raad van Europa treedt pas in werking nadat het is geratificeerd.
- 105.Dit initiatief maakt deel uit van een pakket voorstellen waarin ook andere vraagstukken met betrekking tot de seksuele uitbuiting van kinderen en mensenhandel worden behandeld, zoals werd aangekondigd in de mededeling van de Commissie van december 1998 over mensenhandel. De tekst van het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad is gehecht aan de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de bestrijding van mensenhandel en de seksuele uitbuiting van kinderen: twee voorstellen voor kaderbesluiten van de Raad, die tegelijk met dit voorstel worden ingediend.
- 106.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 85 van 24-7-1996, pagina 5-7. Ook te vinden op de website van het Europees justitieel netwerk: ue.eu.int/ejn/index
- 107.Tribunal de grande instance de Paris, Ordonnance de Référé van 20 november 2000, nr. RG 00/05308.
- 108.Actieplan van de Europese Unie inzake drugsbestrijding (2000-2004). COM(1999)239 def. europa.eu.int/comm/justice_home/unit/drogue_en.
- 109.zaak C-274/96 Bichel
- 110.In twee lidstaten zijn onderschepte berichten niet toegelaten als bewijs in strafprocedures.
- 111.Resolutie van de Raad van 17 januari 1995 inzake de legale interceptie van telecommunicatieverkeer (Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 329 van 4-11-1996, pagina 1- 6). In de bijlage is een lijst opgenomen van de interceptie-eisen vanuit het oogpunt van rechtshandhaving waarmee de lidstaten rekening dienden te houden bij het opstellen en uitvoeren van nationaal beleid en nationale maatregelen op dit gebied. In 1998 diende het Oostenrijkse voorzitterschap een voorstel in voor een resolutie van de Raad ter uitbreiding van de werkingssfeer van de resolutie van 1995, zodat deze ook betrekking zou hebben op nieuwe technologische ontwikkelingen, met inbegrip van internet en communicatie per satelliet. Dit voorstel is besproken in twee commissies van het Europees Parlement, de Commissie openbare vrijheden en binnenlandse zaken en de Commissie juridische zaken en rechten van de burger, die tot verschillende conclusies kwamen. De Commissie openbare vrijheden en binnenlandse beschouwde dit voorstel als een verduidelijking en een bijwerking van de oude resolutie en vond de nieuwe resolutie aanvaardbaar. De Commissie juridische zaken en rechten van de burger had veel kritiek op de resolutie, zowel uit het oogpunt van potentiële inbreuken op de mensenrechten als wat de kosten voor de exploitanten betreft, verwierp daarom het voorstel en riep de Commissie op een nieuw voorstel in te dienen na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam. De Raad of de werkgroepen daarvan hebben zich de afgelopen maanden niet actief beziggehouden met de ontwerpwetsolutie.
- 112.Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 197 van 12-7-2000 Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 197 van 12-7-2000Deze overeenkomst werd goedgekeurd op 29 mei 2000. De bepalingen inzake het aftappen van telecommunicatie van deze overeenkomst gelden alleen voor de lidstaten van de Europese Unie, niet voor derde landen.
- 113.In de Overeenkomst zijn minimumwaarborgen opgenomen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van persoonsgegevens.
- 114.Oorspronkelijk waren de onderhandelingen bedoeld om de mogelijkheid te scheppen telefoonverkeer af te tappen van personen die via de satelliet vanuit de aftappende lidstaat communiceren. Technisch gezien is het grondstation van de satelliet echter het punt waar dit verkeer moet worden afgetapt. Daarom zou technische bijstand moeten worden gevraagd van de lidstaat waar het grondstation is gevestigd. De overeenkomst biedt daartoe twee mogelijkheden: een versnelde procedure voor wederzijdse rechtshulp waarin de lidstaat van het grondstation voor elk geval afzonderlijk om bijstand moet worden verzocht, en een technische oplossing op basis van toegang op afstand van de aftappende lidstaat tot het grondstation, waarvoor geen afzonderlijke verzoeken nodig zijn.
- 115.De overeenkomst vormt tevens een wettelijk kader voor verzoeken om telecommunicatieverkeer van iemand op het grondgebied van een andere lidstaat (de aangezochte lidstaat) af te tappen. In dat geval moet zowel de aftappende als de aangezochte lidstaat een aftapbevel volgens de nationale wetgeving aanvragen. Tenslotte bevat de overeenkomst regels voor situaties waarin de aftappende lidstaat de mogelijkheid heeft het telecommunicatieverkeer van een persoon op het grondgebied van een andere lidstaat af te tappen zonder technische bijstand te hoeven vragen van die lidstaat.
- 116.In het Europees Parlement is een openbare hoorzitting gehouden over een lang en uitvoerig gedocumenteerd verslag van de heer Campbell over een aftaptienetwerk met de naam ECHELON (www.gn.apc.org/duncan/stoa_cover). In het verslag wordt beweerd dat ECHELON werd ontwikkeld voor nationale veiligheidsdoeleinden, maar ook werd gebruikt voor industriële spionage. Het Europees Parlement heeft een tijdelijke commissie opgericht die zich over dit onderwerp zal buigen en binnen een jaar een verslag zal voorleggen aan de voltallige vergadering .
- 117.Daarbij gaat het ook om strafrechtelijke onderzoeken in gevallen die weliswaar geen verband houden met computers of communicatienetwerken, maar waarbij deze gegevens kunnen bijdragen aan de oplossing van het misdrijf.
- 118.Artikel 14 van Richtlijn 97/66/EG en artikel 13 van Richtlijn 95/46/EG.
- 119.Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het ontwerp van gemeenschappelijk optreden, door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, ter bestrijding van kinderpornografie op Internet, amendement 17 (Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 219 van 30-7-1999, pagina 68
).
- 120."Grootschalig verkennend of algemeen toezicht moet verboden zijn ...de doeltreffendste manier om onaanvaardbare risico's voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te beperken, terwijl wordt erkend dat een doeltreffende wetshandhaving noodzakelijk is, bestaat erin dat verkeersgegevens in beginsel niet uitsluitend voor wetshandhavingsdoeleinden mogen worden bewaard en dat nationale wetten telecommunicatie-exploitanten, telecommunicatiediensten- en Internet service providers er niet toe mogen verplichten om verkeersgegevens langer bij te houden dan voor het opstellen van rekeningen noodzakelijk is". Aanbeveling 3/99 van de werkgroep gegevensbescherming van 7 september 1999; http:/europa.eu.int/comm/internal_market/en/media/dataprot/wpdocs/index.htm.
- 121.Zoals verankerd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (artikel 8, recht op eerbiediging van het privé-leven), het EU-handvest van de grondrechten, het EG-Verdrag en de richtlijnen inzake gegevensbescherming.
- 123.Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens. Aanbeveling 3/97 Anonimiteit op internet. Goedgekeurd door de Groep op 3 december 1997. europa.eu.int/comm/internal_market/en/media
- 125.Naast de G8-leden hebben zich tot nu toe vijf EU-lidstaten aangesloten bij het 24/7-netwerk.
- 126.Op de wereldconferentie tegen de commerciële seksuele uitbuiting van kinderen van 28 augustus 1996 in Stockholm werd voorgesteld INTERPOL bij deze netwerken te betrekken. Het besluit van de Raad van de EU ter bestrijding van kinderpornografie op internet gaat ook uit van samenwerking met Europol op dit gebied.
- 127.Artikel 1, lid 4 van het Gemeenschappelijk standpunt: 'De lidstaten moeten hun steun verlenen aan de vaststelling van bepalingen die de internationale samenwerking vergemakkelijken, waaronder bepalingen betreffende wederzijdse rechtsbijstand op zo groot mogelijke schaal. Het verdrag inzake cybercriminaliteit moet de snelle samenwerking vergemakkelijken waar het gaat om misdrijven op het vlak van of met behulp van computers. Deze vorm van samenwerking kan inhouden dat permanent toegankelijke contactpunten voor wetshandhaving worden opgezet, die de bestaande structuren voor wederzijdse bijstand aanvullen.'
- 129.Communiqué van de ministersconferentie van de G8-landen over de bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit. Moskou, 19-20 oktober 1999 (zie
- 130.PB L 142/2: 'Onder voorbehoud van constitutionele beginselen en specifieke garanties om op passende wijze de soevereiniteit, de veiligheid, de openbare orde en andere wezenlijke belangen van andere staten te eerbiedigen, kan in uitzonderlijke gevallen een grensoverschrijdende computeropsporing voor een onderzoek naar een nader in het verdrag inzake cybercriminaliteit te omschrijven ernstig misdrijf worden overwogen, en in het bijzonder wanneer er spoed vereiste is, bijvoorbeeld wanneer dit nodig is (...) om misdrijven te voorkomen die de dood of ernstig lichamelijk letsel van een persoon tot gevolg kunnen hebben.'
- 131.COM(2000)495, Brussel, 26.7.2000.
- 132.COM (97)503.
- 133.Tot nu toe beschikt slechts een beperkt aantal landen over hotlines. Voorbeelden daarvan zijn Cybertipline in de VS en Internet Watch Foundation (IWF) in het VK, dat sinds dec. 1996 een telefonische- en een e-mailhotline voert, waarop het publiek kan melden dat zij materiaal op internet zijn tegengekomen dat zij illegaal achten. De IWF beoordeelt of dat inderdaad het geval is en licht vervolgens de internet service providers en de politie in. Ook in andere landen bestaan controleorganen, bijvoorbeeld in Noorwegen (Redd Barna), Nederland (Meldpunt), Duitsland (Newswatch, FSM en Jugendschutz), Oostenrijk (ISPAA) en Ierland (ISPAI). In het kader van het EU-Daphneprgrogramma, loopt bij Childnet International momenteel een project dat rechtstreeks verband houdt met deze problematiek ("International Hotline Providers in Europe Forum"). De deskundigen van de UNESCO die in januari 1999 in Parijs bijeenkwamen, toonden zich ook voorstander van nationale hotlines en van de oprichting van netwerken van hotlines of van een internationale 'elektronische wachttoren'.
- 134.Voor de ervaring in de VS op dit gebied, zie Michael A. Sussmann 'The Critical Challenges from International High-Tech and Computer-Related Crime at the Millennium', Duke Journal of Comparative and International Law, Deel 9, voorjaar 1999, blz. 464.
- 135.Het 'Excalibur'-project van de Zweedse nationale criminele inlichtingendienst, dat in het kader van het STOP-programma mede door de Europese Commissie werd gefinancierd, is een succesvol voorbeeld in dit verband. Dit project is opgezet in samenwerking met politiediensten in Duitsland, het VK, Nederland en België, en samen met Europol en Interpol uitgevoerd. Ook andere projecten, zoals die van het Duitse BKA ("Perkeo") en het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken ("Surfimage", ook medegefinancierd in het kader van het STOP-programma) zijn goede voorbeelden.
- 136.In het communiqué van 9/10 december 1997 over de beginselen en het 10-punten actieplan ter bestrijding van hightech-criminaliteit, verklaarden de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken van de G8 dat het bedrijfsleven de wereldwijde netwerken ontwerpt, aanlegt en onderhoudt, en dus ook als eerste verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van technische standaarden. En dus moet het bedrijfsleven volgens de G8 bijdragen aan de ontwikkeling en verspreiding van veiligheidssystemen waarmee het opsporen van computermisbruik, het bewaren van elektronisch bewijsmateriaal en het vaststellen van de verblijfplaats en identiteit van criminelen kunnen worden vergemakkelijkt. In het besluit van de EU ter bestrijding van kinderpornografie op internet wordt onderstreept dat de lidstaten een constructieve dialoog met het bedrijfsleden moeten voeren en moeten samenwerken door hun ervaringen uit te wisselen.
- 137.Zoals beschreven in de EU-richtlijnen over gegevensbescherming, het mensenrechtenverdrag van de Raad van Europa en verdrag nr. 108 van de Raad van Europa voor de bescherming van personen in verband met de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, en nationale wetgeving op dit gebied.
- 138.Het Internet Crime Forum werd opgericht in 1997 en bestaat uit politieambtenaren, ambtenaren van Binnenlandse Zaken, gegevensbeschermingsambtenaren en vertegenwoordigers van de Internetsector; het Forum houdt 3-4 maal per jaar een plenaire vergadering en telt daarnaast een aantal permanente werkgroepen.
- 139.Voor zover het gaat om gedragscodes in de zin van artikel 27 van Richtlijn 95/46/EG (die bijvoorbeeld betrekking zouden kunnen hebben op onderwerpen die onder Richtlijn 97/66/EG vallen, zoals aftappen), zijn de Groep voor gegevensbescherming van artikel 29 en de nationale instanties die toezichthouden op gegevensbescherming, daarbij betrokken.
- 140.Meer informatie over het Internet-actieplan: Actieplan ter bevordering van een veiliger gebruik van Internet, beschikbaar op 158.169.50.95:10080/iap/.
- 141.
- 142.Wanneer bij strafrechtelijke onderzoeken de bijstand van autoriteiten in een ander land is, zijn bepaalde vormen van wederzijdse rechtshulp en uitlevering vaak wettelijk gekoppeld aan de voorwaarde dat het gepleegde feit in beide landen strafbaar is.
- 143.De Europese Commissie kent nummers toe aan officiële documenten van de Europese Unie. De Commissie maakt onderscheid in een aantal typen documenten door middel van het toekennen van verschillende nummerseries. Het onderscheid is gebaseerd op het soort document en/of de instelling van de Unie van wie het document afkomstig is.
- 144.De Raad van de Europese Unie kent aan wetgevingsdossiers een uniek toe. Dit nummer bestaat uit een vijfcijferig volgnummer gevolgd door een schuine streep met de laatste twee cijfers van het jaartal, bijvoorbeeld 12345/00 - een document met nummer 12345 uit het jaar 2000.
- 145.Het interinstitutionele nummer is een nummerreeks die binnen de Europese Unie toegekend wordt aan voorstellen voor regelgeving van de Europese Commissie.
Binnen de Europese Unie worden nog een aantal andere nummerseries gebruikt. Iedere instelling heeft één of meerdere sets documenten met ieder een eigen nummering. Die reeksen komen niet overeen met elkaar of het interinstitutioneel nummer.
- 146.Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
- 147.Als dag van bekendmaking van een Europees besluit geldt de dag waarop het besluit in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt, en daardoor in alle officiële talen van de Europese Unie bij het Publicatiebureau beschikbaar is.