COM(2003)226 - Investeren in onderzoek: een actieplan voor Europa

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de Parlementaire Monitor.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Key dates
  3. Gerelateerde informatie
  4. Uitgebreide versie
  5. EU Monitor

1.

Kerngegevens

officiële titel

Mededeling van de Commissie - Investeren in onderzoek: een actieplan voor Europa

officiële Engelstalige titel

Communication from the Commission - Investing in research: an action plan for Europe
 
Rechtsinstrument Mededeling
Besluitvormingsprocedure Initiatiefverslag (INI)
COM-nummer69 COM(2003)226 NLEN
Extra COM-nummers SEC(2003)489
Procedurenummer71 2003/2148(INI)
Celex-nummer72 52003DC0226

2.

Key dates

Document 04-06-2003
Online publicatie 04-06-2003

3.

Gerelateerde informatie

  • Toelichting
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de stand van zaken van het dossier, de samenvatting van de European Parliament Legislative Observatory, de juridische context, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken Europese organisaties (denk aan directoraten-generaal van de Europese Commissie, EP-commissies en Raadsformaties) en personen (denk aan eurocommissarissen en Europarlementariërs) en tot slot documenten van het Europees Parlement, de Raad van Ministers en de Europese Commissie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.


  • 1. 
    'Onderzoek en technologische ontwikkeling' wordt in dit document kortweg aangeduid als 'onderzoek' of
     
  • 2. 
    COM(2002)499 van 11 september 2002.

     
  • 3. 
    'Technologische innovatie' wordt hierna kortweg aangeduid als 'innovatie'.

     
  • 4. 
    Studie uitgevoerd door het ERASME-onderzoekteam (Parijs) met een aangepaste versie van het NEMESIS-model (nog te publiceren).

     
  • 5. 
    Dit is vooral een gevolg van grote structurele veranderingen in de Europese Economie, met name een verschuiving naar meer onderzoekintensieve en snelgroeiende sectoren en een aanzienlijke toename van het innovatievermogen in de Europese economie.

     
  • 6. 
    Verslag van de Commissie aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad 'Kiezen voor groei: kennis, innovatie en banen in een echte samenleving', COM(2003)5 van 14 januari 2003.

     
  • 7. 
    'Innovatiebeleid: actualisering van de aanpak van de Europese Unie in de context van de strategie van Lissabon' COM(2003)112 van 11 maart 2003. Zie ook de Mededeling van de Commissie 'Het industriebeleid na de uitbreiding' (COM(2002)714 van 11 december 2002) en het Groenboek 'Ondernemersschap in Europa' (COM(2003)27 van 21 januari 2003).

     
  • 8. 
    Technologische innovatie moet vaak worden gecombineerd met andere vormen van innovatie zoals design, marketing en bedrijfsorganisatie, om de commerciële voordelen ten volle te plukken.

     
  • 9. 
    EUROPA.EU.INT/COMM/RESEARCH/ERA/ 3PCT/

     
  • 10. 
    Zie bijgevoegd werkdocument van de diensten van de Commissie.

     
  • 11. 
    Op. cit.

     
  • 12. 
    Zie mededeling van de Commissie 'Innovatiebeleid: actualisering van de aanpak van de Europese Unie in de context van de strategie van Lissabon', op. cit., waar 'leidende markten' worden behandeld.

     
  • 13. 
    Zie het bijgevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie.

     
  • 14. 
    Op. cit.

     
  • 15. 
    Verslag aan de Commissie van de onafhankelijke groep van deskundigen over "Raising EU
     
  • 16. 
    Op. cit.

     
  • 17. 
    Aantal personen. Dit geeft de orde van grootte aan, de exacte cijfers zijn afhankelijk van de gemaakte veronderstellingen. In 2000 waren er ongeveer 1,6 miljoen onderzoekers in de lidstaten en de toetredende landen.

     
  • 18. 
    Naar verwachting zal de actieve beroepsbevolking omstreeks 2010 met 9 miljoen zijn gedaald.

     
  • 19. 
    Het potentieel om het aantal vrouwelijke onderzoekers te verhogen is aanzienlijk, aangezien het percentage vrouwelijke onderzoekers in de publieke en de particuliere sector respectievelijk 31% en 15% bedraagt.

     
  • 20. 
    Omvat de Europese Investeringsbank (EIB), die uitvoering geeft aan kredietinstrumenten en het Europees Investeringsfonds (EIB) dat participatie- en garantie-instrumenten beheert.

     
  • 21. 
    Subsidies, leningen of garanties.

     
  • 22. 
    Voorwaardelijke subsidies of leningen, die minder vaak worden gebruikt dan subsidies, zijn eveneens directe maatregelen; de terugbetaling is gekoppeld aan het slagen of falen van de commerciële exploitatie.

     
  • 23. 
    Zie verslag van de Commissie van de onafhankelijke groep van deskundigen over "Raising EU
     
  • 24. 
    Bijvoorbeeld beperkingen op het gebruik van resultaten in andere landen en op uitbesteding aan buitenlandse organisaties. Bovendien wordt ook wanneer nationale programma's geen formele regels hebben die projecten waarin wordt samengewerkt met organisaties uit andere landen uitsluiten, het ontbreken van een uitdrukkelijke verklaring dat dergelijke projecten in aanmerking komen, vaak als negatief ervaren vanwege de praktijk bij de toewijzing van fondsen in het verleden.

     
  • 25. 
    Zie verslag aan de Commissie van de onafhankelijke groep van deskundigen over "Raising EU
     
  • 26. 
    Zie het verslag aan de Commissie van de groep van onafhankelijke deskundigen over 'Raising EU R1D intensity: improving the effectiveness of public support mechanisms for private sector research and development: fiscal measures', april 2003.

     
  • 27. 
    Zie verslag aan de Commissie van de onafhankelijke groep van deskundigen over 'Raising EU R1D intensity: improving the effectiveness of public support mechanisms for private sector research and development: fiscal measures', april 2003.

     
  • 28. 
    COM(2002)668 van 27 november 2002.

     
  • 29. 
    Zie met name de aanbevelingen 13 en 14 van het voorstel van de Commissie betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid, COM(2003)170 van 8 april 2003.

     
  • 30. 
    Door overheidsopdrachten, met name in de defensiesector, treedt de Amerikaanse regering op als 'launching customer' voor innovatieve technologieën (met name informatie- en communicatietechnolgoieën) waardoor het risico voor latere klanten wordt verkleind. In Europa is het Europese satellietnavigatiesysteem Galileo een goed voorbeeld van een grootschalig Europees initiatief waarbij de eerste overheidsopdrachten een belangrijke rol spelen voor de ontwikkeling van de kerntechnologieën, gevolgd door een partnerschap tussen de particuliere en de publieke sector voor het opzetten en exploiteren van de infrastructuur.

     
  • 31. 
    Te publiceren in het Publicatieblad.

     
  • 32. 
    Artikel 2, lid 1, onder b).

     
  • 33. 
    Dubbele belastingen (investeerders en fondsen) verlagen de rentabiliteit van investeringen in risicokapitaalfondsen ten opzichte van investeringen die rechtstreeks worden gedaan in ondernemingen en verminderen daardoor de aantrekkelijkheid van dergelijke fondsen. Dit heeft een beperkend effect op investeringen van zowel Europese als internationale investeerders.

     
  • 34. 
    Oude jaarrekeningen zijn geen betrouwbare richtsnoer voor de toekomstige prestaties van technologiegebaseerde ondernemingen, omdat deze vaak met nieuwe producten nieuwe markten betreden. Technology rating is toekomstgericht in die zin dat het een hulpmiddel is om de waarde van een op innovatieve technologie gebaseerd product of dienst te bepalen.

     
  • 35. 
    'Onderzoek en technologische ontwikkeling' wordt in dit document kortweg aangeduid als 'onderzoek' of
     
  • 36. 
    COM(2002)499 van 11 september 2002.

     
  • 37. 
    'Technologische innovatie' wordt hierna kortweg aangeduid als 'innovatie'.

     
  • 38. 
    Studie uitgevoerd door het ERASME-onderzoekteam (Parijs) met een aangepaste versie van het NEMESIS-model (nog te publiceren).

     
  • 39. 
    Dit is vooral een gevolg van grote structurele veranderingen in de Europese Economie, met name een verschuiving naar meer onderzoekintensieve en snelgroeiende sectoren en een aanzienlijke toename van het innovatievermogen in de Europese economie.

     
  • 40. 
    Verslag van de Commissie aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad 'Kiezen voor groei: kennis, innovatie en banen in een echte samenleving', COM(2003)5 van 14 januari 2003.

     
  • 41. 
    'Innovatiebeleid: actualisering van de aanpak van de Europese Unie in de context van de strategie van Lissabon' COM(2003)112 van 11 maart 2003. Zie ook de Mededeling van de Commissie 'Het industriebeleid na de uitbreiding' (COM(2002)714 van 11 december 2002) en het Groenboek 'Ondernemersschap in Europa' (COM(2003)27 van 21 januari 2003).

     
  • 42. 
    Technologische innovatie moet vaak worden gecombineerd met andere vormen van innovatie zoals design, marketing en bedrijfsorganisatie, om de commerciële voordelen ten volle te plukken.

     
  • 43. 
    EUROPA.EU.INT/COMM/RESEARCH/ERA/ 3PCT/

     
  • 44. 
    Zie bijgevoegd werkdocument van de diensten van de Commissie.

     
  • 45. 
    Op. cit.

     
  • 46. 
    Zie mededeling van de Commissie 'Innovatiebeleid: actualisering van de aanpak van de Europese Unie in de context van de strategie van Lissabon', op. cit., waar 'leidende markten' worden behandeld.

     
  • 47. 
    Zie het bijgevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie.

     
  • 48. 
    Op. cit.

     
  • 49. 
    Verslag aan de Commissie van de onafhankelijke groep van deskundigen over "Raising EU
     
  • 50. 
    Op. cit.

     
  • 51. 
    Aantal personen. Dit geeft de orde van grootte aan, de exacte cijfers zijn afhankelijk van de gemaakte veronderstellingen. In 2000 waren er ongeveer 1,6 miljoen onderzoekers in de lidstaten en de toetredende landen.

     
  • 52. 
    Naar verwachting zal de actieve beroepsbevolking omstreeks 2010 met 9 miljoen zijn gedaald.

     
  • 53. 
    Het potentieel om het aantal vrouwelijke onderzoekers te verhogen is aanzienlijk, aangezien het percentage vrouwelijke onderzoekers in de publieke en de particuliere sector respectievelijk 31% en 15% bedraagt.

     
  • 54. 
    Omvat de Europese Investeringsbank (EIB), die uitvoering geeft aan kredietinstrumenten en het Europees Investeringsfonds (EIB) dat participatie- en garantie-instrumenten beheert.

     
  • 55. 
    Subsidies, leningen of garanties.

     
  • 56. 
    Voorwaardelijke subsidies of leningen, die minder vaak worden gebruikt dan subsidies, zijn eveneens directe maatregelen; de terugbetaling is gekoppeld aan het slagen of falen van de commerciële exploitatie.

     
  • 57. 
    Zie verslag van de Commissie van de onafhankelijke groep van deskundigen over "Raising EU
     
  • 58. 
    Bijvoorbeeld beperkingen op het gebruik van resultaten in andere landen en op uitbesteding aan buitenlandse organisaties. Bovendien wordt ook wanneer nationale programma's geen formele regels hebben die projecten waarin wordt samengewerkt met organisaties uit andere landen uitsluiten, het ontbreken van een uitdrukkelijke verklaring dat dergelijke projecten in aanmerking komen, vaak als negatief ervaren vanwege de praktijk bij de toewijzing van fondsen in het verleden.

     
  • 59. 
    Zie verslag aan de Commissie van de onafhankelijke groep van deskundigen over "Raising EU
     
  • 60. 
    Zie het verslag aan de Commissie van de groep van onafhankelijke deskundigen over 'Raising EU R1D intensity: improving the effectiveness of public support mechanisms for private sector research and development: fiscal measures', april 2003.

     
  • 61. 
    Zie verslag aan de Commissie van de onafhankelijke groep van deskundigen over 'Raising EU R1D intensity: improving the effectiveness of public support mechanisms for private sector research and development: fiscal measures', april 2003.

     
  • 62. 
    COM(2002)668 van 27 november 2002.

     
  • 63. 
    Zie met name de aanbevelingen 13 en 14 van het voorstel van de Commissie betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid, COM(2003)170 van 8 april 2003.

     
  • 64. 
    Door overheidsopdrachten, met name in de defensiesector, treedt de Amerikaanse regering op als 'launching customer' voor innovatieve technologieën (met name informatie- en communicatietechnolgoieën) waardoor het risico voor latere klanten wordt verkleind. In Europa is het Europese satellietnavigatiesysteem Galileo een goed voorbeeld van een grootschalig Europees initiatief waarbij de eerste overheidsopdrachten een belangrijke rol spelen voor de ontwikkeling van de kerntechnologieën, gevolgd door een partnerschap tussen de particuliere en de publieke sector voor het opzetten en exploiteren van de infrastructuur.

     
  • 65. 
    Te publiceren in het Publicatieblad.

     
  • 66. 
    Artikel 2, lid 1, onder b).

     
  • 67. 
    Dubbele belastingen (investeerders en fondsen) verlagen de rentabiliteit van investeringen in risicokapitaalfondsen ten opzichte van investeringen die rechtstreeks worden gedaan in ondernemingen en verminderen daardoor de aantrekkelijkheid van dergelijke fondsen. Dit heeft een beperkend effect op investeringen van zowel Europese als internationale investeerders.

     
  • 68. 
    Oude jaarrekeningen zijn geen betrouwbare richtsnoer voor de toekomstige prestaties van technologiegebaseerde ondernemingen, omdat deze vaak met nieuwe producten nieuwe markten betreden. Technology rating is toekomstgericht in die zin dat het een hulpmiddel is om de waarde van een op innovatieve technologie gebaseerd product of dienst te bepalen.

     
  • 69. 
    De Europese Commissie kent nummers toe aan officiële documenten van de Europese Unie. De Commissie maakt onderscheid in een aantal typen documenten door middel van het toekennen van verschillende nummerseries. Het onderscheid is gebaseerd op het soort document en/of de instelling van de Unie van wie het document afkomstig is.
     
  • 70. 
    De Raad van de Europese Unie kent aan wetgevingsdossiers een uniek toe. Dit nummer bestaat uit een vijfcijferig volgnummer gevolgd door een schuine streep met de laatste twee cijfers van het jaartal, bijvoorbeeld 12345/00 - een document met nummer 12345 uit het jaar 2000.
     
  • 71. 
    Het interinstitutionele nummer is een nummerreeks die binnen de Europese Unie toegekend wordt aan voorstellen voor regelgeving van de Europese Commissie.
    Binnen de Europese Unie worden nog een aantal andere nummerseries gebruikt. Iedere instelling heeft één of meerdere sets documenten met ieder een eigen nummering. Die reeksen komen niet overeen met elkaar of het interinstitutioneel nummer.
     
  • 72. 
    Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
     
  • 73. 
    Als dag van bekendmaking van een Europees besluit geldt de dag waarop het besluit in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt, en daardoor in alle officiële talen van de Europese Unie bij het Publicatiebureau beschikbaar is.