Private First Class Leo Lichten - Hoofdinhoud
In Margraten liggen ruim 8.000 Amerikaanse militairen begraven, die zijn gesneuveld in de Tweede Wereldoorlog. Al deze graven zijn ‘geadopteerd’ door met name mensen uit de regio. Ook ik heb een adoptiegraf. De naam van de gesneuvelde militair is Leo Lichten. Van hem was bijna niets bekend, behalve dan zijn rang (PFC, soldaat eerste klas), de eenheid waarin hij diende (infanterie, ‘railsplitters’), de staat waaruit hij afkomstig was (New York) en de dag waarop hij sneuvelde (20 november 1944). En aan de grafsteen viel te zien dat hij Joods was.
Omdat ik meer van hem wilde weten, ben ik gaan speuren. Het is misschien wel de moeilijkste, maar zeker de meest boeiende speurtocht die ik heb meegemaakt. Eerst heb ik in kaart gebracht hoe zijn eenheid in Europa terecht is gekomen en bij welk gevecht hij om het leven is gekomen. Daaruit bleek dat hij pas enkele maanden over was uit de VS toen hij sneuvelde en dat hij nog geen 20 km van waar ik woon bij zeer zware gevechten met de Panzer SS om het leven is gekomen. Daar is heel erg veel over te schrijven, maar dat zal ik niet doen, anders zijn we zo uren verder.
Natuurlijk wilde ik ook graag weten waar hij precies vandaan kwam, of daar nog familie woonde en of ik mensen kon vinden die hem gekend hebben. Dat leek lange tijd een dood spoor. Via registers op internet en speurtochten in de archieven in New York, kwam ik erachter dat de familie Lichten in Brooklyn en later in Manhattan gewoond heeft. Met behulp van de ‘burgemeester’ van Brooklyn en andere kennissen in New York zijn we naar andere Lichtens op zoek gegaan, hetgeen bijna iets van een detective kreeg, omdat met name in Williamsburg veel orthodoxe joden wonen die meer zouden kunnen weten, maar die uiterst gereserveerd staan tegenover nieuwsgierige buitenstaanders. Even dachten we beet te hebben met een oudere dame, die ook Lichten heette, maar dat bleek een verbastering van een andere naam te zijn. Ook in Manhattan liep het spoor dood.
Vervolgens ben ik stukken gaan schrijven voor Amerikaanse websites waar veel veteranen voorbijkomen en heb geprobeerd mensen te vinden die met Leo gediend hadden, die iets meer van de Europese campagne van de Railsplitters wisten of die Leo als kind in New York hadden meegemaakt. Ook ben ik gaan schrijven over het belang van ereveld Margraten voor de verbondenheid tussen Nederlanders en Amerikanen en over de band die ook de derde en vierde generatie nog voelt met onze bevrijders. Met name deze stukken trokken de nodige aandacht, omdat Amerikanen hiervoor bijzonder gevoelig zijn.
Het was een schot hagel, maar bleek wel raak te zijn. Ik ontving een mail van Robert Simpson, wiens moeder de halfzus was van Leo Lichten. De familie was vlak na het overlijden van Leo naar de Westkust vertrokken en had alle schepen achter zich verbrand. Bovendien heette niemand meer Lichten, want Leo’s moeder was gescheiden, hetgeen zeer uitzonderlijk was in die tijd en weer hertrouwd, waarbij zij en de kinderen, behalve Leo en een oudere zus, de naam van de nieuwe man overnamen. Geen wonder dat men spoorloos was. Via Robert Simpson kwam ik weer een paar flarden te weten, maar veel was het niet. Zijn moeder leeft nog, maar zij was een jong meisje toen Leo sneuvelde en haar moeder wilde later nooit over Leo praten, dat vond zij te pijnlijk. Wel werd duidelijk dat Leo een zeer uitzonderlijk iemand was, hoogbegaafd en een goed sportman. Hij was, ondanks zijn zeer eenvoudige afkomst, gescout voor een college en zou daar ook naartoe gaan, ware het niet dat hij een oproep kreeg voor het leger.
Ik bleef doorvragen, maar merkte dat er niet heel veel meer te halen viel, behalve een prachtige familiefoto (die ik afgelopen zondag kreeg) en afschriften van brieven, bijvoorbeeld van Leo’s commandant aan zijn moeder, waarin hij schrijft over de omstandigheden van Leo’s dood. Ondertussen was ik van plan nog eens naar New York te gaan om zelf verder onderzoek te doen.
Maar toen kwam er via een vreemde weg een brief uit de VS. De Nederlandse ambassade in Washington ontving een schrijven van Paul Slater, 86, die de speech had gelezen in een veteranenblad, die ik vorig jaar op Memorial Day heb uitgesproken op Margraten en waarin ik Leo noemde. In zijn brief schrijft Paul dat Leo in Brooklyn zijn jeugdvriend was. Leo heeft hem zelfs een keer van de verdrinkingsdood gered en was, zo schreef Paul, een zeer nobel, slim en moedig mens. Dankzij internet kon ik Pauls telefoonnummer achterhalen en heb ik hem gebeld in Northampton, Massachussets. Wij spraken uren aan een stuk en voor mijn ogen kreeg ik een helder beeld van die jaren in Brooklyn, van de armoede, van de vriendschap, maar ook van de achteloosheid waarmee deze jonge mannen de oorlog in werden gestuurd, Leo naar Europa, Paul naar de Pacific. Het was voor Paul geen makkelijk gesprek, Leo was zijn boezemvriend en Paul is nog steeds boos over de wijze waarop Leo totaal ongetraind een oorlog is ingestuurd, waar hij het moest opnemen tegen de hardste en meest ervaren nazi’s. Paul heeft een zoon en een dochter en zijn zoon heet Leo, vernoemd naar zijn beste vriend, die zelf niet ouder werd dan 20 en dus nooit de vreugde van het vaderschap heeft gekend.
Paul wil al meer dan 50 jaar het graf van zijn boezemvriend bezoeken, maar heeft nooit het geld gehad om dat te doen. Daarom is het mij een grote eer hem en zijn zoon uit te nodigen. Zij komen volgende week naar Nederland, vanaf 15 tot 19 oktober, om precies te zijn en wij zullen samen Leo’s graf bezoeken en de plekken waar hij heeft gevochten en waar hij is gesneuveld. Op 20 november is het precies 66 jaar geleden dat Leo sneuvelde. Het is dit jaar precies 65 jaar geleden dat mede door zijn offer ons land werd bevrijd. We vergeten al zoveel, dit mogen we nooit vergeten.
Origineel bericht alleen toegankelijk voor leden facebook