Politieke situatie Nederland - Hoofdinhoud
Op 17 maart 2021 vonden de laatste Tweede Kamerverkiezingen plaats in Nederland. De VVD bleef de grootste partij met 34 zetels, gevolgd door D66 met 24 zetels. Winst was er ook voor Forum voor Democratie (van 2 naar 8), die later door afsplitsingen terug naar 5 zetels ging. De grote verliezer was GroenLinks, die van 14 zetels naar 8 zetels zakte. Na een zeer lange formatie trad op 10 januari 2022 het kabinet-Rutte IV i aan, met D66, VVD, CDA, en ChristenUnie als coalitiepartijen.
Na 1945 regeerden tot 1959 coalities die de PvdA en de katholieke KVP i als basis hadden. Daarna wisselden kabinetten van christendemocraten met liberalen en van christendemocraten en sociaaldemocraten elkaar af. In de periode 1994-2002 regeerden 'paarse' kabinetten van PvdA, VVD en D66. Sinds 2002 is de Nederlandse politiek instabieler geworden. In 2002 won de populistische LPF i, de partij van de kort voor de verkiezingen vermoorde Pim Fortuyn i. Er werd toen een kabinet gevormd van CDA, LPF en VVD, dat echter al na enkele maanden viel. In 2003 vormden CDA en VVD samen met D66 i een kabinet. Na de vervroegde verkiezingen van november 2006 kwam het vierde kabinet-Balkenende van CDA, PvdA en ChristenUnie tot stand, dat eveneens voortijdig ten val kwam. Sinds 2010 leidt Mark Rutte i kabinetten van wisselende samenstelling.
Nederland is één van de zes oprichters van de Europese Economische Gemeenschap i, de voorloper van de huidige Europese Unie i. Het land was dertien keer voorzitter van de Raad van de Europese Unie, voor het laatst van januari tot en met juni 2016. De Nederlandse politicus Frans Timmermans i is Eurocommissaris voor de Europese Green Deal i en tevens vicevoorzitter van de Europese Commissie.
Nederland is een parlementaire constitutionele monarchie, waarin de koning(in) staatshoofd is, maar regeert onder verantwoordelijkheid van de ministers. Kabinetten worden als regel door meerdere partijen gevormd; een kabinet kan alleen aanblijven zolang het niet het vertrouwen verliest van de Tweede Kamer.
Het parlement bestaat uit twee Kamers, die formeel gelijkwaardig zijn en beide (mede)wetgevende en controlerende taken hebben. De Tweede Kamer wordt rechtstreeks en de Eerste Kamer indirect gekozen; beide minstens iedere vier jaar, maar niet gelijktijdig.
Het kabinet heeft als regel het initiatief bij wetgeving, maar ook Tweede Kamerleden kunnen wetsvoorstellen indienen. Verder kan de Tweede Kamer wetsvoorstellen wijzigen via het recht van amendement i. De Eerste Kamer mist het recht van amendement en het recht van initiatief i, maar heeft een absoluut vetorecht.
Kiesstelsel
De verkiezingen voor de 150 leden van de Tweede Kamer i vinden plaats op basis van evenredige vertegenwoordiging i, waarbij een lage kiesdrempel i geldt. De 75 leden van de Eerste Kamer i worden gekozen door de leden van de twaalf Provinciale Staten, de Eilandsraden van drie Antilliaanse eilanden en een kiescollege voor Nederlanders die in het buitenland wonen. Zetelverdeling gebeurt eveneens op basis van evenredige vertegenwoordiging.
Partijen
Tot 2002 domineerden drie middenpartijen de politieke verhoudingen: het christendemocratische CDA i, de liberale VVD i en de sociaaldemocratische PvdA i. In 2002 kwamen populistische stromingen op, eerst (tot 2006) de LPF i en (vanaf 2006) de PVV i. In 2017 kwam de rechts-populistische partij Forum voor Democratie voor het eerst in de Tweede Kamer.
Ter linkerzijde staan verder de links-socialistische SP i, het sociaal-liberale D66 i en GroenLinks i; alle drie met een overigens nogal wisselende omvang. Ter rechterzijde staan de kleinere protestants-christelijke partijen ChristenUnie i (die overigens een sociaal programma heeft) en SGP i. Laatstgenoemde is orthodox-protestants.