Uitpraten

Met dank overgenomen van J.S. (Jacques) Monasch i, gepubliceerd op zondag 30 mei 2010.

Ik hou van het politieke debat. Noem mij gerust een politieke junk. Ik heb campagnes wereldwijd gezien, verkiezingsdebatten in de meest vreemde formats en met de beste debaters meegemaakt. Gouden tijden deze weken voor mij zou je denken. Maar tijdens de eerste uitzending van ‘ Wat kiest Nederland’ schreeuwde ik het al uit van afgrijzen.

‘ Laat elkaar ……. eens uitpraten!’

De gesprekleidster van het Radio 1 debat met de meeste lijsttrekkers riep het een paar dagen eerder ook al. ‘Dit heeft geen zin, hier begrijpt thuis niemand meer wat van’. Ze had gelijk. Niemand liet elkaar uitpraten, vliegen afvangen en de ander verstoren. Op de radio zie je niet eens de gezichten, gewoon maar hopen dat de luisteraar het wel kan volgen.

Het RTL lijsttrekkersdebat was zo mogelijk een nog grotere kakafonie. Een debat met zelfs een lijsttrekker die gewoon maar bleef praten en niet eens meer geïnteresseerd was wat de ander te zeggen had en wegliep.

In 1998 viel Paul Rosenmoller in het NOS slotdebat D66 leider Els Borst hard aan. Ik dacht toen in mijn naïviteit ‘ zo mooie doelpunten van Paul, die scoort’ . Uit de peilingen na afloop bleek dat de kijker Rosenmoller onaangenaam vond en het hoogst onfatsoenlijk vond hoe hij de oude Els Borst aanviel. Het hielp Els Borst aan een extra zetel.

Ik vrees dat het mede veroorzaakt wordt doordat er meer en meer een politieke kaste is ontstaan van politici die zichzelf te graag horen praten, teveel denken in termen van de debatclub, discussiëren als doctorandussen, maar vergeten waarom gewone mensen deze debatten echt belangrijk vinden.

Wil de politiek respect afdwingen bij de burger, wil de politiek de democratie recht doen en willen we meer inhoud en wat minder spektakel, dan moet de wissel snel om. Duidelijke codes, heldere afspraken voor het debat en een strakke debatleiding. We hebben nog twee weken om het te proberen. Laat elkaar uitpraten! Kunnen de politici die wijsheid opbrengen?