'Bijna elke Haitiaan heeft wel een familielid verloren' - Hoofdinhoud
Haïti is de gevolgen van de aardbeving in januari (230.000 doden, miljoenen mensen op slag dakloos) nog lang niet te boven. Kamerlid Joël Voordewind van de
ChristenUnie is op bezoek in Haïti om te kijken hoe de hulp vordert en doet verslag voor het Nederlands Dagblad.
Als we landen in Haïti, roept een vrouw in het Frans uit: ‘Dank u, God!’ Ik check de cijfers: het overgrote deel van de bevolking is christen. Na de aardbeving van 12 januari dit jaar is het aantal zelfs nog toegenomen, afstand nemend van de voodoo.
De piloot dankt de bezoekers die naar Haïti komen, voor hun hulp. Schijnbaar zijn de meeste reizigers hulpverleners. Tegenover het vliegveld zien we meteen de eerste opvangkampen. Ze staan tegen elkaar aan: tenten of vier palen met een zeil erover gespannen.
Na zeven maanden leven er nog steeds 1,3 miljoen mensen in tenten. Nog eens 300.000 mensen hebben onderdak bij familie gevonden. Ruim een kwart van de hoofdstad Port-au-Prince is verwoest door een aardbeving die 35 seconden heeft geduurd. 225.000 mensen zijn omgekomen.
De chauffeur van Woord en Daad-coördinator Jaap Noordzij heeft zijn broer verloren bij de aardbeving. Die was net afgestudeerd en was op dat moment even terug op de universiteit om zijn diploma op te halen. Er worden nog steeds lichaamsdelen onder het puin gevonden. Naar nabestaanden wordt niet meer gezocht. Deze overblijfsels worden nu meteen verbrand. Bijna elke Haïtiaan heeft wel een familielid verloren.
We rijden verder en passeren zelfs op de weg hutjes van plastic, waar de auto’s omheen rijden. We bezoeken als eerste een fabriek - geleid door een Nederlands echtpaar en een Belg - die kleine houten huisjes (vier bij vier meter) voor tijdelijk gebruik produceert.
De Haïtiaanse overheid staat samen met de hulporganisaties voor de grote uitdaging, de 1,6 miljoen daklozen binnen een jaar te huisvesten. Een zeer ambitieus, maar noodzakelijk plan gezien de vele stormen en orkanen die jaarlijks dit eiland treffen. Ik hoor dat de onrust en de criminaliteit in de tentenkampen nu al toenemen. Ik vraag me sterk af of de mensen deze benarde situatie nog wel zo lang gaan volhouden.
Buiten Port-au-Prince bezoeken we een schooltje. Hier worden kinderen opgevangen die trauma’s hebben opgelopen tijdens de aardbeving. Er is een meisje van elf dat negen gezinsleden heeft verloren en alleen nog een tante overheeft. Zij reageerde eerst nergens meer op. Pas na een aantal weken begon ze weer met praten. Door intensieve begeleiding, is ze nu weer in staat naar school te gaan. Wat een leed. Het valt me op dat de meeste mensen een wat sombere blik in hun ogen hebben.
Intussen is er ook weer veel bedrijvigheid op straat. Vanuit de vele tentjes verkopen mensen vooral etenswaar. En net als in Afrika zie je overal christelijke teksten op de taxibusjes en veel jeeps van hulporganisaties. Wat mooi, die betrokkenheid vanuit vele culturen en landen. De komende dagen bezoeken we de projecten van Nederlandse hulporganisatie zoals ICCO, Cordaid, Woord en Daad en ZOA.
Lees ook het nieuwsbericht: 'Hulpverlening Haïti verloopt goed' - de Pers, 29 augustus 2010
(ND, 30 augustus 2010)
(foto ANP - Robin Utrecht)