Column De Limburger / Limburgs Dagblad 3 oktober 2009 - Hoofdinhoud
Het doel van politiek is het verbeteren van het sociale en emotionele welzijn van de mensheid. Daarvoor moeten rechten worden versterkt en moet de economie worden (bij)gestuurd. In de afgelopen generatie lijkt het zicht op dit uitgangspunt steeds verder vertroebeld te zijn, alsof maatschappij en politiek last hebben gekregen van ouderdomsstaar. Zeker in Europa zijn wij politiek teveel gaan zien als leverancier van genoegdoening op individueel niveau, in plaats van een sturingsinstrument van de gemeenschap als geheel. Hierin ligt de kern van de systeemcrisis waarin de politiek in het Westen verkeert.
In de komende generatie zal de mens een nieuwe verhouding met de natuur moeten ontwikkelen. We belasten de aarde meer dan zij kan dragen en we maken haar grondstoffen zo snel op, dat er grote tekorten gaan ontstaan. Zonder radicale aanpassingen zal de aarde niet eens in staat zijn de mensheid te blijven voeden. Geen enkele uitdaging is urgenter en groter dan deze, geen enkele crisis zo levensbedreigend.
In de komende generatie zullen de verhoudingen in de wereld grondig veranderen. Landen in Azië en Latijns-Amerika maken een grote groei door en zullen een belangrijkere rol krijgen. Zowel economisch als geopolitiek zullen zij meer invloed krijgen.
De herontdekking van politiek als ordeningsinstrument en het besef dat, wil dit instrument effectief zijn, de nationale schaal tekort schiet zijn twee essentiële voorwaarden als wij als Europeanen de ambitie hebben om onze toekomst zelf vorm te geven. Pakken we dat niet op, zal onze toekomst worden bepaald in Peking, Delhi en Washington.
Er is helemaal geen aanleiding om hierover somber te zijn. De uitdagingen waarvoor wij staan zijn gigantisch, waarbij de vergrijzing voor Europa een extra complicatie vormt. Maar de oplossingen zijn niet ingewikkeld, want de techniek die nodig is bestaat al en de aanpassingen die nodig zijn, behoeven enkel politieke wil en draagvlak onder de bevolking. Er zijn een paar uitgangspunten die daarbij behulpzaam kunnen zijn.
In de eerste plaats weten we al heel lang dat hoe kleiner de verschillen tussen arm en rijk in een samenleving, hoe beter die samenleving er voorstaat. In samenlevingen waar de ongelijkheid het grootst is, zijn vijf keer meer psychiatrische patiënten dan in de meest egalitaire samenlevingen. De kans dat je in de gevangenis belandt is ook vijf keer hoger. De kans op morbide overgewicht is zes keer hoger. De kans om vermoord te worden is vele malen hoger. Dit geldt in die samenlevingen niet alleen voor de armsten, maar voor de hele bevolking. Met andere woorden, het verkleinen van
inkomensverschillen is niet alleen goed voor mensen met een laag inkomen, maar voor iedereen.
In het neoliberale tijdperk, dat nu ten einde loopt, was de veronderstelling dat de toename van inkomensverschillen niet erg is, zolang iedereen maar meer inkomen krijgt. Dit nu blijkt een drogredenering te zijn, waar helaas teveel sociaaldemocraten, van Tony Blair tot Steve Stevaert, in hebben geloofd. Met name de enorme toename van het verschil tussen de middenklasse en de top is een belangrijke reden voor onze maatschappijcrisis. De populisten zijn niet de mensen die het minst verdienen, maar juist de allerrijksten, die geheel losgezongen zijn van de samenleving en op alle vlakken hun vrijheid kunnen ‘kopen’. Dit ontgaat niemand, dus iedereen gaat zich zo gedragen. Daardoor zijn belangrijke zenuwbanen in de samenleving doorgesneden en is maatschappelijke binding verloren gegaan. Wat ons het meest bedreigt is de ‘ieder voor zich en God voor ons allen’ houding die daaruit is voortgekomen.
Inmiddels is die houding zeker niet voorbehouden aan de rijksten. Het begint er steeds meer op te lijken dat ook de babyboomgeneratie zich zo gedraagt. In alle Europese landen zullen we langer moeten gaan werken, omdat we anders onze kinderen en kleinkinderen niet alleen met een torenhoge schuld, maar ook nog eens met een loden zorglast op zullen zadelen. Het is een schandaal dat sommigen beweren dat langer doorwerken de mensen raakt “die dit land hebben opgebouwd”. Dat is onzin, het raakt hooguit het staartje van de babyboomgeneratie.
Nog nooit in de menselijke geschiedenis is een generatie zo rijk geweest, met name dankzij de solidariteit van eerdere generaties. Het is de babyboomers van harte gegund, maar wat wij hen niet mogen gunnen is een ‘na ons de zondvloed’ houding. Een verbond tussen hun ouders en hun kinderen moet ervoor zorgen dat de meest verwende generatie uit de wereldgeschiedenis zich bewust blijft van de eigen verantwoordelijkheid voor de toekomst. Alleen zo blijven wij een van de meest egalitaire en dus een van de meest gelukkige samenlevingen ter wereld.
Origineel bericht alleen toegankelijk voor leden facebook